19 september 2008 door Sarcas

51. Wat is wijsheid?

Het is weer oorlog, in Huize Sarcas. Wat zeggen de pedagogische leerboeken daarover?

Pieken en dalen, alhier. De pieken zijn van het formaat heuveltje, de dalen zijn eindeloos. Niet dat er nu Vreselijke Dingen plaatsvinden, maar meer dat de sfeer voortdurend verpest is. Volgens mijn studieboeken zit dochterlief in de leeftijdsfase van de zelfevaluatie, en is de bijpassende rol van de verzorger: open communicatie. Ha! Open communicatie?! M'n achterwerk!

- "Ik wil het even hebben over mijn feestje volgende week," stormt de puber mijn kamer binnen.

- "Even niet lief, ik ben in vergadering," zeg ik met één oog op mijn monitor en het andere op 't kindje.

- "Whaaah", stamp, stamp, stamp, "jullie ook altijd achter die computer... belangrijk voor me... gunnen me het niet... hoeft al niet meer... 't wordt toch stom... whaaah".

- "Je weet toch dat we al jaren elke week op deze avond vergaderen?" maak ik bezwaar.

- "Waaah! Dat stomme werk ook van jullie... Whaaah!" Stamp, stamp, stamp.

Het monstertje begeeft zich grommend naar boven naar haar moeder, die ook achter haar computer zit, in dezelfde vergadering.

- "Mummelmummel, mummelmummel", hoor ik gedempt.

- Stamp, stamp, stamp. Knallende kamerdeur.

Ik blader m'n leerboek nog maar eens door. Het stamp-gedeelte heeft de auteur blijkbaar niet meegemaakt. Of wel meegemaakt maar vergeten te beschrijven (doordat ze op dat moment werd afgeleid door een gillende puber, etc.).

Niet bijster gezellig

Het is dus niet bijster gezellig in Huize Sarcas. En ik probeer te bedenken hoe dat komt. Eén oorzaak is dat ik een stuk strenger ben geworden, de laatste tijd. Ik ben niet meer het maatje, niet meer de partner in crime. No more mister Nice Guy.

Terwijl ik echt nog wel aardig ben. Dacht ik. Maar mevrouw Sarcas wees mij erop dat ik toch wel behoorlijk kort aangebonden, bot en humeurig doe. Hm. Bij nader inzien is dat ook wel zo. Niet goed. Maar je wordt nu eenmaal humeurig van steeds dezelfde discussies. Het nog steeds niet opgeloste kamer-opruim-conflict, bijvoorbeeld. Of even meehelpen in huis. En dit, en dat.

Afspraken

't Is nu vrijdag, begin van de avond. Dochterlief heeft een feestje ergens. In principe mocht ze bij een vriendin blijven slapen, maar we realiseerden ons dat ze de volgende ochtend naar school moest om een test in te halen. Bij nader inzien moet ze dus om middernacht thuis zijn. Mevrouw Sarcas zit met haar te praten, en ik kom erbij staan.

- "Ja, maar jullie hebben al gezegd dat het mocht, dus..."

- "Klopt, maar we hebben er niet aan gedacht dat je morgenochtend een SO-tje hebt, dus willen we dat je bijtijds thuis bent."

- "Nee. Jullie hebben al gezegd dat het mocht en dat kun je nu niet opeens terugdraaien."

- "Sorry, maar dat doen we wel. Onze fout ja, maar je moet naar school."

- "Iedereen op school gaat altijd de hele nacht uit ook, als ze op zaterdag terug moeten komen!"

- "Fijne verantwoordelijke ouders hebben ze daar dan. Jij komt op tijd thuis."

- "En wat moet jij hier?" haalt ze uit naar mij. "Ga weg!"

- "Neuh," zeg ik rustig.

- "Deed jij vroeger ook al zo raar met je handen als je praat?" informeert ze vervolgens zuigend bij m'n vrouw.

Het is moeilijk om positief te blijven met zo'n mormel, en om de communicatie 'open' te houden.

Trut

Even later wil ze weten waar de Cornelis Schuijtstraat is. Ik tover een kaartje op de computer, en wijs herkenningspunten aan. "Daarheen en daarheen, dan zie je dit en dat. Linksaf, rechtsaf. Eitje." De instructies voor zich uit mummelend vertrekt ze op de fiets richting Amsterdam.

Een klein half uur later word ik gebeld.

- "Ik ben in de *&%^#*^-straat maar dat restaurant is hier helemaal niet. *^#*&^*@!!!"

- "Ja maar daar op de hoek zit toch een restaurant, dacht ik?"

- "Ja maar niet het goede. Je hebt me de verkeerde straat gewezen!"

- "Eh, jij vroeg naar de Cornelis Schuijtstraat... Daar ben je nu toch? Gewoon even rondkijken. Hoe heet dat ding?"

Ik snuffel wat rond en vind genoemde tent.

- "Die zit helemaal niet daar," roep ik in de telefoon, "maar in de Cornelis Trooststraat."

- "Dat zei ik toch?! Het is jouw schuld dat ik nu hier ben! Nu is alles verpest! Ik heb Trooststraat gezegd! %^%&@!!! Nu kan ik net zo goed naar huis gaan! Ontzettend bedankt! Waarom luisteren jullie ook nooit naar mij?!" knettert het uit de telefoon.

- "Je zei Cornelis Schuijtstraat, en die heb ik je op de kaart laten zien. Als dat de verkeerde was dan had je dat moeten zeggen," sputter ik tegen.

- "Ik ZEI Trooststraat! Je moet beter luisteren! Jullie verpesten altijd alles!" krijst het.

- "Weet je wat jij doet?" blaf ik terug, "zoek het zelf maar uit, trut!" en ik verbreek de verbinding.

Stampend loop ik de trap op om mijn beklag te doen bij de moeder des huizes. Die herinnert mij aan 'positief blijven', aan mijn slechte humeur, aan haar problemen. Zuchtend ga ik door de knieën, en bel de hysterica weer op voor een aanvullende routebeschrijving.

Als ze de telefoon opneemt, is het eerste wat ze doet zich verontschuldigen. Ik accepteer, geef haar de route door en wens haar veel plezier. Ze bedankt me vriendelijk.

Tegeltjeswijsheid

De komende tijd ga ik maar eens extra mijn best doen om het contact weer wat te verbeteren. Iets leuks doen samen. Maar ik vrees dat het toch wel weer op ruzie zal uitdraaien. Dat is dus het probleem dat ik als eerste moet aanpakken, mijn vooringenomenheid.

'Ze [de verzorgers] zullen zich moeten aanpassen aan verandering als de jongere naar autonomie streeft, en dit kan bij tijd en wijle tot conflicten leiden, maar gewoonlijk niet zo intens dat het ten koste gaat van de relatie. Ondanks de conflicten houdt de adolescent-ouder relatie stand en wordt door beide partijen als positief beschouwd'. (Van den Boom, 1999)

Jammer dat het niet op een tegeltje past.