1 mei 2001 door Dido Michielsen

31. Een onbegrijpelijke nooduitgang

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

In principe geldt voor elk adoptiekind een proeftijd van een jaar. Dat wil zeggen dat je eerst een jaar moet wachten voor je de papiermolen in werking mag stellen om je geadopteerde kind tot je wettige eigen kind te maken. Weliswaar is die proeftijd kortgeleden afgeschaft voor landen die het zogenaamde 'Verdrag van Den Haag' hebben ondertekend, maar er blijven nog altijd aardig wat landen over die niet hebben getekend, waaronder bijvoorbeeld Amerika.

Amerika niet, China wel (sinds kort)

Eén van de voorwaarden om mee te mogen doen aan het Verdrag van Den Haag is dat adoptie op niet-commerciële basis plaatsvindt, georganiseerd door non-profit instanties. Dat zou voor de Verenigde Staten dus betekenen dat het merendeel van de adoptiebureaus op de helling moet.

China heeft, tot verbazing van velen, onlangs wel getekend; natuurlijk net nadat wij onze tweede hadden opgehaald. Voor zover ik er wat van weet of het zelf heb ervaren, is het adoptiesysteem daar dan ook behoorlijk goed georganiseerd. Elk tehuis mag een x-aantal kinderen ter adoptie opgeven en ontvangt per kind een donatie. Het adoptiecentrum in Peking is goed geautomatiseerd, er werken zeer gedreven ambtenaren, en de verwerking van alle paperassen gebeurt er behoorlijk snel. Zeker als je nagaat welke afstanden er soms tussen een kindertehuis en het centraal sturende adoptiecentrum liggen.

Niet goed? Geen geld terug

Wie zou dat idiote Nederlandse proefjaar ooit verzonnen hebben? Ik durf er niet aan te denken. Iemand die tegen adoptie was, waarschijnlijk. Die dacht: weet je wat, we geven die mensen eerst een ontmoedigingscursus, en daarna een proeftijd met nul begeleiding. Of een kinderhater? Die vond dat je ouders nog een inruilperiode moest gunnen? Niet goed? Geen geld terug natuurlijk, maar je kind mag je gratis inleveren, zonder verplichtingen.

De Nederlandse wet leunt het liefst op 'voorkomen is beter dan genezen', zo blijkt maar weer uit alle verplichte voorbereidingen die je tot een geschikte adoptie-ouder moeten maken.

Niemand heeft er bij stilgestaan dat je veel ontwikkelingen bij een adoptie niet kunt voorkomen, omdat je niet weet wat voor kind er komt en hoe de chemie met de ouders zal zijn.

Kind voldeed niet

Nu waren het overigens meestal niet de ouders die gewogen werden en te licht bevonden. Die hadden immers hun voorlichtingscursus en hun toelatingsexamen al achter de rug. Nee, het probleem lag meestal bij het kind dat niet voldeed.

Denk niet dat ik er luchthartig over wil doen, want een mislukte adoptie is in mijn ogen (uiteraard) één van de gruwelijkste dingen die je kan overkomen. Vaak eindigend met een uithuis-plaatsing, en verdriet en pijn voor alle betrokkenen. Dikwijls op een moment dat het jaar proeftijd al lang achter de rug is.

Vol schaamte, trauma's en soms na totale ontwrichting van een gezin, vielen – en vallen – mensen in handen van hulpverleners die ook niet altijd evenveel expertise hebben op dit gebied. En dat terwijl er zoveel gradaties zijn in de problemen of moeilijkheden die adoptiegezinnen ondervinden. Waarbij ook nog eens geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter.

Crimineel

Dat er nu pas acties worden ondernomen om de adoptiegezinnen direct na de komst van een kind zinnige hulp te bieden (en daar moeten die ouders nog goed naar zoeken ook), dat is pas echt crimineel. Een jaar proeftijd. Dat was waarschijnlijk niet alleen een goedkope, maar ook de gemakkelijkste oplossing voor adoptieproblemen. Een nooduitgang bij al te hevige turbulentie, op het moment dat er behoefte is aan een zuurstofmasker.