25 maart 2011 door Marjon Klomps

03. Schaduw

Jules heeft te weinig herseninhoud, geen spraakcentrum, een ontwikkelingsachterstand en vrij ernstige gedragsproblemen. Moeder Marjon vertelt.

In deze aflevering: hoe werkt een schaduw? Voor gewone kinderen is dat al lastig, maar voor Jules al helemaal.

We zijn in het park. Varken is ook mee, bij mij op de hand. Jules zit op zijn driewieler en ik duw hem met de duwstang. De zon schijnt, het is een warme voorjaarsdag maar de wind waait nog fris.

We zijn op weg naar huis, na een anderhalf uur durende tocht door het park. Jules heeft op zijn fietsje de speeltuin verkend, we zijn op de glijbaan geweest, de fiets is op de glijbaan geweest, en varkentje is op de glijbaan geweest. Daar moest Jules erg om lachen.

We hebben tientallen paardenbloembollen uitgeblazen, we zijn om de kinderboerderij gereden, en nu zijn we voldaan en willen we naar huis.

Jules zit een beetje te suffen op zijn fiets. Zijn hoofd hangt wat naar beneden, de beentjes gaan automatisch maar zonder kracht te geven mee met de pedalen en ik moet hem er zo ongeveer om de twee meter aan helpen herinneren dat hij recht moet sturen.

Bij één aansporing gooi ik Varken in de strijd. Varken buigt zich voorover naar Jules' koppie, en zegt: "Jules, je moet sturen! Zo rijd je het gras in!" Jules is meteen weer alert, en grijnst achterom naar zijn vriendje. Hij geeft een ruk aan het stuur, de fiets helt gevaarlijk, en we koersen richting andere kant van het pad, naar het andere grasveld.

Varkentje doet geschrokken en springt een gat in de lucht. Dan ziet Jules het: een zwarte schaduw op het pad die precies op Varken lijkt. Dat is gek! Jules draait zich weer om naar Varken, zijn ogen groot van opgewonden verbazing.

"Kijk, Varken, kijk!" Gebaart hij. Ondersteund door heftig ja-geknik van zijn hoofd, wijst hij afwisselend van de schaduw naar het varken. Maar door al zijn gewiebel gaat de fiets ook steeds heen en weer, waardoor de zon andere schaduwen werpt. En als hij weer naar de schaduw wil kijken in plaats van ernaar te wijzen, is de schaduw weer weg.

Hé, dat is gek... Jules kijkt nog eens naar Varken en dan weer naar de grond. Niets... Hij buigt zich iets verder voorover, neus op het stuur van de fiets. Nee, niets te zien. Hij verandert van positie, kijkt links van de fiets, achter de fiets, en doet een poging tot eronder. De schaduw laat zich niet meer zien. Dat moet mama weten.

"Maaaaa!" Hij kijkt me aan, zijn kleine blauwe ogen met die te brede neusrug, zodat het altijd lijkt alsof hij loenst. Zijn mond hangt halfopen, zijn kin nat van het kwijl. "Ma, nè!" Hij wijst naar de grond. Ik beaam het: "Ja, de schaduw is weg, hè..."

Jules buigt zich nog eens peinzend naar de grond. Ik steek Varken weer de lucht in, de schaduw verschijnt weer rechts van de fiets en Jules schiet opgewonden omhoog: "Da!" Heftig gebaren naar Varken, de schaduw, en mij. Ik zwaai met mijn andere hand. Jules volgt het aandachtig en vindt het prachtig. Varken verdwijnt weer, maar nu weet hij wie er hier aan de touwtjes trekt. Streng kijkt hij me aan, wijst naar het varken, verplaatst zijn vinger naar een plek met zon, en zegt: "Da".

Ik spreid mijn arm en plaats Varkentje weer in het zonlicht. Jules controleert of het schaduwvarken er weer is, is tevreden, en gaat recht zitten als sein dat we weer verder kunnen.