18 augustus 2021 door Lisanne Karstenberg

Help ik ben een zeurmoeder!

Voordat je kinderen krijgt, vraag je jezelf vast wel eens af hoe jij het als ouder zult gaan doen. Ik in ieder geval wel en ik weet nog dat ik vroeger, in de tijd dat ik oppasadresjes had, wel eens te horen kreeg: "Wat ben jij een strenge oppas, wacht maar tot je zelf kinderen hebt gekregen." Mijn illusie was om deze standvastigheid (want dat was namelijk in plaats van streng) vast te houden en door te zetten bij mijn eigen kinderen.

Van standvastige moeder naar zeurmoeder

Inmiddels ben ik zes jaar onderweg met mijn eigen kinderen, en kom ik tot de conclusie dat ik een zeur-moeder ben! Echt. Ik zeur de hele dag door: doe de deur dicht, ruim je rommel op, niet schreeuwen, doe je vieze schoenen uit, eet je bord leeg. Soms heb ik het idee dat ik alleen maar aan het commanderen ben.

Helemaal nu het zomervakantie is en we allemaal thuis zijn. Ik moet gewoon eerlijk bekennen: ik zeur vaak. Het is alsof er ook echt niets anders over mijn lippen komt dan opdrachten naar mijn kinderen toe. Misschien ben ik wel te streng, te perfectionistisch en verwacht ik te veel van mijn kinderen?

Ik kan gewoon niet goed tegen rommel of te veel lawaai (als ik het zelf zo op een rijtje zet, valt het mij ook op dat ik een saaie muts aan het worden ben) en verwacht dat de kinderen dan ook geen rommel en of lawaai maken. Ik wil ze steeds behoeden voor te veel rommel. Ik zie de bui alweer hangen, alles gaat overhoop en wie kan het weer opruimen? Ik, en daar zit ik niet op te wachten. Dus heb ik liever dat ze geen rommel maken. Ik zit erbij en kan alleen maar (ongevraagde) adviezen en opdrachten geven aan mijn kinderen. Ik kan er niet omheen: ik ben dus zo'n zeurmoeder geworden.

Toekomstbeeld

Toen ik als klein meisje nadacht over mijn toekomst had ik natuurlijk niet bepaald het idee om een zeurmoeder te worden. Eerder een prinses of heel erg rijk, in ieder geval gewoon een leuke ontspannen mama. Maar dat lijkt mislukt. Het is er ingeslopen, zo ineens. Het vervelende is nog: het past me zo goed. Het continue ik zei het toch, niet doen en ruim je rommel toch eens op vliegen er makkelijker uit dan wat ben je leuk aan het spelen, wat ben je lief voor je broertje en wat goed dat je al je vlees al op hebt gegeten. Want zo hoort het, ik weet het wel en ik kan het ook wel. Maar het lukt me gewoon niet zo goed.

Misschien komt het door de periode van het jaar, we leven nog steeds in coronatijd, het is zomervakantie (wat vaak minder structuur betekent en god wat doe ik het goed op structuur) en iedereen zit weer bij elkaar op de lip. Ik moet mijn draai vinden.

Mijn man zei onlangs: Moet je niet gewoon de boel de boel laten? De kinderen kunnen echt wel goed opruimen en als we het samen doen en er een spelletje van maken dan is het nog leuk ook. Dus dat hebben we laatst gedaan: de boel de boel gelaten. Even stoppen met het gezeur, de kinderen eigen regie gegeven. Het was inderdaad een puinhoop: papier, stiften, scharen, karton en potloden door het hele huis. Ze hadden in een grote doos geknipt, een deur en een raam gemaakt en dit allemaal mooi versierd. Het was prachtig geworden. Ze hebben twee uur zoet met elkaar gespeeld. En daarna? Hebben we met elkaar alles opgeruimd! Het was zelfs gezellig en als beloning voor het leuke spelen en het opruimen hebben we een ijsje gegeten. Wat ik heb gedaan in die twee uur? Ik heb een boekje gelezen, zomaar spontaan overdag. En het belangrijkste? Ik was even geen zeurmoeder. En dat voelde heerlijk!

Het is fijn om een man te hebben die soms met heerlijke nuchtere adviezen kan komen. Ik ga het vaker proberen, even alles loslaten en de boel de boel laten. Misschien komt mijn droom om een leuke ontspannen moeder te zijn dan toch nog uit.. 😉