3 december 2009 door Henk Boeke

Zwemles voor zorgenkinderen

Ook zorgenkinderen kunnen leren zwemmen! Van kinderen met een open ruggetje tot autistische kinderen of kinderen met een verstandelijke handicap.

Het kan soms erg ingewikkeld zijn om passende zwemles-oplossingen te vinden voor kinderen met beperkingen, maar meestal kan het wel. Het lastigste is dat ieder kind een eigen aanpak nodig heeft, waardoor het lang zoeken kan zijn voor een zwemleraar erachter is wat in een specifiek geval het beste werkt.

Toch zijn er wel wat algemene dingen over te zeggen. Een belangrijk uitgangspunt is bijvoorbeeld dat het kind plezier moet beleven aan de zwemles. En ook: dat complimentjes de beste motivatie zijn. Deze uitgangspunten – die overigens sterk met elkaar samenhangen – gelden altijd, voor elk kind. Of het nu wel of niet moet leven met een handicap.

Gedragsproblemen en verstandelijke beperkingen

Zwemles vindt doorgaans plaats in een groep, waarin ook kinderen zónder handicap zitten. Hoe werkt dat als je eigen kind gedragsproblemen heeft, of een (lichte) verstandelijke beperking? Meestal is dat geen probleem, mits de zwemleraar er maar goed mee omgaat. Die moet dan natuurlijk wel voldoende van de aandoening afweten, en zich kunnen verplaatsen in de belevingswereld van dit soort kinderen.

Belangrijk is dat de lessen vooral de eerste 5 minuten altijd exact hetzelfde beginnen. De kinderen weten dan precies wat ze kunnen verwachten, waardoor ze zich veilig voelen, en de kans op problemen kleiner is.

Ook is het belangrijk dat de andere kinderen op de hoogte zijn van de beperking. De zwemleraar moet dus gewoon zeggen dat het kind een ziekte heeft, waardoor het bepaalde dingen soms niet goed begrijpt. Of dat het kind soms niet snapt als iets een grapje is, waardoor het boos kan worden.

Structuur

Soms moet de zwemleraar trucjes verzinnen. Zo kun je een autistisch kind dat snel geneigd is te meppen, bijvoorbeeld leren dat het eerst drie keer "nee" moet zeggen. Aan de andere kinderen kan dan uitgelegd worden dat ze even afstand moeten nemen als ze zo'n kind "nee" horen zeggen.

In dit geval ligt de sleutel van het succes in de structuur die is aangebracht. Het verrassingseffect van het slaan wordt omgezet in een gestructureerde afspraak, waardoor het probleem hanteerbaar wordt.

Motorische beperkingen

Ook kinderen met een motorische beperking kunnen prima leren zwemmen. De meesten van hen kunnen een normaal A, B en C-diploma halen, wat erg belangrijk is voor hun gevoel van eigenwaarde.

Zo kunnen bijvoorbeeld kinderen met een open rug uitstekende zwemmers worden. Door een aangepaste zwemtechniek, waarbij ze alleen met hun armen drie zwemslagen maken en elke vierde slag gaan ademhalen, is een goed alternatief voor de schoolslag.

Omdat hun botten en beenspieren minder ontwikkeld zijn, hebben zij vaak een beter drijfvermogen dan andere kinderen. En in het water zijn ze dan net zo handig als kinderen die wél een beenfunctie hebben. Daardoor zijn ze ineens op hetzelfde niveau.

PGB

Een van onze lezers maakte ons erop attent dat een PGB voor zwemles niet vanzelfsprekend is. Het moet altijd via een omweg. Je mag het dan geen zwemles noemen, omdat zwemles geen AWBZ-voorziening is. Het kan wel via de omweg 'ondersteunende begeleiding bij vrijetijdsactiviteit'.