Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
10 september 2019 door Diana Badoux
Hoogsensitiviteit of hooggevoeligheid staat de laatste tijd volop in de belangstelling. Het is fijn dat media veel aandacht hebben voor hoogsensitiviteit, want dat is de enige manier om het begrip ervoor bij een groot publiek te vergroten. En hoe meer mensen weet hebben van deze karaktereigenschap hoe beter, toch?
Er wordt nog wel eens raar tegen hooggevoeligheid aangekeken. HSP’s (Highly Sensitive Persons), zoals hooggevoelige mensen ook wel worden genoemd, worden vaak beschouwd als aanstellers, zijn overgevoelig, doen moeilijk…. Niet zo leuk dus als je hooggevoelig bent. Vooral kinderen kunnen er last van hebben als ze zich een buitenbeentje voelen. Het liefst willen ze net zo zijn als andere kinderen.
Het is fijn dat media het onderwerp hooggevoeligheid oppikken en er aandacht aan besteden. Er is echter ook een keerzijde aan alle aandacht, omdat in ieder artikel dat over hooggevoeligheid gaat wel een HSP-test staat. En veel mensen gaan er vanuit dat de uitslag van zo’n test het bewijs levert dat je een HSP bent.
Bij testen zijn echter kanttekeningen te plaatsen. Meten zij wel wat zij beogen te meten? De vragen zijn vaak zo gesteld dat veel mensen zich er wel een beetje in herkennen. En hoeveel vragen moet je met ‘ja’ beantwoorden om jezelf hooggevoelig te kunnen noemen? De meeste vragenlijsten zijn gebaseerd op de HSP-test van Elaine Aron. Een Amerikaanse psychologe die baanbrekend werk heeft verricht op het gebied van hoogsensitiviteit. Haar test wordt vaak beschouwd als graadmeter om te bepalen of je een HSP bent. Maar de test van Aron blijkt vragen op te roepen, zo is bijvoorbeeld niet helder ‘vanaf welke score’ iemand hooggevoelig is en geven de vragen geen duidelijk beeld van wat hoogsensitiviteit nu precies is. De vragen zijn niet helder en daardoor zijn de antwoorden niet eenduidig. Op deze test wil ik niet verder ingaan omdat er inmiddels nieuwere tests zijn ontwikkeld. Ze zijn echter wel gebaseerd op de test van Elaine Aron.
De eerste is de test van Elke van Hoof (een psychologe en autoriteit op het gebied van hoogsensitiviteit). De vragen in deze test bestrijken drie gebieden: Emotionaliteit, Overprikkeling en Sensitiviteit.
Je kunt scores van 0 tot 5 geven op de vragen. Hoe hoger je scoort des te waarschijnlijker dat je een HSP bent. Waar de grens ligt tussen wel of niet hooggevoelig zijn wordt in deze test duidelijker, omdat er een rekenmodel wordt gebruikt dat aangeeft bij welke score je hoogsensitief bent. De kern van hoogsensitiviteit zit volgens van Hoof in de vragen die gaan over sensitiviteit. Dus over de diepe verwerking van prikkels (intern en extern) waardoor je een groot vermogen hebt om je te laten raken door het leven.
Ook Esther Bergsma, nog een autoriteit op het HSP-terrein, hanteert in haar vragenlijst vragen op verschillende vlakken: Fysiek, Emotionaliteit, Gevoeligheid voor nieuwe situaties, Sociale situaties, Intense verwerking, Zelfkritiek.
De intense verwerking van alle informatie die in het brein verwerkt wordt speelt ook hier een grote rol. Hier geen scores, maar hoe meer last je hebt van de zaken die in de vragen aan de orde komen, hoe waarschijnlijker het is dat je hooggevoelig bent. Om te bepalen of iemand hooggevoelig is wordt echter verder onderzoek nodig geacht. Een coach of andere professional raadplegen om uit te zoeken of er daadwerkelijk sprake is van hooggevoeligheid is daarom raadzaam. Met bovengenoemde tests hebben ouders een ‘tool’ om te onderzoeken of hun kind (of zijzelf) hoogsensitief zou(den) kunnen zijn.
Als je vermoed dat je kind hooggevoelig is betekent dat niet dat het er ook last van moet hebben. Hoe je er mee omgaat is belangrijker. Afhankelijk van genen, opvoeding en negatieve/positieve gebeurtenissen in de jeugd kan hooggevoeligheid veel invloed hebben. Maar dat werkt twee kanten op, zowel positief als negatief. Sensitiviteit is aangeboren; het is een vaardigheid om veel informatie uit je interne en externe omgeving te halen en die op een diep niveau in je brein te verwerken. Maar heb je een slechte opvoeding gekregen en heb je steeds te horen gekregen dat je te gevoelig bent en dat je je niet moet aanstellen, of ben je heel beschermd opgevoed doordat iedere prikkel bij je vandaan gehouden werd, dan heb je het later in het leven moeilijker om met je hooggevoeligheid om te gaan.
Heb je daarentegen een fijne opvoeding genoten en was de omgeving positief en heb je goede ervaringen opgedaan, dan heb je daar juist als HSP profijt van. Zelfs meer dan iemand die niet hooggevoelig is. Meestal ligt de focus in verhalen over hoogsensitiviteit op de nadelen ervan, maar er zijn zeker voordelen te noemen: een HSP kan zich meestal goed in iemand anders verplaatsen, heeft een creatieve geest, ziet verbanden die anderen niet zien, voelt zich betrokken bij leed van anderen en heeft een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Maar je bent natuurlijk niet alléén hooggevoelig en dé HSP bestaat niet. Iemand heeft tal van andere eigenschappen; je hebt humor, bent enthousiast, nieuwsgierig en nog veel meer.
Een test is vaak handig als eerste stap om te onderzoeken of een kind hooggevoelig is, maar er is meer onderzoek nodig dan slechts een test. Als ouder is het belangrijk het kind in ieder geval serieus te nemen in zijn hooggevoeligheid. Denk je dat je kind best eens hooggevoelig zou kunnen zijn omdat je merkt dat het zich anders voelt dan andere kinderen, intenser of heftiger reageert op dingen dan het gemiddelde kind en dat het diep nadenkt over alles dat het meemaakt? Lees dan een boek over hoogsensitiviteit of zoek iemand die jou of je kind kan begeleiden om te leren gaan met hooggevoeligheid.
Kinderen die hun hooggevoeligheid leren accepteren en het niet als last te zien, zullen als volwassenen deze mooie karaktereigenschap als kracht gebruiken.
coacht hoogsensitieve jongeren.