Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
1 juli 2015 door Frank Mulder
In de hyperrealiteit is alles beter en mooier dan in de weerbarstige werkelijkheid. Wat betekent dat voor de opvoeding? Mail & Win!
Ons leven speelt zich meer en meer af in een technische werkelijkheid. In de cocon van een geklimatiseerde auto, of in de trein met onze smartphone, gaan we naar werk of opleiding. Daar zitten we achter een beeldscherm of voor een smartboard, en drinken we koffie uit een machine. In de supermarkt liggen de groenten voorgesneden en voorverpakt in plastic zakjes.
Filosofen hebben hiervoor de term 'hyperrealiteit' bedacht. Letterlijk: boven-werkelijkheid. Het is een kunstmatige wereld die een soort verbeterde versie moet zijn van de natuurlijke werkelijkheid. Een wereld waarin alles optimaal is afgestemd op onze verlangens, en waarin we – vooral door het internet – zijn bevrijd van de grenzen van ruimte en tijd.
Ik vind 'hyperrealiteit' een mooie beschrijving van wat ik om me heen zie, en die me helpt bij het opvoeden van mijn kinderen. Zo kan ik de wereld uitleggen , die beter en echter moet zijn dan de natuurlijke wereld. Denk aan de mannen en vrouwen die er in de bladen zo begeerlijk uitzien, met dank aan Photoshop. Of aan de namaakhouten vloer die veel makkelijker te leggen is dan echt hout, makkelijker schoon te houden is, en er bijna nog natuurlijker uitziet ook. Of aan de kaaspizza, waarvan de verpakking vermeldt dat de kaas nepkaas is, gemaakt van palmolie. Lekker goedkoop maar toch met de beleving van kaas!
Sociale media zijn enorm krachtige dragers van deze hyperrealiteit. Zo heeft een kennis van mij 931 Facebook-vrienden, en plaatst ze foto's van haar reisjes over de wereld met haar knappe vriend. Toevallig weet ik dat ze soms dood wil. Maar dat kan ze moeilijk op Facebook zetten. Daar construeert ze haar identiteit zoals ze die zou willen zien. Een hyperidentiteit.
De hyperrealiteit is niet per se nep. Het is wel een wereld waarin de scheiding tussen echt en nep vervaagt. Een belangrijk kenmerk is bovendien dat er geen plaats is voor grenzen, ongemak of pijn. De 'weerbarstige werkelijkheid' komt verder van ons af te liggen naarmate we meer tijd doorbrengen in de hyperrealiteit.
Ik woon bijvoorbeeld in een buurt met veel migranten, bijstandsmoeders en werklozen. Ik kan er heel moeilijk mee connecten. Overdag zit ik achter mijn scherm, heb ik virtueel contact met mensen van mijn eigen sociale klasse, en bestel ik mijn spullen goedkoop aan de andere kant van de wereld (terwijl mijn overbuurman met zijn winkel failliet is gegaan). Als ik thuiskom, ben ik veel te moe om ook nog sociaal te doen. Bovendien heb ik daar – volgens het laatste tijdsbestedingsonderzoek – helemaal geen tijd voor. Want naast mijn huishoudelijke taken moet ik dagelijks ook nog: 169 minuten radio en muziek luisteren, 66 minuten bellen en digitaal communiceren, 18 minuten gamen, 31 minuten internetten, en 181 minuten tv-kijken. (Althans, als ik mij zou gedragen als de gemiddelde Nederlander. Volgens het genoemde onderzoek blijft er overigens maar 13 minuten per dag over voor vrijwilligerswerk.)
De natuur is het slachtoffer van de hyperrealiteit. Die komt steeds verder van onze belevingswereld af te staan. Ik ken de teleurstelling van sommige mensen als ze de modderige, gebochelde peentjes zien, die ik uit mijn moestuin haal. "Doe mij maar die gewone worteltjes uit de winkel," zeggen ze dan. "Die voorverpakte, die zijn lekkerder."
Ik sprak eens iemand van het ministerie van Landbouw die zich grote zorgen maakte. Hij zei: "Er komt een generatie aan van mensen die geen vijf plantensoorten meer kunnen herkennen. Ik ben bang dat die zó weinig weten van de natuur, dat ze haar op een dag gewoon afschaffen."
Maar wat is daar nou zo zorgelijk aan? Ik denk dat we de weerbarstige werkelijkheid nodig hebben voor onze identiteit. Om iemand te zijn, of iemand te worden. Hoe meer we leven in een goed georganiseerde, blinkende wereld, waar we geen natuur meer tegenkomen en ook geen lastige mensen, des te minder fundament we hebben om een stabiele en duurzame persoonlijkheid op te bouwen, die beperkingen aankan en die kan nadenken over wat er wel en niet toe doet in het leven.
Dit soort overwegingen helpt mij om keuzes te maken bij het opvoeden van mijn kinderen. Daarbij gaat het niet alleen over de vraag hoe goed of hoe slecht de invloed is van filmpjes op mijn kinderen. De vraag is veel breder: hoe kan ik mijn kinderen zo opvoeden dat ze zich kunnen verbinden met hun omgeving, met de weerbarstige werkelijkheid? Hoe kan ik ze meegeven dat de wereld niet zo maakbaar en gestroomlijnd is als de games die ze spelen?
Ik wil graag dat mijn kinderen leren omgaan met technologie, maar ook dat ze met één been buiten de technische wereld staan. Ik wil ze leren spelen met vriendjes die wat moeilijker in de omgang zijn. Ik neem ze mee naar plekken waar vluchtelingen zijn. Ik fiets met ze door de regen, om onze eigen worteltjes uit de grond te halen. Daar maken we dan een feest van. Want het gaat er niet om dat ik ze het leven zuur wil maken. Ik wil ze laten zien dat de wereld tussen alle moeilijkheden iets heel moois biedt: het goede, echte leven, met een plezier dat je in de perfecte hyperrealiteit nooit zult kunnen vinden.
studeerde geschiedenis van internationale betrekkingen. Hij is journalist voor onder meer: De Groene Amsterdammer, Trouw, Filosofie magazine en Kijk, en schreef eerder twee boeken over de economische crisis. Hij woont met zijn gezin in een woongemeenschap in een achterstandswijk. In zijn laatste boek, De Geluksmachine, beschrijft hij hoe de wereld in de hyperrealiteit steeds meer wordt omgebouwd tot machine. En waarom het goede leven buiten de machine te vinden is. U kunt dit boek winnen! Zie het naschrift hieronder.