Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

14 februari 2001 door Justine Pardoen

Opscheppen over gewone dreumesen

Van januari 1999 tot april 2001 verzorgde Ouders Online elke woensdag een halve pagina over 'opvoeding' in het dagblad Trouw, geïnspireerd op datgene wat er die week bij Ouders Online was voorgevallen. Het onderstaande artikel maakt deel uit van die serie.

Een baby is stom. Dat wil zeggen: hij zegt niets. Het moment waarop dat verandert, brengt dan ook als vanzelf een gevoel van grote trots teweeg bij zijn ouders. Hoe trots mag je zijn?

Erna is heel erg trots, want haar Ivo is nog geen twee en telt al tot tien, kan zeggen hoe hij heet en waar hij woont. Ook Lisette verbaast zich over wat haar dreumes al allemaal kan. Lisette: "Ze onthoudt alles. Laatst hadden we het tijdens het eten over Bert en Ernie die al sliepen. De volgende dag zei ze zomaar: 'Bet slape, Ernie slape'.



Zo slim zijn ze: anderhalf, nog kleiner dan een tafelpoot en al zo goed in staat om te zeggen wat ze willen. En vooral wat ze niet willen. Baby's van nu kennen al een boel kleuren, zingen feilloos 'k zag twee beren broodjes smeren' en hanteren de meervoud-regel al ('kijk mama, allemaal sneeuwen'). Ze snappen waar het geld naartoe moet ('in het spaarpotje'), leggen puzzels, doen spelletjes op de computer, en maken tussendoor een koprol. Ze praten al hele zinnen ('mama lief', 'papa werk' of andersom) en sommigen plassen zelfs al op het potje.

Gelukkig zijn er ook ouders die beseffen dat hun kind nog een lange weg te gaan heeft. Marinka: "Ze kan nog niet met mes en vork eten en niet uit een glas drinken. Dat vindt ze gewoon niet leuk genoeg en daarom doet ze het niet. En klimmen kan ze ook nog niet." Eerst gewoon twee worden en met voldoende stimulans en een zelfde portie geduld, leren ze het allemaal.

Maar voor het zover is, willen ouders gewoon lekker ongeremd kunnen vertellen over hun slimme dreumesen. Euforisch zijn ze bijna dat opscheppen mag, hier op het Forum van Ouders Online. In de praktijk kunnen ze hun trotse verhalen nauwelijks kwijt. Mensen met kinderen in dezelfde leeftijd zijn wel geïnteresseerd, maar interpreteren elk verhaal als een uitdaging om ertegenop te bieden. Onverbloemde jaloezie komen ze tegen. Tanja: "Er zijn moeders die het niet kunnen uitstaan dat hun even oude koter het verschil tussen een poes en een olifant nog niet ziet, terwijl mijn Leendert een halve dierentuin aan geluiden produceert."

Na een maand ongebreideld pochen is er toch plotseling iemand die de sfeer wreed verstoort: zou het niet zo kunnen zijn dat die slimme kinderen helemaal niet zo slim zijn? Maar dat ze gewoon wat woordjes papegaaien zonder dat er echt begrip achter zit? Het is niet goed om je kind het alfabet te leren alleen omdat jij dat leuk vindt. Het is niet goed om je kind 'kunstjes' aan te leren, vindt ze.

Kijk, daar heb je het: waarom mag je nu niet gewoon trots zijn zonder meer. Genieten zonder 'ja, maar'. Blij zijn met je kind, punt uit. Waarom wil altijd wel iemand er afbreuk aan doen?

Annette Schwarz, ontwikkelingspsychologe te Amstelveen: "Gewoon jaloezie, gevoed vanuit onzekerheid. Als je niet onzeker bent, kun je veel gemakkelijker gewoon blij zijn voor een ander." Veel interessanter vindt ze het aspect dat in de discussie een klassieke oppositie zichtbaar wordt. Schwarz: "Aan de ene kant zijn er mensen die vinden dat je je kind in alles zo veel mogelijk moet stimuleren en aan de andere kant zijn er mensen die ervan uitgaan dat het allemaal wel vanzelf komt. Zij zien stimuleren niet als het benutten van kansen voor de ontwikkeling van je kind, maar bijna als forceren van het kind vanuit een ambitie van de volwassene. Alsof je een tweejarige zou kunnen dwingen het alfabet te leren als het daar geen zin in heeft."

Het is duidelijk aan welke kant Schwarz zelf staat: "Het stimuleren van je kind is nooit slecht zolang je het ziet als het opvolgen van signalen die het kind zelf geeft. Als je tweejarige ineens 'rood' en 'groen' gaat zeggen bij het stoplicht, dan kun je twee dingen doen. Of je pikt het op en gaat aan de slag met het benoemen van kleuren in zijn omgeving, of je laat het liggen. Je merkt snel genoeg of het kind er open voor staat. Maar als je niets doet, is de kans groot dat zijn interesse daarvoor op dat moment weer verdwijnt. Zonder dat je die gevoed hebt en dat is op zijn minst jammer. Als een kind honger heeft, geef je het toch ook te eten?"

Ondanks de nare stemming in de discussie, zorgt Yolanda nog voor een verrassing: "Door het lezen van jullie berichtjes heb ik nu ontdekt dat mijn zoontje van 22 maanden ook al geïnteresseerd is in letters, cijfers en kleuren. Ik had het gewoon nog niet in de gaten." Yolanda weet nu wat haar te doen staat.

Lees ook: