6 april 2009 door Justine Pardoen

Nieuw label voor de Kijkwijzer: 9 jaar

De Kijkwijzer is uitgebreid met de leeftijdscategorie 9+. Justine Pardoen legt uit wat dat in de praktijk betekent, en schetst de ontwikkelingspsychologische achtergrond.

Met ingang van 1 januari 2009 is er een nieuw leeftijdsadvies toegevoegd aan de Kijkwijzer: 9 jaar. Hiermee reageert de Kijkwijzer op de vraag vanuit de praktijk, vooral als het ging om angstaanjagende effecten. De bestaande labels 6 jaar en 12 jaar bleken niet toereikend te zijn.

Het verschil tussen 6 jaar en 12 jaar bleek in de praktijk te groot. In een aantal specifieke gevallen werd af en toe al een 9-jaar-classificatie gegeven, omdat 6 jaar te laag was, terwijl 12 jaar duidelijk te hoog was.

De bekendste gevallen waarin al vooruitgelopen werd op de invoering van 9 jaar waren Harry Potter en de gevangene van Azkaban en De Griezelbus, beide vanwege het aspect 'angst'. Veel ouders waren daar blij mee: 9 jaar paste duidelijk beter bij die films dan 6 (te laag) of 12 (te hoog). Ook de filmdistributeurs waren tevreden: 6 jaar was te laag, maar een film pas toelaten vanaf 12 jaar sluit een grote groep kinderen uit.

Heeft een film dus het label 9 jaar, dan staat er ook het pictogram voor angst bij (het spinnetje) en dan betekent dat: deze film is mogelijk schadelijk voor kinderen onder de 9 jaar, op basis van angstaanjagende elementen.

Televisie

Leeftijdsclassificaties hebben ook gevolgen voor de uitzendtijden op televisie. Een film met het stempel 12 jaar mag niet voor 20:00 uur worden uitgezonden, maar films met 6 en 9 mogen dat wel.

De toevoeging van de categorie 9 jaar betekent dus niet dat Kijkwijzer strenger of minder streng wordt, maar laat zien dat het systeem kan inspelen op nieuwe inzichten en wensen. Hoewel al enkele bioscoopfilms het leeftijdsadvies 9 hebben gekregen, zal de invoering op televisie pas echt merkbaar zijn in de loop van dit voorjaar.

De ruim 200 codeurs die de Kijkwijzer-classificaties moeten uitvoeren, werken bij de omroepen en de bedrijven die films en dvd's distribueren. Eind vorig jaar zijn ze allemaal getraind in het hanteren van de nieuwe classificatiesystematiek.

Waar komt die grens van 9 jaar vandaan?

Een belangrijke reden voor de invoering van de nieuwe grens van 9 jaar komt uit de wetenschappelijke hoek van de ontwikkelingspsychologie. Die leert dat kinderen rond hun 6e jaar, bij de overgang van kleuter naar kind, beginnen met het herkennen van de onechtheid van animaties en tekenfilms. Vandaar dat die grens van 6 jaar zo belangrijk is.

Rond het 9e jaar is er opnieuw een belangrijk omslagpunt. Dan beseffen kinderen dat elke mediaproductie een maaksel is, een product van menselijke creativiteit. Pas dan wordt voor hen duidelijk dat realistische fictie en niet-realistische fictie verschillende dingen zijn: ook al ziet iets er erg realistisch uit, het blijft een verzinsel. En dan beginnen ze te begrijpen én te doorvoelen dat angstaanjagende dingen tegelijk eng én leuk kunnen zijn.

Vanaf een jaar of 9 kunnen kinderen gemiddeld genomen ook redelijk goed lezen en kunnen zij, beter dan kinderen tussen 6 en 9 jaar, zelf verbanden leggen en logisch redeneren over de inhoud van media. Deze ontwikkeling kun je ook zien aan de manier waarop hun kijkgedrag verandert.

Zo hebben kinderen tussen 6 en 9 jaar nog veel belangstelling voor typische kinderprogramma's, terwijl kinderen van 9 jaar en ouder steeds meer belangstelling krijgen voor programma's die voor een meer volwassen publiek bedoeld zijn.

Hoewel kinderen vanaf hun 9e dus wel begrijpen dat alle fictie – dus ook de realistisch uitziende films – gemaakt en dus niet echt is, wil dat nog niet zeggen dat zij alles wat ze zien ook kritisch beoordelen. Kinderen vinden realistische fictie dan namelijk nog wel een geloofwaardige weergave van de werkelijkheid. Pas vanaf het 12e jaar kunnen kinderen ook voldoende afstand nemen van de meeste realistische fictie-producties.

Hoe wordt 'angst' beoordeeld?
Angsteffecten worden bij jonge én oudere kinderen opgewekt door een aantal elementen:

  • angst kan optreden door het zien van enge dingen;
  • maar angst kan ook optreden door het zien van anderen die angstig zijn;
  • daarnaast kan angst worden vergroot door elementen die een voorbode zijn van een angstige situatie.

De angsteffecten kunnen toenemen of afnemen naarmate de personages en de situatie als echt of onecht worden beleefd.

Hoewel kinderen van verschillende leeftijden dus van verschillende dingen bang worden, kun je in het algemeen zeggen dat de meer intense angstsituaties een groter effect hebben, net als de meer realistische situaties, waar kinderen zich goed in kunnen inleven.

In de classificatiesystematiek van de Kijkwijzer wordt rekening gehouden met de vaardigheid van kinderen om filmbeelden te interpreteren. Hoe ouder ze zijn, hoe gemakkelijker ze kunnen nadenken over wat ze zien, waardoor ze emotioneel afstand kunnen nemen. Daardoor verminderen de angsteffecten. Er wordt dus rekening gehouden met hoe echt of onecht de personages of de situatie weergegeven worden.

Invoering nieuwe leeftijd

Met ingang van 1 januari 2009 worden alle nieuwe producties, oftewel de producties die voorheen nog niet geclassificeerd waren, met de nieuwe criteria geclassificeerd. Doorlopende tv-series worden met ingang van het nieuwe televisieseizoen, dus na de zomer, geclassificeerd.

Alle classificaties van voor 1 januari 2009 mogen ook na 1 januari 2009 nog gebruikt worden. Niet alle classificaties worden dus herzien vanwege het nieuwe systeem. Herclassificering van bestaande producties mag en kan wel, maar het hoeft niet.

Uitzendtijden op tv

Er zijn geen wettelijke beperkingen voor uitzendtijden van producties met een 9-jaar classificatie. Toch is afgesproken dat de omroepen zich inspannen om programma's met de leeftijdsclassificatie 9 jaar niet uit te zenden, onmiddellijk voor of na programma's die specifiek bedoeld zijn voor de jongste kinderen tot 6 jaar. Daarbij wordt gestreefd naar een interval van 5 minuten of langer.

Meer informatie