3 augustus 2020 door Marisa

Mijn verhaal: ik kreeg PTSS na mijn bevalling

Als nuchter Zeeuws meisje had ik nooit gedacht dat ik 8 maanden na mijn bevalling de diagnose PTSS zou krijgen. Ik wist niet eens dat je dit kon krijgen als gevolg van een bevalling. Van postpartum depressie had ik nog weleens gehoord, maar PTSS hoorde tot die dag voor mij altijd bij soldaten die uit een oorlogsgebied kwamen. Nu heb ik geleerd dat elke stressvolle ervaring of trauma kan leiden tot PTSS, zo ook een bevalling. Vanaf de dag van mijn diagnose moest ik met deze realiteit leven, ook al vind ik het nog steeds raar om te zeggen, maar ik heb PTSS.

De bevalling

Mijn bevalling liep zoals de meeste bevallingen allesbehalve zoals dat ik het gepland had. Wat een mooie, rustige en stressvrije bad bevalling moest worden, werd het praktisch het tegenovergestelde. Mijn bevalling begon met een weeënstorm. Ook mijn ontsluiting wilde niet vorderen en liep na een tijdje ook nog eens terug, omdat ons meisje er niet goed voor lag. Dus besloot ik over te gaan tot mijn enige optie van pijnstilling de ruggenprik. Na lang wachten, een extra dosis wee-opwekkers, en meerdere gesprekken over een mogelijke keizersnede, ging het toch ineens razendsnel. Het hartslagje van mijn meisje daalde al regelmatig, maar toen deze niet meer terug omhoogkwam, werden mijn benen in de beugels gehesen en werd mij verteld dat ik moest gaan persen. Ik dacht dat het een grapje was, want mijn ruggenprik stond nog aan en ik had geen persweeën, maar het was geen grap. Al snel kwam de gynaecoloog binnen. Gelijk nadat ze vertelde dat ons meisje nu zo snel mogelijk geboren moest worden, ze een grote knip zou zetten en een vacuümpomp, deed ze dit. Met één tractie werd ons meisje geboren. Helaas ademde ze niet en was een levenloos, grauw propje, wat snel bij mij werd weggehaald om geholpen te worden met ademen. Twee minuten duurde het…twee hele lange minuten. Minuten waarin ik oprecht dacht dat het weleens heel goed zou kunnen dat mijn kleine baby’tje het niet zou overleven en ik het ziekenhuis zonder haar zou moeten verlaten. Gelukkig krijste ze het na twee minuten uit. Maar deze twee minuten en haar grauwe levenloze lijfje staan zo op mijn netvlies gebrand en de stress van deze minuten is nog altijd in mijn lijf opgeslagen.

Mijn verlofperiode

Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis kreeg ik een gesprek met een maatschappelijk werker, omdat het personeel in het ziekenhuis ook inzag dat dit een heftige ervaring voor mij was. Dit gesprek heeft mij zeker geholpen en toen de maatschappelijk werker na ruim een week mij thuis nog eens belde om te vragen of het goed ging en ik nog behoefte had aan gesprekken, dacht ik oprecht dat dit niet nodig was. Ik voelde mij namelijk goed, had na ruim een week mijn bevallingsverhaal al vaker verteld en ik kon ondertussen dit hele verhaal vertellen zonder te huilen. Ook de maatschappelijk werker was positief en zo eindigde ons gesprek.

De weken daarna vlogen voorbij waarin ik mij volledig stortte op de zorg voor mijn kleintje. Zij vond de wereld nog niet zo’n leuke plek, waardoor ik er voor kon zorgen dat ik de hele dag druk was, zonder ook maar één minuutje rustig met mijn gedachten te hoeven zijn. Tot mijn meisje na ruim drie maanden beter begon te slapen en zich beter begon te voelen, en er dus af en toe ruimte kwam om stil te staan. In diezelfde periode was de laatste terugkomdag van mijn Centering Pregnancy van de verloskundige, waarbij alle kersverse mama’s bij elkaar zouden komen en bevallingsverhalen zouden delen. Zo’n twee weken daarvoor begonnen achteraf gezien mijn eerste klachten zich te ontwikkelen. Mijn gedachten stonden niet meer stil, ik kon niet goed slapen, had nergens zin in en kreeg last van huilbuien. De twee nachten voor deze meeting heb ik bijna niet geslapen, omdat ik alleen maar dacht over hoe ik mijn verhaal zou vertellen en wat mensen mogelijk zouden kunnen vragen en wat ik daar op zou antwoorden. De gedachtenstroom in mijn hoofd werd te groot om nog in slaap te kunnen vallen en ik was ontzettend in paniek.

Aangekomen bij de verloskundige praktijk, zag mijn verloskundige gelijk dat het niet goed met mij ging en verwees mij door naar een bevallingsverwerkingscoach. Ik heb die dag alsnog mijn verhaal kunnen vertellen met veel tranen, en een paar weken later zat ik bij deze coach in huis om daar te werken aan de verwerking van mijn bevalling. Dit gesprek heeft mij toendertijd erg geholpen. Het was een lange ochtend van ruim drie uur, maar hierna voelde ik me een stuk beter, stopte de gedachtenstroom en kon ik weer verder genieten van mijn kindje. Toch maakte ik in dezelfde week een afspraak bij de huisarts, omdat het mij nog niet lekker zat en ik het idee had dat ik meer nodig had dan één gesprek. Ik was mezelf niet meer en nu ik nog in mijn verlof zat had ik alle tijd om dit aan te pakken, dus ik wilde alles inzetten wat mogelijk was. De huisarts zag de noodzaak echter niet en vertelde mij dat alle nieuwe moeders zich zo voelden, maar stuurde me voor de vorm toch door naar de praktijkondersteuner van de GGZ. Een paar weken hierna ging ik naar deze praktijkondersteuner, maar deze nam me net zoals de huisarts niet serieus. Alle nieuwe moeders voelden zich zo volgens haar en ik moest gewoon meer tijd voor mezelf vrij maken. Een week later had ik voor de eerste keer een paniekaanval.

Terug naar werk

Na 6 maanden ging ik terug aan het werk en zoals bij waarschijnlijk elke moeder viel me dit zwaar. Mijn kleine meid begon opeens steeds een beetje slechter te slapen en met de weken die voorbij gingen werd ik steeds moeier. Ook zat ik steeds minder lekker in mijn vel en de gedachtenstroom in mijn hoofd begonnen weer. Ik viel steeds slechter in slaap en werd ook vaker wakker in de nacht, ook zonder dat het door mijn meisje kwam. Op de fiets naar werk kon ik mijn gedachten ook niet stilhouden, en om ervoor te zorgen dat ik zo min mogelijk met mijn gedachten alleen was ging ik mezelf continue bezig houden. Nu ben ik sowieso niet goed in stilzitten, maar nu vermeed ik dit onbewust kostte wat het kost, want dan zouden mijn gedachten weer beginnen en dat kon ik niet aan. Ik durfde ondertussen niet meer alleen de supermarkt in omdat ik altijd een paniekaanval kreeg, en ook op andere drukke plaatsen kreeg ik hier vaker last van. Op verjaardagen of afspraken met groepen vrienden verdween ik steeds meer op de achtergrond, omdat de hoeveelheid prikkels gewoon te groot werd en ik zoveel moeite had met het volgen van de gesprekken. Nadat ik dit besproken had bij het consultatiebureau schreven zij een brief naar mijn huisarts om aan te geven dat zij vonden dat ik hulp nodig had. Niet veel later ging ik terug naar de huisarts met deze brief onder mijn arm. Deze keer kreeg ik binnen drie minuten de diagnose PTSS van hem en raadde hij mij EMDR therapie aan bij een psycholoog.

Wat is PTSS?

Wat is een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) nu precies? Mij is uitgelegd dat PTSS een angststoornis is die kan ontstaan na het meemaken van een traumatische gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld dus een bevalling. De meest kenmerkende symptomen van PTSS zijn herbelevingen, vermijden van situaties die je herinneren aan de traumatische gebeurtenis en verhoogde prikkelbaarheid. In de postpartum periode wordt PTSS vaak verward met een postpartum depressie (PPD). Toch onderscheidt een bevallingstrauma zich voornamelijk door de herbelevingen, verhoogde alertheid en schrikreacties.1 In afbeelding 1 zijn de verschillende symptomen te zien van PTSS en PPD en waar deze overlappen, maar ook is er bijvoorbeeld overlap met burn-out klachten.

Afbeelding: De symptomen van PPD in het paars en de symptomen van PTSS in het lichtblauw. De overlap tussen de symptomen van PPD en PTSS zijn weergegeven in het midden donkerblauwe gedeelte.

Behandeling PTSS

Een bewezen zeer effectieve behandeling van PTSS klachten is EMDR (Eye Movement Desensitisation and Reprocessing). Bij zo’n EMDR sessie ga je aan de slag met 1 concrete herinnering. Wanneer jouw ervaring uit meerdere verschillende facetten bestaat, behandel je deze in aparte sessies. Het uitgangspunt van EMDR is dat je eerste deze traumatische herinnering oproept en vervolgens, terwijl je aan deze herinnering denkt, zijwaartse oogbewegingen maakt door bijvoorbeeld de vinger van de therapeut te volgen die voor je ogen heen en weer gaat, of een balletje dat op een scherm heen en weer beweegt. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat de emotionele lading, het scherpe randje, van deze herinnering af gaat. Dit wordt net zo lang herhaald tot deze herinnering helemaal geen stressreactie meer geeft.

Meer informatie kun je terugvinden op de site van www.stichtingbevallingstrauma.nl

Na de diagnose

Een week na de diagnose van de huisarts trok ik alle prikkels ook niet meer op werk. Ondanks dat ik wist dat ik niet lekker in mijn vel zat, sloeg deze diagnose in als een bom en werd alles in één klap nog een stuk erger. De volgend week werkte ik nog maar twee uurtjes per dag op de drie dagen die ik werkte, en daarvan was ik helemaal kapot. Maar stoppen met werken en stilzitten wilde ik absoluut niet! Ik wilde geen rust, want dan zouden mijn gedachten en daarmee de paniek de overhand krijgen. Ik wilde alles behalve dat.

In deze gekke tijden van Corona duurde de wachttijd voor een afspraak bij de psycholoog iets langer dan gemiddeld voor mijn regio. Ook moest mijn werk als docent opeens vanuit huis plaatsvinden en was een vervangende docent regelen een stuk lastiger. Ik bleef dus 80% werken vanachter mijn laptop. Het voordeel hiervan was dat dit scheelde in de hoeveelheid prikkels en dit dus op deze manier een stuk beter vol te houden was. Ook werden mijn EMDR sessies via videobellen gehouden. Na een sessie was ik diezelfde avond en de dag daarna ziekjes en kon ik helemaal geen prikkels aan voor ruim 2 dagen. Ik vond de sessies erg heftig en zwaar, maar ik merkte ook dat ik steeds beter naar mijn bevalling kon terugkijken zonder compleet in paniek te raken. Het hielp dus wel, dus zette ik door. Ondanks dat het een erg zware periode was met therapie, mijn man en ik die werkten vanuit huis en een kleine meid van 9 maanden die ontzettend slecht sliep en heel veel aandacht nodig had overdag, ben ik er doorheen gekomen. Sommige dingen moeten eerst slechter worden voordat ze beter worden, toch?

Hoe gaat het nu?

Op het moment dat ik dit schrijf ben ik één maand klaar met mijn EMDR therapie. Ondanks dat deze therapie me veel gebracht heeft, zijn mijn klachten nog niet verdwenen. Het gaat beter, maar ik ben nog niet waar ik zijn wil. Ik heb afgesproken met de psycholoog dat ik aankijk hoe het gaat nu ik weer wat beter slaap in de nachten, omdat mijn dochtertje dit ook doet. Als dit niet binnen één maand ervoor zorgt dat mijn klachten verdwijnen, gaan we verder kijken. Zelf denk ik door de ervaringen van de afgelopen weken, dat ik er nog niet ben. Zo merkte ik dat mijn gedachten weer gingen malen, ik huilbuien kreeg en af en toe zelfs weer de paniek toesloeg. Zoals bijvoorbeeld toen mijn dochtertje haar eerste verjaardag vierde laatst, en alles precies één jaar terug gebeurde en er daarmee zoveel was om te herinneren. Maar ook toen ik laatst bij de tandarts zat in de stoel, raakte ik binnen een halve minuut helemaal overprikkeld en in paniek. Ik denk door het “ziekenhuis-sfeertje”, maar zeker weten doe ik dat niet. Dit zijn voor mij hints dat ik nog niet alles verwerkt heb. Misschien komen de andere iets kleinere pijnpunten nu aan het licht, doordat het grootste pijnpunt van mijn bevalling is behandeld.

Ik ga nu eerst genieten van vakantie en rust, en dan kijk ik of ik verdere hulp nodig heb. Het is ook niet niets PTSS. Ondanks dat ik het lastig vind en ermee worstel, moet ik mezelf de tijd gunnen om hiermee om te gaan en het te verwerken. Lief zijn voor mezelf is het belangrijkste en eigenlijk het allerbelangrijkste wat elke mama voor zichzelf kan doen! En als daarbij een beetje hulp van iemand anders nodig is, dan is dat niets om je voor te schamen. Die hulp is er niet voor niets, en dat die hulp bestaat laat al zien dat je niet alleen bent. Zo zie ik het maar en dat maakt dat ik me alweer een stuk minder alleen voel.

 

Lees ook: