Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
23 september 2013 door Lydia Rood
Kinderboekenschrijfster en verhalenbedenker Lydia Rood vertelt hoe zij kinderen aan het spelen kan krijgen. En hoe jij dat ook kunt!
Haar gouden tip: "Verlies je kinderen af en toe eens een paar uur uit het oog. En vraag daarna niet te nauwkeurig wat ze hebben uitgespookt. Gun ze de ruimte om dingen uit te proberen die gevaarlijk zijn, of niet helemaal door de beugel kunnen. Gun ze hun geheime avonturen. Ze snakken ernaar!"
"Zelf weten hoe laat je naar bed gaat."
"Geen ouders die steeds zeggen wat je moet doen."
"Zelf beslissingen nemen."
"Gevaarlijke dingen doen."
Dat zijn de antwoorden die kinderen geven als ik ze vraag wat er zo leuk is aan Drakeneiland, het verzonnen eiland waar kinderen de baas zijn. Ik heb er een serie boeken over geschreven, waarover ik vaak praat op de basisscholen die ik bezoek.
Allemaal willen ze zelf ook naar Drakeneiland. En dus doen we dat. Ze kunnen met mij mee naar het echte Drakeneiland.
In de speciale Drakeneiland-kampen laat ik kinderen helemaal los. Twee dagen lang moeten ze (schijnbaar) zonder toezicht alles zelf oplossen. Ze krijgen meel, olie en suiker, en weten toch echte maaltijden klaar te krijgen.
Maar er vallen ons ook dingen op die ze niet kunnen. Er is volop materiaal aanwezig om vliegers te maken, hutten te bouwen, pizza's te bakken, en katapulten te fabrieken. Maar ze komen niet op het idee om het klaarliggende gereedschap te gebruiken. Palen en planken zien ze niet als dingen waar je iets mee kunt. En er zijn klimbomen zat, maar de kinderen lopen eraan voorbij.
Zijn dat suffe stadskinderen? Niet speciaal. Het zijn hoe dan ook lezertjes, dus ze hebben verbeeldingskracht genoeg.
Wat die kinderen in hun dagelijks leven tekortkomen is, denk ik, de ruimte en de tijd om zelf dingen uit te proberen. Alles in hun leven is afgepast en gereguleerd: een uurtje gamen, een uurtje televisie, een uurtje voetbaltraining en een uurtje circusclub. Hijgen, zweten, klappertanden en schateren - wanneer doen ze dát nog?
In hun eentje ergens heen fietsen is gevaarlijk (kinderlokkers!) en soms nat en koud. Maar op de achterbank kunnen ze lekker met hun gameboy of telefoon blijven pielen, zodat ze hun comfortzone geen minuut uit hoeven.
Tegenwind, kou, angst: ze leren het allemaal niet kennen. Appeltjes jatten en rennen voor je leven: er is geen tijd voor. Een sporadische boomhut is door papa getimmerd, of door een mannetje uit Polen, er liggen rubberen tegels onder het klimrek zodat zelfs een geschaafde knie zeldzaam is.
Maar diezelfde kinderen kunnen ook een heleboel wél: ze kunnen heel snel informatie opnemen en die in één oogopslag overzien, want dat leren ze van hun games. Ze hebben een groot vermogen om visuele informatie te duiden en om gevaar te zien aankomen. Ze kunnen razendsnel beslissingen nemen; het gamen vergroot hun concentratievermogen. En dat gedoe met die telefoons is zo autistisch nog niet. Kinderen van nu zijn gewend aan samenwerken, zowel op school als bij het gamen, en ze hebben grote communicatieve vaardigheden.
Wel kunnen ze een beetje hulp gebruiken bij het opnieuw leren spelen. Door het fysieke spel en games aan elkaar te koppelen, verruim je hun leefruimte en spreek je ze aan op behoeften die met louter pixels niet worden bevredigd. Zweten, hijgen, schateren en huilen hebben hun nut. Een hart moet niet alleen bonken van spanning, maar ook van inspanning, angst, hoop en plezier. Dat is gezond.
Ik geef een voorbeeld uit mijn praktijk als verhalenbedenker. (Vroeger noemde ik me schrijver, maar daar kom je er nu niet meer mee.) Ik beschrijf het verschijnsel eerst zoals het zich aan kinderen voordoet, en geef dan een kijkje achter de schermen. Vervolgens geef ik aan wat je ermee kunt, en hoe je zelf zo’n transmediale werkelijkheid zou kunnen scheppen.
Er is iets dat 'De Beweging' heet. Die manifesteert zich op een website, en blijkt dan te bestaan uit een online community van kinderen. Wat hen bindt is dat ze van bewegen houden. Er is een game waarin je dansbewegingen maakt voor een webcam (je bent alleen voor jezelf te zien). Hoe meer punten je haalt, hoe meer bewegingen (moves) je kunt kopen. En hoe meer moves je hebt, hoe sneller je omhoog schiet in de game.
Je kunt ook een dansje filmen en op de site zetten. De Dansmeester kan jou als dank uitnodigen voor een workshop, live, in het echt dus. Een geweldige eer die al aan één jongen te beurt is gevallen, blijkens een filmpje op de site.
Intussen kun je andere Bewegers werven op het schoolplein. Je kunt battles organiseren, of misschien zelfs een dance mob. Je kunt de Beweging dan zien groeien, niet alleen op het forum waar je berichtjes uitwisselt, maar ook om je heen.
Op het forum ontdek je dat er ook een boek is geschreven over de Beweging: Dans! Dans! Een paar Bewegers van het eerste uur komen in dat boek voor. Je kunt berichtjes met hen uitwisselen op het forum. Elke hoofdpersoon in het boek bestaat dus echt, net als de Beweging zelf.
Naar aanleiding van Dans! Dans! neem ik de kinderen bij schoolbezoeken mee naar de web-omgeving van de Beweging. Ik laat de klas zien dat ik zelf actief ben op het forum, en toon ze het profiel van de hoofdpersonen van mijn boek. Ik vertel dat Ruthie eigenlijk Ruth heet en dat ik haar heb uitgekozen omdat de Beweging zo belangrijk is in haar leven. Geen woord van gelogen. Het feit dat het ‘echt’ is, maakt de kinderen zeer geïnteresseerd in het boek.
Met de groep doe ik een dansspel op de muziek van de Beweging, een combinatie van steen, papier, schaar en de aloude stoelendans. Ook de niet-lezers raken verknocht aan de Beweging als de halve klas staat te dansen. Van iedere groep zie ik later een paar kinderen terug op het forum.
Achter de glamourwereld van de beweging schuilt een mysterie dat kinderen zelf kunnen ontrafelen. Wie zit er achter de Beweging? Voer voor nerds! Andere kinderen komen erachter in deel 2 van de boekenserie, waarin gebruik wordt gemaakt van wat kinderen delen op het forum.
De werkelijkheid die zo wordt geschapen, is tegelijk echt én fictie. Alles wat kinderen zelf bijdragen, voedt de fictie, en de fictie jaagt de werkelijkheid aan. De Beweging is zo echt als maar kan, geen kind zal eraan twijfelen.
Zoals e-books in wezen boeken blijven, zijn ook games eigenlijk traditionele spelletjes. Maar er is een echte revolutie op komst. Er komt nu een hele generatie studenten van de kunstopleidingen die transmediaal kan denken, waarbij gespeeld wordt met de grenzen tussen media en de echte wereld.
Nu al worden er apps ontworpen die de fysieke werkelijkheid koppelen aan de virtuele, die games vertalen in iets wat je met je vrienden thuis kunt doen, die film- en boekenverhalen vertalen in spel. Apps die aan een tv-serie hangen en je in spelvorm meeslepen naar een event. Je kunt het zo gek niet bedenken.
Deze generatie ontwikkelt een nieuwe vorm van verhalen vertellen: die van het spel. En dat spel doet zich niet voor als fictie, maar het vermomt zich als echt, als werkelijk. En zo gaat spelen ook voor volwassene voelen zoals je dat als kind ervoer: als een extra-intense werkelijkheid. Mijn beste jeugdherinneringen zijn die aan de dagen dat ik in een boom woonde.
Waar komt die trend vandaan? Niet alleen uit de technologische ontwikkeling. Nee, een kind dat gewend is aan knoppen onder zijn vingers, neemt geen genoegen meer met een passieve rol. Als het zit te lezen, is zijn verbeeldingskracht zeer actief, maar zijn lichaam niet. Een kind wil van nature iets dóén. Uiteindelijk is dat armoedige gehannes met zo’n console te beperkt; het spreekt niet alle zintuigen aan. Het kind wil meer, verlangt naar een rol in een zinvol, rond verhaal.
En daarmee is de stap gezet naar het rollenspel en LARP (live-action role playing). Vroeger heette dat: fantasiespelletjes. En dan was jij de prinses... Een vorm van spelen die de behoefte aan echte beleving vervult, die fysieke prikkels bevat en emotionele betrokkenheid oplevert. Een spelvorm die daarom aantrekkelijker wordt naarmate we meer pixels verzwelgen. Volwassenen zijn er al decennia dol op; geen stadsjubileum zonder potsenmakers en honingkoekverkoopsters; geen zomer zonder ridderspelen.
Maar op den duur gaat alles vervelen als er geen verhaal in zit. Het is een soort verstoppertje, een half uur leuk en daarna wil je weer wat zinvols doen. En dan kwam ik jou roven...
1. Voor jonge kinderen kun je scherven, munten en één mooie ring in je tuin begraven. Een verloren ring natuurlijk. Zoek een filmpje met een bijpassend zielig verhaal, en zet dat ‘toevallig’ op als ze op de bank hangen. En zet de kinderen dan later aan het werk in de tuin. Daar doen zij een geweldige vondst! Laat ze hun eigen keuze maken: zijn ze nu rijk? Of moet jij de ring aan de eigenaar teruggeven?
2. Nog makkelijker is het als je uitgaat van een bestaande verhalen-app, bijvoorbeeld Princess Fairy Tale Maker. Nadat de kinderen hun eigen karakters hebben gemaakt, en vertrouwd zijn met de omgeving en de verhaallijnen die ze hebben gekozen, raap je de bijbehorende kostuums bij elkaar en kies je een gelijksoortig gebied. Daar zet je een simpele speurtocht uit. De verklede kinderen zullen de rol aannemen die ze hebben bedacht met behulp van de app, en een geweldig avontuur beleven.
3. En geocaching natuurlijk! Mits jij het verstoppen op je neemt, en zolang het maar over een zak goud gaat, die een bozerik heeft afgepikt van een onschuldig weesmeisje, dat nu de rest van haar leven in armoede moet zwoegen, tenzij jouw kinderen haar redden... Maak geheimzinnige videoberichtjes, stuur opdrachten, puzzeltjes of spelletjes waarvan de uitkomst een aanwijzing is. (Ga dus bij het uitzetten van de speurtocht uit van de goede antwoorden.) Kinderen van een jaar of 8 laten zich volkomen meesleuren door de fictie, terwijl ze onvermoeibaar door het bos draven.
4. Neem je kinderen van rond de 10 jaar mee het bos in, en laat ze daar achter. Vinden ze de parkeerplaats terug met hun GPS? Zo niet, dan kunnen ze aanwijzingen verdienen door het oplossen van opdrachten (geef ze een telefoon mee en gebruik bestaande apps). En wie is eigenlijk die griezelige vrouw in die boerka die hen achtervolgt? Natuurlijk heb je juist de vorige avond Hans en Grietje voorgelezen... (voordat je de boerka in je handtas verborg).
5. Iets minder simpel is de vossenjacht, vooral geschikt voor 12-plussers. Neem een video of een boek als basis voor het verhaal, bijvoorbeeld De Hongerspelen, en kies een paar personages uit. Laat je kinderen zich verkleden als de helden in het boek. Personages langs de kant van de weg kunnen raadsels en spelletjes opgeven die nodig zijn om verder te komen. Werk met (dwaal)sporen, koop bij de feestwinkel nepbloed om aan bomen te smeren - dan zitten er wolven achter elke boom! Geef de kinderen verschillende voorwerpen mee die alleen gecombineerd nuttig zijn. (Met een zaklamp, een leren zakje, een steen en een flesje spa blauw kun je water koken. Mits je op internet kunt vinden hoe dat moet. En mits je kunt samenwerken.) Bouw ook opdrachten in. Zoals: een ballon - waarin een aanwijzing zit - kapotschieten met pijl-en-boog. Zo komen ook fysieke vaardigheden aan bod.
is kinderboekenschrijfster en verhalenverteller. Zie verder: www.lydiarood.nl