Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
2 augustus 2012 door Yoeke Nagel
Wat is co-ouderschap en hoe pak je het aan? Yoeke Nagel schreef er een boek over. Hier een samenvatting van de belangrijkste adviezen.
Steeds meer scheidende ouders kiezen voor co-ouderschap, waarbij ze niet alleen het ouderlijk gezag houden, maar ook de verzorgende taken blijven delen. Meestal betekent co-ouderschap dat de kinderen een deel van de week bij de moeder wonen en een deel van de week bij de vader.
Soms is het mogelijk dat de kinderen in hetzelfde huis blijven en dat de ouders daar beurtelings een paar dagen zijn om voor ze te zorgen. In de praktijk is dat een duurdere oplossing, omdat er meestal drie woonruimtes voor nodig zullen zijn, in plaats van twee.
Laten we even uitgaan van de meest-voorkomende situatie, dat de kinderen moeten pendelen tussen twee adressen. Dan is het belangrijk dat de co-ouders op redelijke afstand (niet te ver) van elkaar gaan wonen, zodat de kinderen uiteindelijk zelfstandig van de ene naar de andere ouder kunnen gaan. Bijvoorbeeld met de fiets of met de bus.
Zeker als de kinderen wat ouder worden, zullen ze af en toe behoefte hebben om snel een bezoek aan de andere ouder te brengen, bijvoorbeeld omdat ze iets belangrijks vergeten zijn in het andere huis. Geef de kinderen hier voldoende vrijheid in, maar blijf wel zorgen voor goed overleg en duidelijke afspraken.
Sta in geen geval toe dat het kind naar de andere ouder verdwijnt om een ruzie of een standje te ontlopen. Het is belangrijk dat onenigheid wordt uitgepraat met de ouder waar het probleem is ontstaan.
Vooral in het begin kan het kind de andere ouder erg missen. Bij jonge kinderen zal dat gemis na 1 à 2 dagen snel zakken. Soms helpt het om even telefonisch contact te hebben. En soms zal de andere ouder misschien even moeten langskomen om een welterustenkusje te komen geven. Het is wel verstandig om zo'n ritueel snel af te bouwen, zodat het kind helemaal thuis kan zijn bij de ouder waar hij op dat moment is.
Zorg in ieder geval dat de kinderen een eigen plekje hebben bij beide ouders, liefst in de vorm van een eigen kamer. Als ze jong zijn, wisselen ze om de 3 à 4 dagen van huis. Vanaf de puberteit kan dat om de week zijn. Zo houden ze intensief contact met hun beide ouders en krijgen ze twee vertrouwde thuisculturen.
Co-ouderschap is niet makkelijk. Beide ouders moeten er achter kunnen staan, of zich er tenminste voor willen inzetten. Ook een goede onderlinge communicatie is onontbeerlijk. Is die er niet, dan zal co-ouderschap gedoemd zijn te mislukken.
En bedenk, met name in moeilijke tijden, dat het belang van de kinderen altijd voorop moet staan. De bedoeling van co-ouderschap is dat het kind intensief contact houdt met beide ouders, waardoor het geen van beiden hoeft te missen. Zo zal het kind duidelijk voelen dat de ouders misschien niet meer bij elkaar willen zijn, maar nog wel bij het kind.
Co-ouderschap is nog geen juridische term, waardoor het moeilijk is om in te schatten hoeveel co-ouderschappen er op dit moment al goed functioneren en hoe de zorgverdeling tussen de ouders precies is geregeld.
In ieder geval is het niet noodzakelijkerwijs zo dat beide ouders precies even veel tijd met de kinderen doorbrengen. Een verdeling van 70-30 procent van de tijd kan ook nog een co-ouderschap zijn, als de intentie bij beide ouders maar is om hun zorgtaken met liefde en toewijding uit te voeren in de tijd dat het kind onder hun verantwoordelijkheid valt.
Een co-ouderschap wordt vaak gestart in een emotioneel zware periode, waarin mogelijk nog maar net besloten is om de relatie te beëindigen, met alle consequenties van dien.
Alleen al daarom is het aan te bevelen om goede afspraken te maken met ondersteuning van een bemiddelaar of een gespecialiseerde advocaat, die ook betrokken is bij het afhandelen van de juridische aspecten van de scheiding.
Het is tegenwoordig verplicht om bij elke scheiding waar kinderen bij betrokken zijn, een zogenaamd 'ouderschapsplan' op te stellen. Hiernaar kan ook verwezen worden in het echtscheidingsconvenant dat wordt opgemaakt om de echtscheiding te regelen.
In dit ouderschapsplan wordt vastgelegd hoe de ouders van plan zijn om te gaan met opvoedingszaken. Het onder ogen zien van verschillen van opvatting in een bestaande, goedlopende ouderrelatie valt al niet mee, maar in een emotionele periode rond een echtscheiding kan het werkelijk een grote opgave zijn om dit ouderschapsplan op papier te zetten, zelfs met de vakkundige hulp van een bemiddelaar.
Toch is het van groot belang om dit te doen. De afspraken fungeren voor beide ouders als houvast om een gezamenlijk beleid te voeren rond de opvoeding. Dit schept ook rust en duidelijkheid voor het kind. De ouders moeten duidelijke afspraken hebben over belangrijke thema's als schoolkeuze, ingrepen bij ziekte, uitvoering van religie, buitenschoolse activiteiten, seksuele voorlichting, computergebruik, enzovoort.
Het is niet de bedoeling dan in zo'n ouderschapsplan tot in de details geregeld wordt dat het in beide huizen precies hetzelfde toegaat. Er kunnen best verschillende regels gehanteerd worden. Kinderen zijn namelijk uitstekend in staat om zich aan te passen en goed te functioneren bij onderlinge verschillen. "Bij papa eten we soms voor de televisie, bij mama zitten we altijd aan tafel" is iets wat ze heel goed kunnen begrijpen.
Het belangrijkste is dat ze kunnen voelen dat ze in beide huizen, bij hun beide ouders welkom zijn, dat ze een onderdeel van dat huishouden zijn en dat er van ze gehouden wordt.
De kinderen moeten duidelijke uitleg krijgen over wat ze kunnen verwachten van de nieuwe situatie. Het is goed om hierbij de nadruk te leggen op de positieve kanten: "Je krijgt nu twee eigen kamertjes, je hebt twee huizen en twee keer speelgoed."
Laat ze ook zoveel mogelijk zelf meedenken over de inrichting van het andere huis en laat het er wat vertrouwde spulletjes mee naartoe nemen om daar neer te zetten. Dat maakt het gemakkelijker om zich bij beide ouders echt thuis te voelen.
Geef ook ruim de mogelijkheid om het kind zijn zorgen, verdriet en boosheid te laten uiten. Het kind heeft zeker in het begin veel te verwerken en kan nog niet overzien hoe zijn leven er straks uit zal zien. Dat zal leiden tot onzekerheid en gevoelens van angst, waar veel aandacht aan moet worden besteed.
Je kunt het kind rustig laten weten dat je ook nog niet op alle vragen een antwoord hebt, maar dat papa en mama er alles aan zullen doen om het zo fijn en zo gezellig mogelijk te maken voor het kind.
Wees ook bereid om keer op keer dezelfde vragen te beantwoorden, omdat het kind zich door de herhaling ervan gerustgesteld zal voelen.
Zoals gebruikelijk bij élke scheiding moeten ook co-ouders de verleiding weerstaan om over elkaar te spreken met de kinderen of – erger nog – met elkaar te spreken via de kinderen. Zorg dus voor een goed gestructureerde vorm van overleg met je ex-partner.
Een digitale vorm van overleg kan bijzonder praktisch zijn. Denk daarbij ook aan een (besloten) co-ouderforum, waarop beide ouders hun bevindingen kwijt kunnen. Zo'n forum kun je zelf aanmaken, bijvoorbeeld bij Yahoo! Groups. Dat is gratis.
Het is heel belastend voor kinderen als hun ouders lelijk doen over elkaar, terwijl de kinderen zelf van beiden zoveel houden. Het effect van kwaadspreken over de andere ouder is dat het kind het gevoel zal krijgen dat het partij moet kiezen voor een van beiden. En aangezien het bij beiden thuis is, zal het dus gaan worstelen met loyaliteitsgevoelens jegens de ouder waar hij op dat moment niet is, of zelfs bepaalde eigenschappen van zichzelf proberen te verdringen.
Dit kan voorkomen worden door vriendelijk en respectvol over elkaar te spreken en elkaar te blijven zien in de rol van vader respectievelijk moeder. Ook bij co-ouderschap is de rol van 'partner' niet meer aan de orde, afgezien van de gemeenschappelijke opdracht die de ouders zich gesteld hebben, namelijk het welzijn van hun kinderen.
Vooral in het eerste jaar zal er nog veel oud zeer zijn tussen de co-ouders, die voortkwam uit de laatste, slechte periode van hun relatie. Verwijten of irritaties over de ander kunnen het beste worden uitgesproken tegen vrienden of familie, zodat de kinderen in elk geval niet hoeven mee te maken hoe papa en mama alsnog elkaar in de haren vliegen. Dat zal namelijk vooral gebeuren rond het punt waar de belangen en belangstelling elkaar nog raken: de kinderen.
Maak vaste afspraken over dag en uur waarop het kind wisselt van huis, en spreek af of het kind gehaald of gebracht wordt.
Over het algemeen is het voor heel jonge kinderen (tot 6 jaar) het fijnste om gebracht te worden. Daarmee krijgt het kind het gevoel dat de wegbrengende ouder het er helemaal mee eens is dat het nu naar de andere ouder gaat, en dat het niet wordt 'weggehaald'.
Oudere kinderen kunnen vanzelfsprekend ook zélf naar de andere ouder gaan op de wisseltijd (mits dat logistiek haalbaar is).
Voor jongere kinderen is een relatief kort verblijf bij elke ouder het fijnst, om te voorkomen dat ze de andere ouder te veel gaan missen. Begin bijvoorbeeld met een wisseling na 3 à 4 dagen, en let goed op hoe het kind daarop reageert.
Oudere kinderen (vanaf 12 jaar) zullen het rustiger en prettiger vinden om een wekelijkse wissel te maken. Vaak geven ze dit zelf al aan.
Zorg er in ieder geval voor dat het kind in beide huizen een eigen plekje heeft. Bij voorkeur in de vorm van een eigen kamer met eigen spulletjes en voldoende kleding.
Zorg ook dat het kind een heen-en-weer-tas heeft, die altijd meegaat van het ene huis naar het andere. Daarin zitten dan de belangrijkste knuffels, eventueel een dagboekje en lievelingskleren.
Voor jonge kinderen kan het een grote steun zijn om een huisdier, waar het aan gehecht is, mee te laten wisselen naar de andere ouder. Natuurlijk is ook van belang hoe het dier hierop reageert.
Om elkaar op de hoogte te houden van de belevenissen, gezondheidstoestand en eventueel belangrijke opmerkingen van het kind, kan een schrift goede diensten bewijzen.
Sta telefoontjes naar de andere ouder toe als het kind erom vraagt, maar bel liever niet zelf (om de 'eigen' thuissfeer in het andere huis niet te belasten).
Bij het aangaan van een co-ouderschap is het belangrijk om de omgeving, met name de school, op de hoogte te stellen van de gewijzigde leefsituatie van het kind en te vragen om beide ouders goed te informeren over gedragswijzigingen. In een enkel geval kan het verstandig zijn om professionele begeleiding voor het kind te zoeken, zodat het zich gesteund voelt bij het doormaken van alle veranderingen.
Scholen zijn vrijwel altijd bereid om mededelingen in duplo mee te geven, of naar twee adressen te sturen, zodat beide co-ouders op de hoogte blijven van de ontwikkelingen en bijzondere schoolactiviteiten.
Natuurlijk is het 't beste als beide ouders aanwezig zijn bij activiteiten als uitvoeringen en ouderavonden. Soms kan dat gemakkelijker zijn als er een derde bij is, zoals een grootouder, een gezamenlijke vriend of vriendin, of een tante.
Zolang de ouders nog niet zo ver zijn dat ze zich op hun gemak kunnen voelen in elkaars nabijheid – of die van een nieuwe partner – is het aan te raden om bij een uitvoering of een plenaire ouderavond in een andere hoek van de zaal te gaan zitten. Dat is handiger dan elkaar te ontlopen.
Bij elke onenigheid tussen de ouders zal het kind merken dat er iets aan de hand is, en zal het daarop reageren. Ook als de ouders zorgvuldig proberen hun problemen verborgen te houden voor het kind.
Daarom is het verstandig om het kind zo goed mogelijk, in begrijpelijke bewoordingen, duidelijk te maken dat de ouders zelf oplossingen zullen zoeken en dat het probleem niet veroorzaakt wordt door het kind.
Daarnaast is het belangrijk om het kind te laten vertellen wat zijn of haar voorkeuren zijn over de gang van zaken. De uiteindelijke beslissingen moeten echter genomen worden door de ouders. Belast het kind dus niet met beslissingsbevoegdheid. Het kind moet weten dat er voor hem of haar gezorgd wordt, en dat het niet zelf de verantwoordelijkheid hoeft te dragen voor een goede verstandhouding tussen zijn ouders.
Aan een eventuele nieuwe partner moet direct duidelijk worden gemaakt dat er geen vacature is voor de functie van 'nieuwe ouder'. Het kind hééft al ouders.
Dat neemt niet weg dat er natuurlijk wel een goede band tussen de nieuwe partner en het kind kan ontstaan, wat er zelfs toe kan leiden dat er bijvoorbeeld drie volwassenen naar het 10-minutengesprek op school zullen gaan of een toneelvoorstelling van het kind gaan bijwonen.
Zo'n ménage à trois (of meer) werkt echter alleen als beide ouders én het kind zich hier gemakkelijk genoeg bij voelen. Meestal vergt dat wel enige oefening. En vaak is er tijd nodig om zo'n situatie te laten ontstaan. Vooral in het eerste jaar na de scheiding kan dat nog op emotionele weerstand stuiten.
Vraag altijd goed door als het kind weerstand lijkt te hebben om naar de andere ouder te gaan. Wat scheelt eraan? Ga er begripvol maar wel nuchter mee om. Soms kan er een heel praktische reden zijn.
Neem bijvoorbeeld een slaapprobleem. Dat kán voortkomen uit zorgen, maar ook omdat het matras niet goed ligt, of omdat de buren een hond hebben die 's nachts blaft.
Als een van beide ouders pertinent weigert om mee te werken aan co-ouderschap, of als er onderling niet goed gecommuniceerd kan worden, zal er gekozen moeten worden voor een ouderwetse scheiding met een omgangsregeling.
Ook als er sprake is van geweld, of alcohol- en drugsgebruik (of een verdenking daarvan), is co-ouderschap onmogelijk.
is freelance journalist en psychosociaal therapeut. De bovenstaande adviezen zijn afkomstig uit haar boek: 'Co-ouderschap, het beste van twee ouders' (uitg.: De Kern, Baarn, 2006).