18 oktober 2002 door Mieke Beers
Mijn zoontje is nu 25 maanden. Hij heeft een woordenschat van 15 woorden en verder gebruikt hij heel veel gebarentaal, die zelfs voor buitenstaanders begrijpelijk is. Met zijn grove en fijne motoriek daarentegen is hij ver vooruit, dus waarschijnlijk is hij daar erg druk mee.
Hij begrijpt wel alles wat er tegen hem gezegd wordt, dus ik maak me geen zorgen over zijn gehoor. In tegendeel zelfs.
Mijn vraag is hoe ik zijn taalontwikkeling kan stimuleren. Ik probeer boekjes met hem te lezen, maar daar is hij helemaal niet in geïnteresseerd. Na een minuut gaat hij iets anders doen. Zingen doe ik veel met hem. We hebben geprobeerd om constant te doen of we hem niet begrijpen, maar daar raakten we allemaal gefrustreerd van.
Ik zal u geen adviezen geven om uw kind te stimuleren, omdat ik denk dat er toch eerst beter gekeken moet worden naar de onderliggende oorzaken van het probleem.
In principe hebben kinderen van 2 jaar een
actieve woordenschat van zo'n 250 à 300 woorden. Actief wil zeggen: de werkelijk gebruikte woorden. Het aantal woorden dat kinderen kennen zonder ze uit te spreken (de zogenaamde
passieve woordenschat), zal nog veel groter zijn.
Bij uw kind is er voor de actieve woordenschat in ieder geval een achterstand. Het is dan ook aan te raden om eens contact op te nemen met een logopedist of een Audiologisch Centrum. De logopedist of het Audiologisch Centrum kan nagaan wat de aard van het probleem is.
Afhankelijk van de bevindingen zal men adviezen geven voor het stimuleren van de taalontwikkeling.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw kind het moeilijk vindt om de combinaties van klanken in woorden uit te spreken. In dat geval zullen er specifieke uitspraak-oefeningen worden gegeven.
Het kan echter ook zijn dat er een meer algemene taalontwikkelings-achterstand geconstateerd wordt. De adviezen zullen dan meer op het gebied van algemene taalstimulering liggen.
Taalontwikkeling is een vorm van
ontwikkeling. Ieder kind zal die ontwikkeling in zijn eigen tempo doorlopen.
Bij de woordenschat-ontwikkeling bestaan er verschillende patronen van ontwikkeling: van zeer snelle beginners (die na een aantal maanden een rustperiode nemen), tot slow-starters die na enige tijd plotseling een enorme inhaalslag maken.
Mogelijk zien de deskundigen die u gaat raadplegen dan ook geen verdere problemen, en adviseren zij om de ontwikkeling nog even aan te zien.
Op deze jonge leeftijd – van 2 jaar – is het heel moeilijk om te bepalen of er al dan niet sprake is van een ontwikkelingsprobleem.
Dat neemt echter niet weg dat het altijd goed is om hulp te zoeken, als u zich écht zorgen maakt over de taalontwikkeling van uw kind. En bij een – actieve – woordenschat van slechts 15 woorden lijken die zorgen mij niet onterecht.
