18 april 2008 door Frea Kruisinga

Wat kun je verwachten bij een onderzoek naar terugkerende urineweginfecties? (2½ jr)

Mijn 2½-jarige dochter heeft al voor de derde keer een urineweginfectie. Ze wordt nu doorverwezen naar de kinderarts. Wat kunnen wij daar verwachten?

Antwoord

Wanneer er bij jonge kinderen sprake is van 'recidiverende' (steeds terugkerende) urineweginfecties, wordt er onderzoek gedaan om te kijken of er sprake is van een aangeboren afwijking. Daarbij kun je onder andere denken aan een vernauwing van de urineleider, waardoor de urine niet goed afloopt van de nieren naar de blaas, of aan een probleem met de klepjes, waardoor er urine vanuit de blaas terugloopt naar de nieren. Wanneer urine niet goed afloopt, kan dat leiden tot urineweginfecties. Het komt trouwens ook veel voor dat er helemaal geen oorzaak wordt gevonden voor die steeds maar terugkerende ontstekingen.

Wat in ieder geval zal worden gedaan, is dat er een echo gemaakt zal worden van de nieren en de urinewegen, om te kijken of er aanwijzingen zijn voor een anatomische afwijking.

Wanneer er afwijkingen worden gezien, zoals een verwijding van het nierbekken, wordt er vaak ook een zogenaamd 'mictiecystogram' gemaakt. Dan wordt met een catheter (buisje) wat contrastvloeistof in de blaas gebracht, om te kijken of dit vanuit de blaas terugloopt richting de nieren. Als dit het geval is, is er sprake van 'vesicourethrale reflux'.

Eventueel kan er ook een zogenaamde DMSA-scan wordt gemaakt. Hierbij wordt via een infuus een beetje licht radioactieve (maar volkomen onschadelijke!) stof ingespoten. Deze stof wordt opgenomen door de nieren. Vervolgens kun je door het maken van speciale foto's de werking van de nieren bestuderen, en kijken of er misschien een beschadiging is opgetreden door de urineweginfecties.