20 december 2002 door Mieke Beers

Waarom zegt mijn kind 'pelen' in plaats van 'spelen'? (2 jr)

Waarom zegt mijn kind (2 jr) 'pelen' in plaats van 'spelen'? Het lijkt alsof er systeem in zit, omdat de meeste kinderen 'pelen' zeggen en niet 'selen'. Toch is het niet een kwestie van consequent de eerste letter weglaten, want hij zegt ook 'koop' in plaats van 'knoop', waarbij dus de tweede letter verdwijnt. Wat is dan wél het systeem dat hierachter zit? Of is het tóch toeval?

Antwoord

Om met de laatste vraag te beginnen: het is geen toeval; er zit wel degelijk systeem in. Alleen is dat systeem wat ingewikkelder dan consequent de eerste of de tweede klank weglaten, zoals u zelf al aangaf. Ik zal u proberen uit te leggen hoe het zit.

Tweede levensjaar

Zo rond het tweede levensjaar verschijnen de eerste combinaties van medeklinkers, zoals KL of ST. In het taalkundig jargon worden deze medeklinker-combinaties 'consonant-clusters' genoemd. Hiermee komt het kind in een nieuwe fase in de ontwikkeling van zijn fonologische kennis, oftewel zijn kennis over klanken.

Vóór die periode had het kind slechts de mogelijkheid om eenvoudige woordjes te produceren, die bestaan uit alleenstaande medeklinkers en klinkers. Bijvoorbeeld:
bal en
poes. Woorden met consonant-clusters worden in die eerste fase gemaakt door één van de medeklinkers uit het cluster weg te laten:
spelen wordt
pelen en
knoop wordt
koop.

Rond het tweede jaar wordt het kind zich bewust dat er in de taal die het aan het leren is ook opeenvolgingen van medeklinkers kunnen voorkomen. Het toepassen van dit inzicht op de eigen uitspraak van woordjes heeft dan nog een lange weg te gaan: het correct gebruiken van consonant-clusters kan nog wel tot de leeftijd van 6 jaar duren!

Twee soorten clusters

Naar de ontwikkeling van consonant-clusters is veel onderzoek gedaan. Er wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen twee soorten clusters:

  • ten eerste: clusters van het type PR, KN, FL, GR en SL. Kenmerkend voor dit type is dat bij de eerste klank de luchtstroom gehinderd wordt en dat bij de tweede klank de luchtstroom niet of minder gehinderd wordt;
  • ten tweede: clusters die beginnen met een S, gevolgd door een plofklank, zoals ST (stok), STR (strak) en SP (spelen).

De meeste kinderen gebruiken het eerste type eerder dan het tweede type. Er zijn echter ook kinderen die dit net andersom doen.

Type 1: tweede medeklinker wordt weggelaten

Bij het eerste type cluster (PR, KN, FL, GR, SL) worden meestal drie ontwikkelingsstadia gevonden. Deze komen echter niet bij alle kinderen voor. Kinderen kunnen gerust een stadium overslaan! Die stadia zien er als volgt uit:

  • in de eerste fase worden de clusters uitgesproken door de tweede medeklinker gewoon weg te laten: PL wordt P, FL wordt F;
  • in de tweede fase wordt een poging gedaan om beide delen van het cluster uit te spreken, maar zijn er nog problemen met de juiste uitspraak van de tweede medeklinker. Veel kinderen hebben daarbij één klank (vaak een W of een J) die ze gebruiken als tweede medeklinker in het cluster. FL wordt dan FJ (
    fles -
    fjes) en TR wordt bijvoorbeeld TW (
    trein -
    twein);
  • in de derde fase worden beide delen van het cluster goed uitgesproken.

Type 2: eerste medeklinker wordt weggelaten

Bij het tweede type cluster (ST, SP en STR, etc.) gaat het anders:

  • in de eerste fase wordt juist de eerste klank (S) van het cluster weggelaten. De klank die overblijft, is meestal een klank die kinderen ook als enkelvoudige klank al gebruiken. Dus:
    stop wordt
    top en
    spelen wordt
    pelen;
  • in de tweede (en meteen laatste) fase worden deze clusters door de meeste kinderen correct uitgesproken.

Het is echter niet uitgesloten dat kinderen in een soort tussenstadium waarin ze zoeken naar de juiste uitspraak, deze clusters vereenvoudigen tot de S:
stoel wordt dan
soel. Deze laatste vormen kunnen ook ontstaan als het kind in dezelfde fase van de fonologische ontwikkeling de S ook in andere woorden aan het leren is.