Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

3 oktober 2008 door Nanny Gortzak

Waardoor wordt een (te) lage melkproductie veroorzaakt?

Mijn kindje is 3 maanden oud. Ik geef zowel de borst als de fles, omdat ik niet voldoende melk heb. Overal lees ik dat je je melkproductie verhoogt als je de baby al vanaf de geboorte veel aanlegt. Ik heb ook al (nu 3 maanden) een elektrische kolf gehuurd en nog steeds niet het idee dat de productie toeneemt.

Weet u zeker dat het een kwestie van vraag en aanbod is? Dit vraag ik me echt af. Want hoe vaak ik ook aanleg of kolf, het maakt echt niet uit. Het wordt niet meer. Weet u waar dit aan kan liggen?

Antwoord

Onder normale omstandigheden is borstvoeding toch echt een kwestie van vraag en aanbod. Het effect is zelfs zo sterk, dat de melkproductie meteen omhoog gaat als een baby tijdelijk wat meer wil drinken vanwege ziekte, of als er geen ander eten wordt aangeboden (bij baby's die al bijvoeding krijgen). Maar nogmaals: dat geldt voor normale omstandigheden.

De vraag is dan wat niet-normale omstandigheden zijn. Eén van de belangrijkste is dat het lichaam niet goed 'voorgeprogrammeerd' is. Wat dat betekent, zal ik hieronder uitleggen. Daarna zal ik aangeven wat er nog meer aan de hand zou kunnen zijn.

Van colostrum naar rijpere melk

Vlak na de geboorte produceert de moeder colostrum. Dat is de eerste, dikkige, gele melk, die in zulke kleine hoeveelheden aangemaakt wordt dat het precies in de nog kleine maag van de baby past. Als je de baby meteen na de geboorte telkens de borst aanbiedt zolang hij wakker is, zal hij tijdens de eerste dag op de wakkere momenten makkelijk een keer of vijftien drinken.

Je kunt dan, na het aanbieden van één borst, de andere borst aanbieden en daarmee doorgaan zolang hij niet in slaap valt. Hoeveel borsten een baby op deze manier krijgt, hangt af van de lengte van de wakkere periode.

Let op: de borsten moeten altijd goed geleegd worden. Ook in de tijd dat er colostrum wordt aangemaakt, kan dat meestal nog verwijderd worden, voor zover de baby dat niet zelf gedaan heeft (bijvoorbeeld door de borst leeg te drukken). Ook deze colostrum kan aan de baby gegeven worden.

Na de eerste paar dagen zal het lichaam onder invloed van de veranderde hormoonspiegels overgaan op het maken van rijpere moedermelk.



Prolactine-receptoren


Doordat in de eerste dagen zo vaak is aangelegd, zal de baby goed weten hoe de borst in de mond genomen moet worden. Daarnaast zal het lichaam van de moeder reageren met het aanmaken van receptoren in de borst, die als een soort voelsprieten reageren op het hormoon prolactine waarmee de melkproductie wordt aangestuurd.

Hoe meer van deze prolactine-receptoren, des te groter het effect van de prolactine zal zijn. En hoe vaker de moeder heeft aangelegd in de eerste dagen, hoe beter die aanleg van receptoren heeft plaatsgevonden.

Voeden op vraag

Nadat de melkproductie eenmaal goed op gang is gekomen, kan de baby steeds meer melk per voeding nemen, terwijl de maag in grootte toeneemt.

Hoeveel melk een baby per keer wil drinken, verschilt sterk per kind. Juist daarom werkt voeden op vraag het beste. De baby kan dan zelf aangeven dat het tijd is om te drinken, én hoe vaak er op een dag gevoed moet worden om in de behoefte te voorzien.

Als voeden op vraag niet lukt

Er kunnen echter allerlei omstandigheden zijn waarin het niet lukt om te voldoen aan de vraag.

  • Er kan iets zijn misgegaan bij de hierboven beschreven voorprogrammering. Bijvoorbeeld doordat de baby in de eerste dagen niet voldoende op vraag gevoed is, of doordat de borsten onvoldoende geleegd zijn (denk ook aan leegdrukken met de hand of leegkolven met een kolf).
  • Het kan zijn dat de baby de borst niet goed kan legen, bijvoorbeeld doordat er niet optimaal wordt aangelegd. Kolven moet dan helpen, maar helaas is niet elke kolf voor elke vrouw geschikt, of de kolf wordt niet juist gebruikt.

Andere – minder vaak voorkomende – oorzaken voor het niet goed op gang komen van de melkproductie kunnen zijn:

  • De aanwezigheid van resten placenta of vliezen. Het lichaam denkt dan nog zwanger te zijn, waardoor de melkproductie wordt geremd. Wanneer deze resten weg zijn, kan de productie alsnog beter op gang komen.
  • Sterk bloedverlies tijdens de bevalling, waardoor de hypofyse niet goed functioneert.
  • Het gebruik van bepaalde medicijnen.
  • Borstoperaties of borstletsel.
  • Niet herkende of niet juist behandelde diabetes of schildklier-aandoeningen.
  • Het voorkomen van cysten op de eierstokken, waardoor te veel van het mannelijke hormoon testosteron wordt aangemaakt. Veelal verbetert op de lange duur de melkproductie, naarmate de cyste kleiner wordt.
  • Vrouwen met PCOS (polycysteus ovarium syndroom) kunnen door hormonale balansverstoringen een lage melkproductie hebben.
  • Te weinig melkklierweefsel (heel zeldzaam!).

Wat kunt u doen?

Zoals u ziet, kunnen er allerlei oorzaken zijn voor uw geringe melkproductie. Een lactatiekundige kan u helpen om na te gaan wat er in uw specifieke geval aan de hand zou kunnen zijn, en wat er eventueel aan gedaan zou kunnen worden.

Ik wens u succes!

Lees ook: