15 juni 2007 door Nanny Gortzak
Mijn dochter is nu bijna 3 weken. Door tegenstrijdige adviezen weet ik niet meer zo goed wat nu juist is en wat niet. Ik heb een aantal vragen:
- Voedingstijd:
Mijn dochter drinkt lang door, tot dat ze in slaap valt. Daarna (15-30 min. later) wordt ze wakker, gaat ze huilen, en wil weer een paar slokjes. De voedingstijd loopt zodoende op tot soms wel 1 uur! Dit is bijna niet te doen voor mij. Hoe los ik dit op?
- Aantal borsten:
Is het nu beter om 1 of 2 borsten per keer aan te bieden?
- Krampjes:
Niets helpt. Cinababy, ABC Dophilus, masseren, zachtjes praten. Het lijkt net of ze naar de slachtbank wordt gebracht.
- Toeschiet-reflex:
Er is mij gezegd dat mijn toeschiet-reflex misschien te heftig is. Ik voel dat niet. Hoe kan ik dit controleren?
Deze week kregen we opeens veel vragen over baby's van 3 weken. Ik heb de bovenstaande vraag eruit gehaald, omdat die de meest voorkomende kwesties aanroerde (die in een of andere vorm ook bij de andere vraagstelsters een rol speelden).
Zodra een baby aangeeft honger te hebben, kun je hem aan de borst leggen. Daarbij hoeft niet op de klok gekeken te worden. Zowel het tijdstip van de voeding áls de voedingsduur, kunnen door gezonde, op tijd geboren baby's prima zelf aangegeven worden.
Het beste is het om de baby, als die goed aan de borst ligt, te laten drinken tot hij loslaat (of vaker een zuigbeweging maakt dan dat hij slikt). Dit is een mooi moment voor een boertje.
Als een baby onrustig is aan de borst, kan het van de borst nemen voor een boertje vaak voor verbetering zorgen.
Om te voorkomen dat een voeding erg lang duurt, moet je goed in de gaten houden of de baby actief blijft drinken, in een regelmatig patroon van zuigen en slikken. Duurt de voeding lang doordat de baby niet effectief drinkt (vaak zuigen, en maar een enkel keertje slikken), dan kan het zinvol zijn om een lactatiekundige de voeding te laten observeren.
Bij de vraagstelster duurde het voeden onder andere zo lang omdat de baby tijdens het voeden in slaap viel. Soms kan dat zelfs al vrij snel na de start gebeuren. Als je het aan ziet komen, kun je de baby even overeind houden voor een boertje, en vervolgens weer opnieuw aanleggen. Het is het beste om dit te doen vóór de baby al ver is weggezakt!
Door de voeding actief te houden, drinkt te baby effectiever, en duurt de voeding minder lang.
Voor sommige pasgeboren baby's kan het overigens wel normaal zijn om na een hazenslaapje weer opnieuw aan de borst te willen.
En bedenk: als de baby groter wordt, verlopen de voedingen meestal een stuk sneller, en blijft de baby uit zichzelf een stuk wakkerder tijdens de voeding.
Als de baby zelf had losgelaten, kun je na het boertje nog eens proberen of hij aan dezelfde borst verder wil drinken.
Laat de baby na opnieuw aanleggen vrij snel weer los, of gaat hij vaker zuigen dan slikken, dan kan – na eventueel nog een boertje – de tweede borst aangeboden worden op dezelfde manier.
Door te voeden op de manier die ik hierboven beschreef, krijgt de baby de juiste hoeveelheid melk binnen in de juiste samenstelling. Ook zal er op deze manier voldoende vet in de melk komen. Dat is belangrijk, want hoe vetter de melk, hoe minder kans op problemen als krampjes, windjes en onrust bij de baby.
Het blijft echter belangrijk om je te realiseren dat krampjes toch vaak onvermijdelijk zijn, omdat de darmen nu eenmaal moeten wennen aan het nieuwe leven. Tegen darmkrampjes valt uiteindelijk heel weinig te doen, behalve de pijn wat verlichten met masseren, een beetje lopen, of een warm badje.
Er circuleren altijd lange lijsten onder borstvoedende moeders met dingen die je zou moeten vermijden (zoals uien, knoflook, kool, prei, citrusvruchten, koffie, etc.) maar in de praktijk blijkt dat toch vaak weinig uit te maken. Je kunt het proberen, maar aan de andere kant is het ook weer niet goed om koortsachtig op zoek te gaan naar dingen die je niet zou moeten eten of drinken. Dat geeft immers ook weer veel onrust.
Hoe herken je een sterke toeschiet-reflex? Dat is vaak te merken aan een baby die zich verslikt, of snel na het aanleggen en toeschieten van de melk de borst weer loslaat.
Vaak zie je dat de melk na het loslaten nog even doorstroomt, ondanks het feit dat de baby niet drinkt. Deze straaltjes melk kunnen opgevangen worden in een doek. Als de stroom gestopt is, kun je de baby nogmaals aan diezelfde borst aanleggen.
Bij de tweede keer aanleggen is het toeschieten minder heftig, zodat de baby beter in staat is om netjes de borst leeg te drinken, zonder zich te verslikken en zonder te veel lucht in te slikken. Ook dát kan weer helpen tegen krampjes, hikken, windjes, en andere ongemakken bij de baby.
