1 januari 2000 door Maaike Verrips

Trage taalontwikkeling bij tweetalig opvoeden?

Wij wonen in de Verenigde Staten en hebben een zoon van veertien maanden oud. Wij spreken thuis Nederlands met hem. Hij gaat drie dagen in de week naar de crèche waar Amerikaans tegen hem wordt gesproken.

Loopt onze zoon de kans om trager te zijn met zijn taalontwikkeling omdat hij tweetalig wordt opgevoed?

Antwoord

Een voldoende groot vergelijkend onderzoek naar de snelheid waarmee eentalige en tweetalige kinderen leren praten is er niet. Het weinige onderzoek waarin tweetalige en eentalige kinderen systematisch met elkaar vergeleken worden, wijst erop dat er geen aanwijsbare verschillen zijn in het tempo van de ontwikkeling.

Dat neemt niet weg dat er inderdaad wel geregeld wordt gesuggereerd dat tweetalige kinderen iets later beginnen te praten dan eentalige kinderen. Ook zou hun woordenschat zich per taal iets langzamer ontwikkelen, vergeleken met de woordenschat van eentaligen. Maar die suggestie is moeilijk te interpreteren als een voorspelling over de ontwikkeling van individuele kinderen. De reden daarvoor is dat juist op deze twee terreinen -- de leeftijd waarop een kind zelf begint te praten, en de groei van de woordenschat in het jaar daarna -- de individuele verschillen ook tussen eentalige kinderen onderling enorm zijn.

Gemiddeld beginnen eentalige kinderen rond hun eerste verjaardag zelf te praten -- een paar woordjes. Maar dat gemiddelde is gebaseerd op een studie van een grote groep kinderen, waarvan sommigen al beginnen te praten als ze negen maanden oud zijn en anderen pas tegen hun tweede verjaardag. Daar zitten dus vijftien maanden verschil tussen!

En net zo gevarieerd is het beeld van de snelheid waarmee de woordenschat zich uitbreidt. In een normeringsstudie van 1789 Amerikaanse eentalige kinderen van precies twee jaar kwamen kinderen voor die ongeveer 50 woorden gebruikten en kinderen die die ongeveer 600 woorden kenden! Uit kleinschaliger studies zijn ook eentalige kinderen van 24 maanden bekend die niet eens vijftig woorden gebruiken.

Kortom, men heeft wel eens de indruk dat tweetalige kinderen gemiddeld wat trager zijn dan eentalige kinderen gemiddeld, vooral in het begin van de taalontwikkeling. Maar bewezen is dat helemaal niet, en bovendien zijn de verschillen zo groot dat je op basis van die indruk geen voorspelling kunt doen over de ontwikkeling van een individueel kind.