Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
2 oktober 2009 door Elise de Bree
Mijn zoon wordt eind november 5 jaar. Hij heeft problemen met de L en de N:
Sinds hij aan het kleuteren is, is zijn spraak al stukken vooruit gegaan, maar moet ik nu al actie ondernemen?
Als ik u was zou ik me geen zorgen maken om de verwerving van de L-klank. De vervanging van de N-klank (door een M) is echter wat ongebruikelijker. Het is misschien handig als u een keer met uw zoon naar een logopedist gaat; die kan systematisch kijken wat er precies gebeurt.
Hieronder zal ik eerst wat meer vertellen over de verwerving van de L en de N. Daarna volgt een aantal vragen die je je kunt stellen om erachter te komen of er iets bijzonders aan de hand is, en zo ja wat.
De L-klank is voor veel kinderen een struikelblok. We hebben daar al vaker aandacht aan besteed. Zie bijvoorbeeld:
Het gebeurt dus wel vaker dat het even duurt voordat deze klank op alle plekken waar hij voor kan komen (vooraan een woord, achteraan, in medeklinker-clusters, etc.) goed uitgesproken wordt.
De N-klank daarentegen, wordt meestal redelijk vroeg verworven, zowel in de beginpositie (bijvoorbeeld in neus) als aan het eind (bijvoorbeeld in been). Wel wat moeilijker is de N als die in een medeklinker-cluster voorkomt. Denk bijvoorbeeld aan woorden als knie en knop (cluster KN) of pneumatisch en pneumokokken (cluster PN). Dat soort woorden komen dus wat later.
De N kan door veel klanken worden vervangen, vaak door klanken die op dezelfde plaats in de mond gearticuleerd worden, zoals de D en de T. Uw zoon lijkt ervoor te kiezen om de N te vervangen door een klank van dezelfde soort (de N en de M zijn allebei nasale klanken, oftewel klanken waarbij de neus meedoet), maar die wel een andere plaats van articulatie heeft: voor in de mond, met de lippen. Op zich geen gekke strategie.
Om erachter te komen of er iets bijzonders aan de hand is, en zo ja wat, kun je een aantal vragen stellen:
Het is heel goed mogelijk dat de klanken opeens wel op hun plek komen bij uw zoon, maar u kunt het ook eens bespreken met een logopedist. Die zal u dezelfde soort vragen stellen als ik zojuist deed, dus denk alvast eens na over de antwoorden, bij wijze van voorbereiding.
Succes ermee!
is taalkundige en gespecialiseerd in kindertaal. Op dit moment werkt ze als postdoc-onderzoeker aan de Universiteit van utrecht.