Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
18 januari 2001 door Sanderijn van der Doef
Mijn zoon van 7 jaar heeft vrijwel standaard z'n piemel vast als daarvoor een mogelijkheid is. In een korte broek, of jogging-broek of iets dergelijks, waarbij de stof van de broek dus wat dunner en soepeler is, heeft hij bijna constant z'n hand in z'n kruis. Als hij bloot rondloopt, heeft hij z'n piemel in z'n hand. Hij doet er verder niets mee, het lijkt meer op een handvat.
Hem erop aanspreken kan wel, maar hij heeft het zelf vrijwel niet in de gaten. Het is een gewoonte.
Ook ligt hij vaak te wiebelen: op z'n buik met z'n hele lijf heen en weer te rollen. Dat voelt lekker voor z'n piemel, zegt hij. We hebben afgesproken dat hij dat niet zal doen wanneer er anderen bij zijn. Meestal houdt hij zich daaraan want hij begrijpt dat het meer privé is.
Mijn vraag: hoe leer ik hem om niet de hele dag met z'n piemel in z'n hand te lopen? Het ziet er vreemd uit, en ik ben ook bang dat hij erover uitgelachen of gepest gaat worden.
Uw zoon heeft blijkbaar een favoriete plek op zijn lichaam gevonden: lekker warm, zacht, makkelijk vast te pakken en het geeft ook nog eens een lekker gevoel. Het is bepaald niet raar dat het op een gegeven moment een gewoonte is geworden.
Zoals een ander kind zijn of haar duim in de mond doet, zo pakt hij eens lekker zijn piemel vast. Bij veel jongetjes op die leeftijd zie je trouwens dat dat 'piemel-vastpakken' als gewoonte ontstaat als ze moeten plassen maar nog niet willen. Als ze 7 jaar zijn, is er op dit punt nog weinig sprake van enige gêne en blijkbaar heeft hij het zelf vaak niet eens in de gaten.
Ik zou hem er niet te veel op aanspreken; het gaat namelijk vanzelf over. Zeg hem alleen op die momenten dat u vindt dat het niet kan (bijvoorbeeld omdat er andere mensen bij zijn, of als hij buiten is), dat hij zijn hand weg moet halen. Maak er geen soesa over; hij hoeft er alleen maar even aan herinnerd te worden. Op deze manier zal hij het vanzelf minder gaan doen.
is als psychologe en seksuologe gespecialiseerd in de seksuele ontwikkeling van kinderen. Ze werkte eerder bij de Rutgers Stichting en het NIGZ en werkt nu sinds kort bij de World Population Foundation. Zij heeft ook een eigen praktijk. Daarnaast is zij ook op andere fronten actief. Onder andere: als auteur van boeken en lesmappen, als adviseur voor tv-programma's, etc.