Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
27 mei 2005 door Nanny Gortzak
Ik geef mijn dochtertje nu vijf weken borstvoeding. De laatste twee weken is ze na de voeding veel minder tevreden. Ze heeft veel last van krampjes (ook voordat ze ontlasting heeft) en als ze poept, dan is de ontlasting dun en schuimig, met vlokjes en slijm erin.
Ik heb begrepen dat dit kan duiden op te veel melk (wat mij niet onwaarschijnlijk voorkomt, omdat ik nog regelmatig extra voedingen erbij afkolfde, omdat mijn borsten te vol waren).
Nu ben ik sinds vijf dagen bezig om zoveel mogelijk één borst per keer aan te bieden, maar haar ontlasting wordt niet beter.
Hoe lang duurt het voordat de ontlasting beter moet worden? Kan er ook sprake zijn van voedsel-allergie? Wat kan ik nog meer doen om ervoor te zorgen dat ik minder melk krijg? En wanneer komt het moment dat je hiermee professionele hulp moet inschakelen?
U heeft gelijk: als een moeder veel meer melk heeft dan haar baby tijdens een voeding kan drinken, dan kan dat inderdaad leiden tot de problemen die u beschreef.
In het ergste geval kan een eem baby zo veel van de relatief vet-arme (voor)melk krijgen dat het buikje al vol is voordat er een redelijke hoeveelheid vet via de (achter)melk verschijnt.
Het gevolg daarvan is dat de vertering sneller verloopt, waardoor de darmen moeite hebben om de melksuikers in de melk goed te verteren. Als gevolg dáárvan kunnen er darmkrampjes ontstaan, evenals winderigheid en dunne ontlasting (vergelijkbaar met peuterdiarree, die eveneens ontstaat als een kind te weinig vet krijgt). Baby's kunnen dan, ondanks het enorme melk-aanbod, soms toch maar weinig aankomen.
Hieronder zal ik beschrijven wat je daaraan kunt doen.
Hoe raar het ook klinkt: een van de dingen die u kunt doen, is niet te veel tijd tussen de voedingen laten zitten. Je zou dat advies niet verwachten, aangezien sneller aanleggen de melkproductie nog verder zou kunnen verhogen. Toch is het wel degelijk zinvol om het zo te doen.
De gedachtegang is als volgt. Als er veel tijd tussen de voedingen zit, is er relatief veel vet-arme melk aanwezig waarmee de baby zich al kan vullen. Hoewel er direct nadat de melk toeschiet meer vet in de melk komt, kan het door de grote hoeveelheid reeds beschikbare (vet-arme) melk toch lang duren voor er een gunstige verdeling tussen vette en vet-arme melk is.
En omgekeerd: hoe korter de tijd tussen de voedingen, hoe minder vet-arme melk er al klaar ligt in de opslag. Wanneer er dan gevoed wordt, wordt de nieuwe, vette melk vermengd met de reeds opgeslagen melk. En hoe minder melk er al beschikbaar is, hoe vetter het totale mengsel.
Ook blijkt de opgeslagen melk op zich al wat vet-armer te zijn, want hoe langer de melk in de borst blijft, hoe meer vet er uit de melk wordt terug-geresorbeerd in de borstklieren. Bovendien is, wanneer er minder melk aanwezig is, de melkstroom wat beter te hanteren door uw dochter doordat er minder druk achter staat wanneer de melk toeschiet.
Kortom: probeer de tijd tussen de voedingen zo kort mogelijk te houden.
Om uw melkproductie te verminderen, kunt u minder gaan kolven (als u dat nog steeds deed). Dat kan door geleidelijk aan wat minder lang te kolven.
Ook kunt u één of twee maal per dag de borsten helemaal leegkolven, in plaats van meerdere malen kolven op gezette tijden.
Daarna begint u normaal met de volgende voeding. Laat in dat geval uw dochter aangeven hoe lang zij aan een borst wil drinken. Als zij aangeeft dat ze genoeg heeft, laat u haar een boertje doen, waarna u haar eventueel nog een keer aan dezelfde kant kunt aanleggen. De melk die zij nu drinkt, zal behoorlijk vet zijn. En daar was het allemaal om begonnen.
Wanneer u bij het voeden denkt dat de melk erg snel en overvloeding stroomt, kunt u – na het eerste aanleggen – uw dochter even losmaken en de melk die uit de borst stroomt, opvangen.
Als u daarna weer gewoon aanlegt, zal de melk wat langzamer stromen, wat prettiger is voor uw dochter. Ook is de melk dan al wat vetter.
Als dit allemaal niet helpt, kunt u met een lactatiekundige overleggen in hoeverre u uw melkproductie nog op andere manieren kunt beïnvloeden. Bijvoorbeeld door het drinken van salie-thee. Ga daar vooral niet zelf mee experimenteren, omdat het effect wel eens sterker kan zijn dan gewenst.
En als ook dát niet helpt, dan zou eens gekeken kunnen worden of er ook een achterliggende medische oorzaak te vinden is.
is lactatiekundige IBCLC.