27 juni 2008 door Nanny Gortzak

Ontevreden na de voeding. Mist mijn melk voedingsstoffen? (5 wkn)

Ik geef nu bijna 5 weken borstvoeding, en vanaf het begin lijkt onze baby niet voldoende te hebben aan mijn borstvoeding. Ook slaapt ze nog steeds zelden 3 uur aan een stuk.

Eerst dachten we: "veel zuigbehoefte". Maar nu gaan we ervan uit dat ze voedingsstoffen mist in mijn melk. Ik wil haar daarom na de borstvoeding bijvoeden met de fles. Is dat een goed idee of is er iets anders wat we haar kunnen geven?

Eerlijke kraamtijd verhalen: "Ik raakte helemaal uitgeput en mijn leven voelde als een grote zwarte donderwolk"

Groei en ontwikkeling

Eerlijke kraamtijd verhalen: "Ik raakte helemaal uitgeput en mijn leven voelde als een grote zwarte donderwolk"

Antwoord

Om te beginnen: bij gezonde moeders is de kwaliteit van de melk altijd goed. Dat uw dochter bepaalde voedingsstoffen zou kunnen missen, is dus uitgesloten (als u zelf gezond bent). Zelfs ondervoede moeders in derde-wereld-landen blijken melk van uitstekende kwaliteit te produceren. Hoe kan het dan dat baby's soms zo ontevreden zijn na een voeding?

Slaappatroon

Het klinkt alsof u erg gehecht bent aan een slaappatroon waarbij uw baby 3 uur achtereen slaapt. Waarom eigenlijk? Sommige baby's houden zich inderdaad aan zo'n patroon. Maar andere baby's weer niet. Heel veel baby's willen vóór die 3 uur om zijn, al weer drinken.

Het natuurlijke slaappatroon van een baby van deze leeftijd is: heel veel kleine slaapjes. Dat komt goed uit, want jonge baby's hebben nog een betrekkelijk kleine maag die vaak gevuld moet worden.

Een bijkomend voordeel van een baby die zo vaak wil drinken, is dat de borsten vaak geleegd worden, waardoor de melkproductie goed gestimuleerd wordt en goed op peil blijft (of zelfs stijgt, als dat nodig is). Ook zal de melk daardoor veel vet bevatten. Dat is heel goed om een ontevreden babybuik rustig te krijgen.

Waar moet je op letten?

Als u twijfelt over uw melkproductie, let dan op de volgende dingen.

Een baby van 5 weken moet dagelijks zo'n 4 tot 6 goed natte luiers hebben. Als dat het geval is, drinkt uw kind voldoende. En als het voldoende drinkt, weet je ook dat het kind voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.

De frequentie van de ontlasting kan sterk verschillen. Bijvoorbeeld: eens per dag of eens per 2 weken (en alles daar tussenin). Zolang de baby er geen last van heeft is het dus niet erg als de ontlasting lang op zich laat wachten.

De vuistregel is en blijft: als een baby goed groeit en zich goed ontwikkelt, hoef je je geen zorgen te maken.

Geef elke voeding minimaal twee borsten. Vaker wisselen kan ook en is zelfs goed voor de melkproductie en voor de hoeveelheid vet die uw baby krijgt.

Voed uw baby als die aangeeft dat het tijd is daarvoor. Let daarbij op de volgende signalen:

- onrustig worden;

- smakken en likken;

- handjes naar de mond.

Wees er op tijd bij

Huilen van de honger is géén goed signaal om te gaan voeden, omdat er dan al gauw 20 minuten verstreken zijn sinds de eerste hongersignalen. Als dat bij elke voeding gebeurt, mist een baby al gauw twee tot drie voedingen per dag.

Ook het gebruik van een fopspeen kan ervoor zorgen dat je te laat begint met voeden. De fopspeen maskeert als het ware de hongersignalen. Ook dan zullen er per dag minder voedingen gegeven worden dan de bedoeling is.

Overigens kan bij baby's van 5 weken de tijd tussen de voedingen sterk verschillen. Veel baby's willen na 2 uur weer drinken, andere al na 1 uur of pas na 3 uur. Ook hoeft de tijd tussen de voedingen niet constant te zijn over de dag. Er zullen voedingen zijn die snel op de vorige voeding volgen, terwijl er ook langere stukken slaap kunnen voorkomen.

Aanleggen

Door de baby goed te volgen, zal die vrijwel altijd krijgen wat hij nodig heeft. Alleen wanneer regelmatig aanleggen – op basis van de hongersignalen – niet helpt, zou er verder gekeken moeten worden naar de oorzaak.

Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een aanleg-probleem. Een baby die niet optimaal aangelegd is, zal de borst niet goed leeg kunnen drinken, wat op den duur tot een lagere melkproductie kan leiden.