22 november 2002 door Jeroen Aarssen

Mogen we van gezinstaal wisselen als we gaan verhuizen? (5 mnd en 3 jr)

Wij zijn een Albanees-Nederlands echtpaar en momenteel wonen we in Nederland. Thuis spreken we ieder in de eigen moedertaal tegen ons zoontje (bijna 3) en ons dochtertje (5 mnd): mijn vrouw Albanees en ik Nederlands.

Met elkaar proberen we zo veel mogelijk Albanees te praten, omdat onze zoon overal om zich heen toch al Nederlands hoort. Dat lukt helaas niet altijd even goed, omdat het Nederlands van mijn vrouw beter is dan mijn Albanees.

We zijn net terug van een bezoek aan Albanië en merkten daar dat onze zoon vooral in het begin wel alles verstond, maar moeite had om zelf Albanees te praten.

Vraag 1: hoe kunnen we onze zoon (en tzt onze dochter) stimuleren om hier in Nederland beide talen te spreken?

We willen dit graag omdat we over niet al te lange tijd in Albanië willen gaan wonen en omdat we denken dat de overgang voor onze kinderen makkelijker zal zijn als ze vóór die tijd al beide talen machtig zijn. Bovendien is het voor onze Albanese familie ook leuk als ze kunnen communiceren met onze kinderen.

Zodra we eenmaal in Albanië wonen, willen we de talen omdraaien: thuis Nederlands en daarbuiten Albanees.

Vraag 2: is het een probleem om de 'gezinstaal' tzt te veranderen?

Antwoord

Om met uw tweede vraag te beginnen: het is
geen probleem om op een gegeven moment van gezinstaal te veranderen. De omstandigheden veranderen ook, en u past zich daaraan aan op een heel 'natuurlijke' manier.

Dan uw eerste vraag. Het is heel logisch dat uw zoon minder goed uit de voeten kon met zijn Albanees in Albanië, omdat hij – zoals u zelf al constateerde, vooralsnog meer Nederlands dan Albanees hoort. Op dit moment is het Nederlands dus 'dominant' (waarover straks meer). Dat zal waarschijnlijk zo blijven tot u gaat verhuizen.

Eén taal dominant

In een tweetalig gezin zijn de twee talen die daar gesproken worden zelden helemaal in evenwicht. (Oftewel: 'gebalanceerde tweetaligheid' zoals dat heet, bestaat alleen in theorie en meestal niet in de praktijk.) Hoe komt dat?

Stel, de vader en de moeder spreken allebei hun eigen moedertaal met hun kinderen, zoals bij u thuis het geval is. Perfect evenwicht, zou je denken. Maar in de regel is het toch zo dat één van beide talen dominant is. De taal die het kind het meeste hoort, is daarbij gewoonlijk in het voordeel.

Er zijn meerdere situaties denkbaar waardoor een kind in de praktijk tóch de ene taal meer hoort dan de andere, ook al spreken beide ouders hun eigen moedertaal met het kind:

  • het kan bijvoorbeeld zijn dat de ene ouder vaker thuis is dan de andere;
  • en het kan zijn (wat vaak voorkomt) dat er buitenshuis maar één van de twee talen wordt gesproken.

Fascinerend

Het is fascinerend om te zien hoe tweetalige kinderen zich razendsnel aan hun gesprekspartner kunnen aanpassen. Er zijn bijvoorbeeld video-opnames bekend van een Nederlands/Frans-sprekend gezin (vader, moeder en kind) dat een bordspel doet, waarbij elke ouder de eigen taal spreekt. Het kind antwoordt afwisselend de moeder in de ene taal en de vader in de andere. Zonder haperen, zonder na te denken, en zonder zich te vergissen.

Het kind uit die video is echter wel al wat ouder, en in staat om zijn twee talen netjes in balans te houden.

Ook de wereld buitenshuis werkt mee in dit geval; het kind woont namelijk in de – op zijn minst – tweetalige stad Brussel.

Fascinerend, dat wel, maar niet de helemaal maatgevend. Het is immers niet altijd zo gelijk verdeeld...

Verschuiving

Houd er dus rekening mee dat de dominante taal van uw kinderen zal veranderen van Nederlands in Albanees, als u van Nederland naar Albanië verhuist.

Maar: als u dáár kiest voor het Nederlands als gezinstaal, dan blijft hun kennis van het Nederlands gewoon 'in huis' (in hun hoofd dus).

Veel succes in Albanië!