7 maart 2003 door Nanny Gortzak
Mijn zoontje is twee maanden te vroeg geboren en is momenteel 3½ maand oud. Hij geeft regelmatig voeding terug, ook tijdens het voeden. In het begin stopte ik met voeden zodra hij voedsel teruggaf, ik dacht namelijk dat hij overliep. Nu voed ik een half uur en haal hem er dan ook af. Gaat hij protesteren, dan geef ik hem zijn speen.
Doe ik hier goed aan, of moet ik hem laten drinken tot hij zelf stopt? En moet ik mij zorgen maken over het teruggeven van de voeding?
Tevens heeft hij regelmatig last van darmkrampjes, waarschijnlijk een gevolg van zijn prematuurheid. Ik vind het moeilijk om te beoordelen of hij nou honger heeft of darmkrampjes.
Geachte mevrouw Flipsen,
U geeft aan dat uw zoon regelmatig voeding teruggeeft, zowel tijdens als na het voeden. Dat kan meerdere oorzaken hebben; ik noem er drie. Daarna zal ik ingaan op de vraag hoe u weet of uw kind genoeg heeft gedronken, en hoe u het verschil kunt zien tussen krampjes en honger.
Allereerst kan het zijn dat een baby melk laat weglopen tijdens het drinken om een snelle melkstroom te verwerken. Soms kan hij de stroom namelijk niet bijhouden en laat hij de melk via een mondhoek weer weglopen. Hierbij kan een baby de borst ook loslaten.
Een andere mogelijkheid waarom er melk kan terugkomen, is dat er lucht in de maag is gekomen. Als de baby dan een boer doet, kan er wat voeding meekomen.
Tot slot kan het zijn dat de afsluiting tussen maag en slokdarm (nog) niet goed werkt. In hoeverre het teruggeven van voeding in dit geval een 'wasprobleem' is (iets wat te maken heeft met groei en ontwikkeling) of een medisch probleem, hangt af van de mate waarin de baby er last van heeft.
Om er zeker van te zijn dat uw zoon niets te kort komt, kunt u uw zoon het beste net zolang aan een borst laten drinken als hij zelf wil. Bij onrust, of als hij met een borst klaar is, laat u hem boeren door hem overeind te houden en eventueel wat druk in de maagstreek te geven. Dat kan bijvoorbeeld door de baby over de schouder te leggen, op een katoenen luier of een handdoek. Hierna kunt u de tweede borst aanbieden, opnieuw zolang hij wil.
U kunt zien dat hij met een borst klaar is, doordat hij loslaat en niet meer verder wil drinken. Als een baby de borst niet loslaat, is het veranderen van het zuig-slik patroon een betere graadmeter. Als er meer gezogen dan geslikt wordt, is het tijd om van borst te wisselen.
Als hij goed aankomt en voldoende plasluiers heeft (6 tot 8 kletsnatte katoenen luiers of 4 tot 6 zware wegwerp-luiers), kan uw zoon zelf prima aangeven hoe vaak en hoeveel hij wil drinken.
Als uw zoon last heeft van darmkrampen, wat bij premature baby's vaker lijkt voor te komen, dan kunt u hem aan de leegste borst laten zuigen. U merkt dan vanzelf of hij honger heeft, of last van krampen. Een lege borst stilt immers geen honger, maar geeft wel troost.
