11 maart 2002 door Mieke Beers

Moeite met V, S, G en KL. Moet ik mij zorgen maken? (3½ jr)

Ik heb een tweeling van 3½ jaar oud. Ze praten wel in hele zinnen, maar ze hebben moeite met de klanken V, S, G en KL. Is dit normaal voor deze leeftijd of moet ik me zorgen maken?

Als ik met ze oefen, proberen ze het echt, maar ze zeggen: "Mama het gaat niet". Ik versta ze wel omdat ik hun mama ben, maar anderen moeten toch 3x vragen wat ze zeggen.

Antwoord

De klanken die u noemt, zijn klanken waarmee veel jonge kinderen moeite hebben. Hieronder zal ik eerst ingaan op de klanken V, S en G. Daarna behandel ik de KL-cluster.

Vervanging door stopklanken

Tot een leeftijd van ongeveer 3 jaar worden V, S en G vaak vervangen door zogenaamde stopklanken: P, T en K. Dit kan verschillende oorzaken hebben, variërend van mond-motorische oorzaken (alles wat te maken heeft met aansturen en gebruiken van de spieren) tot fonologische oorzaken, oftewel alles wat te maken heeft met het klanksysteem en het aanleren daarvan.

  • Mond-motorisch: de klanken V, F, S, Z en G zijn moeilijker uit te spreken dan P, B, T, D en K, omdat lang aanhouden meer mond-motorische oefening vereist dan het produceren van een kort plofklankje.
  • Fonologisch: kinderen moeten leren welke klanken in een taal gebruikt worden om woordbetekenissen te onderscheiden. Ik zal dat hieronder uitleggen.

Het leren van klank-onderscheiden

Kinderen moeten bijvoorbeeld leren dat

pak
iets anders is dan

vak
, en dat

kaas
is iets anders dan

gaas
. De volgorde waarin kinderen deze klank-onderscheiden leren, in dit geval het onderscheid tussen lange (continuante) en korte (niet-continuante) klanken, is in grote lijnen gelijk voor alle kinderen die zich normaal ontwikkelen.

Juist het onderscheid waar uw kinderen moeite mee hebben, is een van de laatste onderscheiden die kinderen leren. Omdat deze 'regel' nog niet in hun klanksysteem is ontwikkeld, is het dus ook nog moeilijk voor ze om het onderscheid te maken, ook als u erom vraagt.

In het algemeen wordt aangenomen dat kinderen vóór het 4e jaar alle klanken en klank-onderscheidingen verworven hebben. Van tweelingen weten we echter dat de ontwikkeling iets achterloopt, dus op deze leeftijd (3,6) kan het nog wel voorkomen.

De kl-cluster

Met de KL-cluster die u noemt, is iets anders aan de hand. Of eigenlijk: twee dingen tegelijk. Ten eerste is de K aan het begin van een woord sowieso moeilijk voor veel kinderen. Ten tweede hebben kinderen de neiging om clusters van klanken te vereenvoudigen. Bijvoorbeeld:

trein
wordt

tein
,

plant
wordt

pant
en

klap
wordt

kap
. Meer hierover vindt u in het
Archief van de Vraagbaak kindertaal en meertaligheid.