Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
10 februari 2006 door Nadia Eversteijn
Mijn zoontje van 2 jaar en 2 maanden spreekt Nederlands met een Frans accent. Hoe is dat te verklaren, en is er wat aan te doen?
Ik heb altijd gedacht dat mensen die een taal van kinds af leren, die taal ook accentloos spreken. Maar bij mijn zoontje is dat niet het geval.
Hij heeft vooral moeite met de H. Die lijkt hij, net als eentalige Fransen, niet te horen. Hij zegt "Allo aan" tegen de haan, 'uilt' in plaats van 'huilt', etc. Daarnaast legt hij het woordaccent vaak verkeerd, namelijk op de laatste lettergreep, zoals in het Frans ('duiv
en' in plaats van 'd
uiven', etc.). Zijn R klinkt ook Frans. Met de G heeft hij daarentegen geen moeite.
Mijn man is Frans, ik ben Nederlandse, we wonen in Frankrijk en we spreken allebei consequent onze eigen taal tegen onze zoontjes (we hebben ook nog een zoon van 5 maanden oud).
Tegen elkaar spreken we Frans, en onze oudste zoon gaat vijf dagen per week naar een Franstalige crèche. Onze kinderen horen ook Nederlands van mijn ouders, die ze ongeveer één maal per maand een paar dagen zien. Frans is desondanks natuurlijk duidelijk dominant.
Mijn zoontje was vlug met praten; met anderhalf sprak hij in twee- en driewoord zinnen, met 2 jaar in hele zinnen. Zijn Nederlandse (actieve en passieve) woordenschat is ongeveer even groot als de Franse, maar Nederlandse zinnen bevatten veel Franse constructies, zoals "On va kijk le vogel", of "Oma a gekocht" (op een trui wijzend). Zulke vermenging is voor zover ik begrijp heel gewoon, maar ik heb nog nooit gelezen dat de dominante taal ook invloed heeft op de uitspraak van de tweede taal.
Afgezien van mijn zoontje ken ik nóg een paar gevallen van meertalige kinderen met een accent. Hoe is dit taalkundig te verklaren? Is dit slechts een fase (die andere kinderen zijn inmiddels 8 en 10...) en kan ik er iets aan doen?
Tweetalige kinderen die net leren praten, verwarren wel vaker de klanken van hun talen. Net zo goed als ze vaak nog niet weten, welk woord precies bij welke taal hoort. Dat is een normale fase in hun taalontwikkeling, dus u hoeft er niets aan te doen.
Hieronder zal ik wat vertellen over de fase waarin uw zoontje zich nu bevindt, en ook over de verschijnselen die je kunt waarnemen bij oudere kinderen.
Uw zoontje spreekt de R op zijn Frans uit, ook in Nederlandse woorden. En hij beklemtoont vaak de laatste lettergreep van een Nederlands woord, zoals bij Franse woorden heel gebruikelijk is. Met een mooie term heet dat wat hij doet: fonologische adaptatie aan de omringende taal. Oftewel: aanpassing van de klanken van het Nederlands aan de klanken van het Frans.
Zoals u al begrepen had, is het logisch dat hij zijn Nederlandse klanksysteem aanpast aan het Franse systeem, en niet andersom. Het Frans is immers zijn dominante taal.
Overigens komt het ook vaak voor dat ouders van tweetalige kinderen dénken dat ze een accent horen, terwijl eentalige kinderen van dezelfde leeftijd precies hetzelfde blijken te praten. Gewoon omdat kleine kinderen nog veel moeite hebben met het uitspreken van bepaalde klanken.
Een voorbeeld zou het niet uitspreken van de H kunnen zijn. Ook voor een kind dat eentalig opgroeit, is het niet raar als het op tweejarige leeftijd 'uis' zegt, in plaats van 'huis'. Hij hóórt de H-klank echter wel. Uw zoontje hoort hem vermoedelijk ook gewoon. Het auditief onderscheiden van klanken leert een kind namelijk veel eerder dan het produceren van die zelfde klanken: als baby al.
U vertelde dat u ook oudere kinderen kent (van 8 en 10), bij wie u een accent hoort. Misschien komt dat door een bijzonder verschijnsel dat beschreven is door de taalkundige Ian Watson. Eerst geef ik twee voorbeelden om te laten zien waar het over gaat, daarna volgt datgene wat Watson erover gezegd heeft.
Eerste voorbeeld. Zonder dat we ons ervan bewust zijn, kunnen we een bepaalde klank op heel veel verschillende manieren uitspreken. Nauwkeuriger gezegd: we kunnen een klank op verschillende plaatsen in de mond uitspreken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de K voorin of achterin de mond uit te spreken (probeert u maar eens!). In het Nederlands maakt het voor de betekenis van het woord 'koe' niet uit of je de K voor- of achterin de mond uitspreekt. In het Arabisch echter wél. Daar zijn die twee soorten K's echt verschillende klanken, waar ook verschillende letters voor bestaan.)
Een ander voorbeeld is de R. In het Nederlands bestaan er (minstens) twee soorten R-klanken: de huig-R en de tongpunt-R. (Daarnaast hoor je tegenwoordig ook veel de Gooise R oftewel de Sacha-de-Boer-van-het-NOS-journaal R, die klinkt zoals de Engelse R.) De huig-R spreek je achter in de keel uit, door je huig te laten trillen. En de tongpunt-R spreek je helemaal voor in de mond uit, uiteraard door je tongpunt te laten trillen. Voor al deze R-varianten geldt hetzelfde als voor de K, dat ze geen betekenisverschil veroorzaken.
Nu beweert Ian Watson het volgende over tweetalige sprekers. Als je in taal A een breed scala aan mogelijkheden hebt om een klank uit te spreken (zoals in de bovengenoemde Nederlandse voorbeelden), en in taal B is het scala om diezelfde klank uit te spreken beperkter (bijvoorbeeld zoals allochtonen die klank uitspreken), dan zal je in taal A die klank uitspreken op de manier die ook voor taal B acceptabel is.
Bijvoorbeeld: het Turks (taal B). Het Turks kent alleen de tongpunt-R, en geen huig-R. Daarom hoor je Turkse kinderen die in Nederland wonen heel vaak een tongpunt-R gebruiken in Nederlandse woorden (taal A). Denkt u maar eens aan de manier waarop een Turks kind "Respect, man!" kan zeggen. Dat klinkt dan een beetje buitenlands. Maar dat
is het eigenlijk niet.
Omdat u niet precies vertelde bij welke klanken u een accent hoort bij de oudere kinderen in uw omgeving, kan ik niet beoordelen of dit verschijnsel zich bij hen inderdaad ook voordoet. Maar wellicht kunt u het zelf nagaan.
Bij tienerkinderen zien we soms nog een ander verschijnsel. Ze praten soms opzettelijk met een accent omdat ze dat stoer vinden. Denkt u maar eens aan de stoere manier waarop allochtone tienerjongens het zinnetje "Is goed, jongen," kunnen uitspreken. Het klikt dan ongeveer als: "Ies choet, jongu."
Misschien kunnen hun ouders de korte I-klank écht niet uitspreken, omdat die in hun eerste taal niet bestaat (waardoor ze de lange IE zeggen). Maar voor tieners die in Nederland geboren zijn, is het heel onwaarschijnlijk dat ze geen korte I kunnen produceren.
Waarom vervangen ze de korte I dan tóch door de lange IE? Omdat het hun identiteit als allochtone jongere markeert. Ze willen laten horen tot welke groep ze behoren, zeker aan elkaar, en vaak ook aan anderen. En ze kunnen het – als het moet – ook laten.
In de filmkomedie 'Shouf shouf habibi,' over het leven van Marokkaanse jongeren in Nederland, zit hiervan een prachtig voorbeeld. De hele film door hoor je de hoofdpersoon Ap tegen zijn familie en vrienden praat met een zwaar 'Marokkaans accent'. Behalve in één scène.
Aps broer heeft Ap een 'serieuze baan' bezorgt op een kantoor. We zien Ap op zijn eerste werkdag naar dat kantoor toerijden. Hij heeft de auto van een vriend geleend om indruk te maken. En hij doet net alsof hij een telefoongesprek voert in zijn nieuwe rol als serieuze werkende man. In de trant van: "Doet u mij een stel van die aandelen, en doe er ook een paar obligaties bij." Hij doet het in een vlekkeloos Randstad-accent, waarop menig tv-presentatrice nog jaloers zou zijn.
Natuurlijk lopen er veel minder Frans-Nederlandse kinderen rond in Frankrijk dan er Marokkaans-Nederlandse kinderen in Nederland zijn. En dus is het minder waarschijnlijk dat uw kinderen zich als tiener expres een accent zullen aanmeten. Waarschijnlijk willen ze juist
niet opvallen, en gaan ze dus in Frankrijk accentloos Frans spreken.
En vermoedelijk willen ze, als ze in Nederland zijn, accentloos Nederlands spreken. Omdat ze beide talen vanaf hun geboorte leren, mag u inderdaad verwachten dat ze dat ook perfect gaan doen.
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.