Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
30 mei 2003 door Nanny Gortzak
Mijn dochter is nu ruim 3 maanden. Over drie weken ga ik weer aan het werk en ik wil doorgaan met borstvoeding geven. Voor het geval ze op het kinderdagverblijf een keer meer honger heeft dan ik aan melk heb achtergelaten, wilde ik haar laten wennen aan de smaak van kunstvoeding.
Ze is echter kieskeurig en accepteert geen kunstvoeding. Ze wil zelfs geen moedermelk die bevroren is geweest, dus ik kan ook geen voorraad aanleggen.
Vooropgesteld dat er verse moedermelk in zit, drinkt ze prima uit de fles, dus dat is het probleem niet. Wat kan ik hieraan doen?
Het hier geschetste probleem heeft vooral te maken met de smaak van de voeding. Zowel kunstvoeding als moedermelk die bewaard is, hebben een andere smaak dan verse moedermelk. Hieronder zal ik voor beide situaties aangeven hoe je dat smaak-probleem kunt oplossen.
Maar misschien is er nog meer aan de hand. Ook het type speen en de geur van de moeder kunnen een rol spelen...
In sommige gevallen willen kinderen uitsluitend melk drinken die vers gekolfd is en niet te lang in de koelkast bewaard is gebleven. Soms kan het overbruggen van een weekend al te lang zijn, zelfs als de melk bevroren is geweest. Hoe kan dat?
Om te beginnen is moedermelk van één of twee dagen oud nog prima van kwaliteit. Dus daaraan ligt het niet. Maar als je de melk zou proeven, dan blijkt hij meestal een zepige smaak te hebben. De melk is dan niet bedorven, maar de enzymen zijn dan al begonnen met het verteren van de vetten. Dit kan de zepige smaak veroorzaken. Ook in de koelkast en in de vriezer gaat dit proces, heel langzaam, gewoon door. Daarom willen sommige baby's ingevroren melk niet drinken.
Overigens verschilt dat effect van voor-vertering van moeder tot moeder. Daarom vinden sommige baby's het wel een probleem om wat oudere of ingevroren melk te drinken en andere niet.
Een mogelijke oplossing, die vaak goed werkt, is om de melk die u wilt bewaren, eerst au bain marie te verhitten (pannetje met melk in een pan heet water). Zodra de melk tegen de kook aan is, haalt u de melk uit het hete water, en laat u hem weer afkoelen; eerst buiten de koelkast – om de ergste hitte eraf te halen – en dan in de koelkast. Tenslotte kunt u de melk invriezen, als u dat wilt.
Door op deze manier te werk te gaan, zullen de enzymen in de melk onwerkzaam worden, waardoor de voor-vertering van vetten achterwege zal blijven en de smaakverandering niet optreedt.
Overigens zullen er niet alleen enzymen maar ook andere stoffen en cellen onwerkzaam worden door deze behandeling. Het is dan ook van groot belang om in ieder geval heel hygiënisch te werk te gaan, omdat het natuurlijke mechanisme in de melk dat bederf vertraagt, eveneens wordt lamgelegd. Strikt genomen raakt de behandelde melk dus wel wat van zijn goede eigenschappen kwijt, maar nog steeds is de kwaliteit beter afgestemd op de baby dan kunstmatige zuigelingenvoeding.
Kortom: het is de moeite waard om eerst de bovenstaande aanpak uit te proberen. Als uw dochter de melk die zo is ingevroren wel accepteert, dan kunt u een voorraad gaan opbouwen.
Veel kinderen hebben moeite met het wennen aan nieuwe smaken. Aangezien kunstvoeding anders smaakt dan moedermelk, kan dat dus een probleem geven. De truc is dan om het wennen heel geleidelijk te laten verlopen.
U kunt dus proberen om eerst een klein beetje kunstvoeding door de moedermelk te mengen. Zodra uw dochter dat accepteert, kunt u de hoeveelheid kunstvoeding in de moedermelk steeds verder opvoeren.
Let ook goed op de speen die u gebruikt. Het kan namelijk zijn dat een speen met een heel klein gaatje, die voor moedermelk ideaal is, voor de kunstvoeding niet geschikt is. Als de melkstroom te traag is, gaan baby's protesteren en kan de fles geweigerd worden. Een speen met een iets groter gaatje kan dan een oplossing zijn, omdat kunstmelk iets dikker is dan moedermelk en dus langzamer door de speen stroomt.
Overigens moet de stroom ook weer niet té groot zijn, omdat de baby de grote hoeveelheid ineens niet aankan. Daarnaast kan de fles te snel leeg gaan, waardoor hij nog een zuigbehoefte houdt na de fles.
Wat ook wel eens wil helpen bij het wennen aan kunstvoeding, is als iemand anders deze melk aanbiedt. Want zolang de moeder in de buurt is, kan haar geur ervoor zorgen dat de baby uitsluitend moedermelk wil drinken. Sommige kinderen willen dan zelfs niet meer uit de fles drinken.
is lactatiekundige IBCLC.