Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
13 september 2002 door Nanny Gortzak
Mijn twee maanden oude baby Lena krijgt al sinds de geboorte borstvoeding. Aanvankelijk ging dit heel goed, maar sinds enkele weken is het een onrustig gedoe.
Na enkele minuten drinken laat ze los, zoekt dan met open mond heel nerveus weer de tepel (ze bonkt bijna met haar hoofd tegen de borst), maar pakt hem niet, ook al komt-ie wel in haar mond. Ze begint dan onbedaarlijk te huilen.
Ik laat haar een boer doen op de schouder, die dan snel volgt, meestal met een golf melk (Lena blijft meestal doorhuilen).
Daarna bied ik weer diezelfde borst aan, maar die wil ze dan meestal niet meer, hoewel er – als ik er in knijp – nog wel melk uitkomt. De andere borst wil ze wel. Meestal volgt daar dan hetzelfde patroon.
Lena groeit wel goed... maar het voeden is op deze manier niet zo'n pretje.
Overigens gaat het niet zo bij alle voedingen, maar wel bij de meeste. Bij de fles met moedermelk die ze 's avonds laat krijgt, vertoont ze dit gedrag niet. Wel wordt ze driftig als je de fles even weghaalt om het eten even te laten zakken (als het bijvoorbeeld langs haar mond loopt).
Ze heeft wel wat last van spruw. Het gaat steeds weg en komt dan weer terug. Misschien heeft dit er ook mee te maken? Ik hoop op wat hulp, want ik wil graag zes maanden borstvoeding geven. Helaas is het op deze manier nogal vervelend.
Geachte mevrouw Geertsen,
Uw klacht is dat het drinken snel en onrustig verloopt. Hoe kan dat? Het lijkt erop dat de melkstroom erg groot is en dat de hoeveelheid melk overvloedig is. Ik leid dat af uit het feit dat uw dochter goed groeit. Hieronder zal ik aangeven wat er waarschijnlijk gebeurt, en hoe u dat zou kunnen bijsturen. Ook de spruw komt daarbij uitvoerig aan de orde.
Aan het begin van een voeding stroomt de melk heel snel. Als kinderen wat ouder worden, kunnen ze zo in korte tijd veel melk binnenkrijgen.
In de regel geldt: hoe onrustiger en hoe hoorbaarder een baby drinkt, des te meer lucht er ingeslikt kan worden. En als er ook nog bij gehuild wordt, dan kan dat de hoeveelheid ingeslikte lucht nog verder vergroten.
Het is dus erg belangrijk om de baby goed te laten boeren.
U schrijft dat uw baby na enkele minuten drinken de tepel loslaat en dan zoekbewegingen maakt en gaat huilen. Dat is het moment waarop ze aangeeft dat het tijd is om van borst te wisselen.
Tegelijkertijd geeft ze door de onrust aan dat er iets is wat haar dwarszit. Gezien de snelheid waarmee ze een flinke hoeveelheid melk naar binnen krijgt, geeft ze zo aan dat het ook tijd is voor een boer.
Om het probleem te verminderen, kunt u proberen of het helpt om vlak voor het voeden eerst een toeschietreflex op te wekken; met de hand of met behulp van een kolf. De eerste melk laat u dan wegstromen. Vervolgens kunt u – als de ergste druk van de borst is – uw dochter aanleggen.
Hopelijk zal ze door een wat minder krachtige melkstroom minder snel hoeven te slikken, waardoor er ook minder lucht naar binnen komt.
Ook kunt u proberen om uw dochter wat meer in verticale houding aan te leggen in plaats van horizontaal. Zo geeft u haar zelf wat meer controle over de melkstroom en zal eventueel ingeslikte lucht makkelijk kunnen ontsnappen. Aan de andere borst doet u hetzelfde.
U geeft aan dat uw dochter niet meer terug wil aan dezelfde borst, terwijl daar toch melk uitkomt. Dat is niet erg: een borst stopt niet met melk aanmaken en zal dus nooit helemaal leeg zijn. Uw dochter groeit goed en geeft dus prima aan wanneer er van borst gewisseld moet worden.
Ook geeft u aan dat uw dochter steeds last van spruw heeft. Spruw kan inderdaad onrustig drinkgedrag veroorzaken, waardoor een baby ook weer meer moet boeren.
Ik neem aan dat een arts de spruw geconstateerd heeft. Als de spruw steeds terugkeert, dan is het erg belangrijk dat zowel u als uw dochter tegelijkertijd behandeld worden, ook nadat de symptomen verdwenen zijn. U kunt elkaar namelijk steeds blijven infecteren.
De meeste moeders geven aan dat de spruw wegblijft als ze nog minstens 10 tot 14 dagen weken na het verdwijnen van de verschijnselen doorgaan met het behandelen van zowel zichzelf als de baby.
Gedurende die tijd is een goede hygiëne extra belangrijk:
Veel succes!
is lactatiekundige IBCLC.