Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
4 maart 2005 door Nanny Gortzak
Ik had zwangerschapsvergiftiging, en een keizersnee, en mijn kindje kwam op de medi-care afdeling. Eindelijk thuis bleek hij niet goed te kunnen happen, omdat het tongriempje te vast zat. Dat is toen doorgeknipt door de kinderarts.
Zes dagen na de geboorte wilde hij niet meer aan de borst. Zelf had ik ingetrokken tepels, en te weinig melkproductie, en ik moest nog steeds een zeer hoge dosis medicijnen voor de te hoge bloeddruk slikken. Nu, 14 weken later, heeft mijn zoontje een koemelk-allergie en constitutioneel eczeem.
Ik ben kwaad dat ik niet genoeg hulp heb gehad in het ziekenhuis en dat men mij maar heeft laten aanmodderen. Ik voel mij schuldig tegenover mijn kindje en ik wil hier graag wat aan doen. Ik moet het in ieder geval proberen. Maar waar moet ik beginnen?
U vraagt zich af of u 14 weken na de geboorte van uw zoon nog met de borstvoeding kunt beginnen. Het antwoord daarop is tweeledig en simpel: ja, in principe kan dat (gedeeltelijk), maar er komt wel heel wat bij kijken en het hangt ook af van uw zoon.
Om op dit moment aan borstvoeding te beginnen, een proces dat relactatie genoemd wordt, is een aantal stappen nodig. Eerst zal ik de technische aanpak behandelen. Daarna bespreek ik wat u in de praktijk kunt verwachten en welke keuzes u heeft.
Allereerst moet de melkproductie op gang worden gebracht. Dat kan door aanleggen, of als de baby dat (nog) niet wil, door veelvuldig kolven. U moet dan denken aan langere tijd elke 2 tot 3 uur kolven. Bij voorkeur moet er 's nachts nog een keer gekolfd worden.
U kunt vragen aan uw arts of u medicijnen mag gebruiken die hierbij kunnen helpen. Het kolven en/of aanleggen blijven echter heel belangrijk.
Ten tweede zult u uw zoon aan de borst moeten zien te krijgen. Als dat lukt, zal de melkproductie ook makkelijker opgevoerd kunnen worden. Lichamelijk contact met een baby doet nu eenmaal veel meer voor de hormonen dan een kolfmachine.
Zodra het lukt om uw zoon de tepel en een deel van de tepelhof goed in de mond te laten nemen, kunt u ervoor zorgen dat hij al zijn voeding (gekolfde melk en kunstmatige zuigelingenvoeding) aan de borst kan drinken met behulp van een borstvoedingshulpset.
Met een borstvoedingshulpset kunt u de voeding aanbieden via een slangetje dat op de borst is bevestigd en dat verbonden is aan een container. Als een baby vervolgens aan de borst zuigt, komt er melk uit het slangetje in zijn mond.
Op deze manier voorkomt u dat hij weer snel aan een fles went en daar een voorkeur voor heeft of houdt.
In het begin is het misschien nodig om uw zoon met een tepelhoedje aan te leggen, omdat dat materiaal nu eenmaal vertrouwd aanvoelt voor hem. Ook zal hij in het begin een manier van drinken hebben die bij flesgevoede baby's gebruikelijk is.
Er gebeurt nu het volgende:
Al met al is deze methode natuurlijk wel een hoop werk. En ook het gebruik van al die hulpmiddelen is natuurlijk niet leuk. Daardoor kan de moed u – zeker in het begin – wel eens in de schoenen zinken.
Maar anderzijds: een moeder die deze weg van relactatie kiest, zal bij elk hulpmiddel dat gaandeweg terzijde gelegd kan worden (tepelhoedje, hulpset, kolf) bevestigd zien dat haar plan om te relacteren succes heeft.
Een andere manier van relacteren, die minder hulpmiddelen vergt maar wel langer kan duren, is het aanleggen van de baby en hem zo veel mogelijk laten zuigen. Als uw zoon hier open voor staat en regelmatig aan de borst wil drinken (en misschien zelfs daadwerkelijk wat drinkt), dan staat in principe de weg open om langzaam maar zeker de melkproductie weer op te bouwen.
De nadruk ligt hierbij misschien meer op het proces van het voeden, dan op de hoeveelheid melk die zo geproduceerd wordt. Door ervoor te zorgen dat een baby elke 2 uur wil drinken, bijvoorbeeld door de overige voeding die aangeboden wordt in kleinere hoeveelheden aan te bieden, vindt regelmatige stimulatie van de borsten plaats.
Elke moeder kan zelf kiezen welke methode haar het meest geschikt lijkt.
In hoeverre relacteren tot volledige borstvoeding slaagt, hangt af van de inzet van de moeder, maar ook van haar natuurlijke vermogen om snel meer melk aan te maken, én van de manier waarop haar lichaam reageert op de veranderende hormonen die bij de borstvoeding een rol spelen.
Als er een overstap plaatsvindt van fles naar borst, zoals bij relactatie, dan is het wel raadzaam om de hoeveelheid plasluiers van de baby in de gaten te houden en eventueel het gewicht extra te checken.
Het is in ieder geval een goed idee om een lactatiekundige te raadplegen, die alle stappen met u kan doornemen en er zonodig nog een toelichting bij kan geven. Ook kan zij helpen met aanleggen, en met het gebruik van de diverse hulpmiddelen (mocht u die willen gebruiken). Daarnaast kan zij het gewicht van de baby in de gaten houden.
Als u wilt weten hoe het andere moeders vergaan is, dan kunt u op Internet zoeken op 'relactatie'. U kunt daarbij ook denken aan verhalen van moeders die een adoptie-baby aan de borst hebben gekregen.
In sommige gevallen hebben moeders baby's van enkele maanden oud aan de borst weten te krijgen!
is lactatiekundige IBCLC.