Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
11 januari 2002 door Jeroen Aarssen
Ik ben een Turkse moeder, ik heb een zoon van onderhalve jaar. We praten Turks aan hem, maar ik wil ook dat hij de zelfde tijd Nederlands leert voor dat hij narr school gaat. Zal het goed zijn dat wij aan hem zelfde tijd ook Nederlands praten aan hem?
U kunt best wel eens Nederlands praten met uw zoontje. Het is alleen de vraag of de ontwikkeling van zijn Nederlands daarbij gebaat is.
Normaal gesproken praat een ouder spontaan, zonder erbij na te denken, tegen een kind en kiest dan ook niet bewust in welke taal hij of zij dat doet.
In bijna alle gevallen valt de keuze op de eigen taal, in uw geval dus Turks. Het kan emotioneel belastend zijn als u moet overschakelen op een taal die niet de uwe is.
Een andere factor is hoe "goed" de taal is die een kind te horen krijgt. Kinderen vormen op basis van het taalaanbod hypotheses over hoe de taal in elkaar zit. Ik verbaasde mij daarom kortgeleden over een tv-programma over kindertaal, waarin gesteld werd dat een matig taalaanbod niet erg zou zijn.
In het programma komt een gezin aan het woord waarvan de moeder Marokkaans is en de vader Turks. De taal die in het gezin het meest wordt gebruikt, is Nederlands. Helaas laat het Nederlands van beide ouders te wensen over. Ze doen verschrikkelijk goed hun best en gaan heel erg lief met de jongen om, maar wat hij thuis aan taalaanbod krijgt, is niets anders dan gebrekkig Nederlands. Vervolgens beweert de commentaarstem doodleuk dat het kind er geen last van heeft, omdat het aangeboren taalvermogen van kinderen ervoor zou zorgen dat het allemaal goed komt.
Maar het probleem is nu juist dat het vaak
niet zomaar goed komt! We hebben er in Nederland zelfs een naam voor: kinderen met een taalachterstand. Er wordt dan eigenlijk bedoeld "achterstand in het Nederlands", want deze kinderen beheersen vaak (maar helaas ook weer niet altijd) hun eigen taal juist heel goed.
Het Turks-Marokkaanse jongetje uit het tv-programma krijgt van zijn vader bijvoorbeeld Nederlandse zinnen te horen die typisch zijn voor Turkse mensen in Nederland van de eerste generatie. In deze zinnen staat het werkwoord vaak op de laatste plaats in de zin. Niet zo vreemd, want zo gaat dat ook in het Turks. Bovendien gebruikt de vader bijna uitsluitend hele werkwoorden ("Welke
vinden mooier?"). De kans bestaat nu dat de jongen gaat denken dat dat zo hoort in het Nederlands. We horen hem dan ook zeggen "Hij nog die auto wassen", met het hele werkwoord en -- zoals te verwachten -- ook nog op de laatste plaats van de zin.
Nu mag het taalaanbod best wel eens gebrekkig zijn, zolang een kind daarnaast maar genoeg andere signalen krijgt. Op die manier wordt de "ruis" (zoals verkeerde zinsconstructies) er op den duur wel uitgefilterd. Het Nederlands van het eerder genoemde Turks-Marokkaanse jongetje bleek ook met sprongen vooruit te gaan, toen hij naar een kinderdagverblijf ging.
Kortom: in uw geval zou ik adviseren om thuis gewoon Turks te blijven spreken, en erop te vertrouwen dat hij het Nederlands buitenshuis zal leren van de mensen om hem heen, zoals andere kinderen, leidsters op een kinderdagverblijf, juffen en meesters.
En aangezien kinderen in België, waar u woont, al op heel jonge leeftijd naar school gaan, zou ik me als ik u was vóór die tijd niet te veel zorgen maken.
is turkoloog en specialist op het gebied van meertalige taalontwikkeling. Jeroen is werkzaam bij Sardes.