Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
22 juni 2007 door Nadia Eversteijn
Wij zijn een Nederlands stel en wij wonen met ons zoontje van 8 maanden in Engeland. De 'Minority Language @ Home' benadering lijkt het beste bij onze situatie te passen. Hierover hebben wij drie vragen.
1. Betekent deze aanpak letterlijk dat wij alleen thuis Nederlands met onze zoon spreken en buiten – met name in Engels gezelschap – Engels? Of betekent het dat wij als ouders altijd Nederlands met hem moeten spreken, ook buitenshuis in gezelschap van Engelsen?
2. Onze zoon begint nu "mamama" te zeggen, en de leidsters op het Engelse kinderdagverblijf hebben gezegd dat ze zelf best wat Nederlandse woordjes willen leren, zoals mama en papa, en wat namen van eten, voor als ze hem voeren. Is dat een goed idee? Zouden ze dan bijvoorbeeld zowel het Engelse als het Nederlands woord kunnen noemen, wanneer ze het over een appel of peer hebben? Of wordt dat verwarrend voor onze zoon? Hun uitspraak zal immers niet perfect zijn.
3. Is het verstandig om ons thuis te beperken tot Nederlandse boeken, CD's met Nederlandse kinderliedjes, Nederlandse DVD's, etc., of kunnen we deze in beide talen aanbieden?
Aangezien u en uw partner beiden moedertaal-sprekers van het Nederlands zijn, ligt de Minority Language @ Home-methode inderdaad het meest voor de hand voor de opvoeding van uw kind. Met andere woorden: uw kind leert het Nederlands (een minderheidstaal in Engeland) thuis van u als ouders. De meerderheidstaal, het Engels, leert hij dan van de mensen in zijn verdere omgeving.
Hoe strikt u deze methode toepast, is een persoonlijke keuze. Er bestaat dan ook niet één correct antwoord op elk van de vragen die u stelde. Maar ik kan u wel wat richtlijnen geven.
U hoeft de term 'Minority language at home' niet heel letterlijk te nemen. Uw Engels zal ongetwijfeld goed zijn, maar het Nederlands is vast en zeker toch de taal waarin u het gemakkelijkst met uw zoontje kunt communiceren.
Dat betekent dat jullie gerust Nederlands kunnen spreken als jullie in de speeltuin zijn, of in de supermarkt. Uw zoontje zal de Nederlandse taal dan in de eerste plaats koppelen aan u als persoon, meer dan aan een fysieke plaats. Daar is niets op tegen.
Iets lastiger wordt het als u – binnenshuis of buitenshuis, dat maakt weinig uit – in gesprek bent met Engelstaligen en tussendoor ook iets tegen uw zoontje wilt zeggen. U heeft dan twee opties (die u beide naast elkaar kunt hanteren, al naar gelang de situatie):
U hoeft absoluut niet bang te zijn dat zo'n wisseling van taal, afhankelijk van de situatie, uw zoontje in grote verwarring zal brengen. Hij zal namelijk al snel doorkrijgen dat uw taalkeuze samenhangt met de aanwezige personen.
Al rond anderhalf jaar beginnen tweetalige kinderen ook zelf hun eerste juiste taalkeuzes te maken. Ze zeggen dan bijvoorbeeld "house" tegen de Engelse buurvrouw, en "huis" tegen hun vader. Uiteraard kunnen ze dit alleen toepassen bij dingen waarvoor ze al twee labels (woorden) geleerd hebben. Als het kind het Engelse woord voor "muis" nog niet geleerd heeft, zal hij tegen de Engelse buurvrouw ook gewoon "muis" zeggen. Hij heeft immers geen ander label tot zijn beschikking.
U hoeft dus geen principiële keuze te maken tussen beide opties, maar u kunt per situatie doen wat u goed dunkt.
Het is bijzonder prettig dat de leidsters van het kinderdagverblijf zo welwillend staan tegenover de tweetalige opvoeding van uw zoontje! Het is echter niet nodig dat zij woordjes in twee talen aan uw zoontje aanbieden. Uw zoontje kan ook uit de context vanzelf wel opmaken dat een
biscuit hetzelfde is als een koekje. Dat is juist de charme van de spontane verwerving van twee talen: uw kind heeft er geen expliciete 'taallesjes' voor nodig.
Daarentegen is het wél prettig als de leidsters een paar Nederlandse woordjes kunnen begrijpen. Dan zullen ze ook helemaal in het begin, als uw zoontje nog geen Engelse woordjes kan zeggen, af en toe snappen wat hij wil. Het is bijvoorbeeld heel handig als ze weten wat hij bedoelt met: "Uit!!!" wanneer hij in een kinderstoel zit.
Bedenk echter dat het niet zo gemakkelijk is om kleine kinderen te verstaan, omdat hun articulatie nog in ontwikkeling is. Verwacht u er dus niet te veel van, als de leidsters wat Nederlandse woordjes leren. Uw zoontje leert ongetwijfeld veel sneller hun Engels te verstaan dan zij zijn Nederlands.
Ik denk dat het verstandig is om inderdaad zo veel mogelijk Nederlandse voorleesboekjes, CD's, video's en DVD's te gebruiken. Ik zal u uitleggen waarom.
Hoe ouder uw zoontje wordt, des te meer mensen hij zal leren kennen (op straat, op school, enzovoorts). Dat zullen praktisch allemaal Engels sprekende mensen zijn; het Engels is immer de meerderheidstaal in zijn omgeving. Daardoor zal het Engels voor hem de taal worden die hij het beste zal leren spreken en schrijven. Voor het Nederlands is hij volledig afhankelijk van u, als ouders (plus een klein beetje zijn Nederlandse familie, als hij misschien eens bij opa en oma gaat logeren, etc.) Grijp dus zoveel mogelijk kansen aan om uw zoontje Nederlands aan te bieden!
Daarnaast is er nog een reden. Om hem gemotiveerd te houden, is het heel belangrijk dat hij plezier houdt in het Nederlands. Boeken en films zijn bij uitstek de middelen om lol in een taal te stimuleren. Het geniet dan ook beslist de voorkeur om films en boeken zoveel mogelijk in het Nederlands aan te bieden.
Maar wat nu als u een juweeltje van een kinderboek kent, of een schitterende kinderfilm, die alleen in het Engels verkrijgbaar is? Dan hoeft u uw kind dat boek of die film echt niet te onthouden hoor. Het is heus niet zo dat hij in de war zal raken als u hem eens in het Engels voorleest, of hem thuis een Engelse film toont. De Minority Language @ Home-methode is namelijk alleen een richtlijn, bedoeld om u wat sturing te geven in de meertalige opvoeding. Het is beslist geen wet waarvan u nooit mag afwijken. Good luck!
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.