Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
15 december 2006 door Nadia Eversteijn
Al 14 jaar wonen we in Botswana in Zuidelijk Afrika. We hebben vier kinderen: de oudste drie waren 5, 3, en 1 toen we erheen gingen, en de jongste is in Botswana geboren. Ze hebben allemaal vanaf 5-jarige leeftijd op een Engelstalige school gezeten en ik ben met alle vier een half jaar voor ze leerden lezen en schrijven in het Engels (op 6-jarige leeftijd) aan groep 3 van het basispakket 'Nederlands als moedertaal' van de IVIO wereldschool begonnen.
De oudste twee zijn met Nederlands van IVIO doorgegaan tot ze naar een internationale school in Namibië gingen. Ze hadden toen tot en met 2 HAVO/VWO af. Inmiddels hebben ze weinig moeite met Nederlands, en hebben ze moeiteloos Engels, Zuid-Afrikaans, Tswana en Duits (in Namibië) erbij geleerd, zonder het te verwarren met Nederlands. De oudste studeert nu in Delft aan de TU en heeft alleen wat moeite met de wis- en natuurkundige termen in het Nederlands.
De jongste twee (15 en 10) die nog thuis zijn, hebben echter heel wat meer moeite om al die talen uit elkaar te houden. Ze spreken goed Zuid-Afrikaans, Engels en Tswana, maar hebben moeite met "de" en "het" in het Nederlands en met de werkwoordsvervoegingen. En je wilt ook niet elke zin verbeteren, omdat ze daar helemaal onzeker van worden. We proberen dus thuis maar zoveel mogelijk goed Nederlands te praten en ze te stimuleren om veel te lezen.
Mijn grootste zorg is het feit dat ze niet een goed lopend verhaal kunnen schrijven (of durven te schrijven.)
Kent u een methode die het schrijven van opstellen een beetje spelenderwijs stimuleert, zodat het niet een last maar een plezier wordt om een stukje te schrijven?
Voor zover ik weet, is er geen recente lesmethode die zich uitsluitend richt op het zogenaamde 'stellen'. Toch zal ik u wat suggesties aan de hand doen, waarmee u met een beetje geluk uw kinderen kunt verleiden tot het schrijven van korte teksten in het Nederlands. Ook zal ik toelichten waarom het niet verwonderlijk is dat uw kinderen juist
deze problemen hebben met het Nederlands.
Allereerst mijn complimenten voor de zeer geslaagde meertalige opvoeding van uw kinderen tot dusver. Het feit dat uw oudste, vijftalig opgegroeide telg nu aan de TU Delft studeert, moet een hart onder de riem zijn voor veel ouders die twijfelen of een kind een twee- of meertalige opvoeding wel aankan.
Bij uw jongste twee kinderen bemerkt u echter dat ze moeite hebben met bepaalde aspecten van het Nederlands. U noemt de lidwoorden en de werkwoordsvervoegingen.
Het is niet zo vreemd dat ze juist met deze aspecten van het Nederlands wel eens moeite hebben. Welk lidwoord een zelfstandig naamwoord krijgt (
de voor mannelijke en vrouwelijke woorden, en
het voor onzijdige woorden), en welke vorm een werkwoord krijgt in de verleden en de voltooid verleden tijd, zijn allebei
intrinsieke eigenschappen van een woord. Je kunt ze meestal niet afleiden van iets anders (alleen bij verkleinwoorden krijg je altijd 'het') en je hebt er geen intuïties over. Je weet bijvoorbeeld niet dat 'paard' onzijdig is (het paard) en dat 'mens' mannelijk is (de mens).
In principe onthoud je die intrinsieke eigenschappen van een woord dus samen met het woord zelf. Je slaat ze op in het 'woordenboek' dat in je hoofd zit (de jargonterm daarvoor is het 'mentale lexicon'). Het zijn kenmerken van een woord die je gewoon uit je hoofd kent. Trouwens, in een goed papieren woordenboek staan deze eigenschappen ook bij elk woord vermeld.
Wie een taal spontaan vanaf zijn jeugd verworven heeft, zal deze eigenschappen van een woord onbewust uit zijn hoofd kennen, en slechts in een heel enkel geval twijfelen (was het nou 'stof gezogen' of 'gestofzuigd'?). Wie een taal op latere leeftijd op school leert, moet deze eigenschappen echter bewust 'stampen' ("het is:
het paard, en:
vliegen, vloog, gevlogen").
Nu is het zo dat mensen die een taal weliswaar (grotendeels) spontaan verworden hebben, maar net wat minder taalaanbod hebben gekregen dan anderen – bijvoorbeeld omdat ze meertalig zijn – ook net wat minder woord-eigenschappen uit hun hoofd blijken te kennen.
Zo hoor je allochtone jongeren in Nederland, die het Nederlands verder moeiteloos en vloeiend kunnen spreken, ook vaak foutjes in het woordgeslacht maken. Je ziet dat niet alleen bij de lidwoorden, maar vooral ook bij de aanwijzende voornaamwoorden. Zij zeggen bijvoorbeeld: "Die meisje is leuk", in plaats van 'dat meisje'.
Dit is allemaal geen halszaak, omdat je de woordeigenschappen bij het schrijven van officiële brieven etc. gewoon kunt opzoeken in een woordenboek. En bij het gebruik van een tekstverwerker worden de vergissingen zelfs automatisch gemarkeerd.
Bij mondeling taalgebruik daarentegen, blijft dit soort foutjes natuurlijk wel opvallen. Ik ben het echter met u eens dat het beter is om die foutjes niet te veel te verbeteren. Dat hindert het gesprek en kan op den duur ook flink gaan irriteren, terwijl lang niet zeker is dat zo'n expliciete verbetering ook blijft hangen. Veel praten en lezen in het Nederlands is inderdaad de beste remedie, want dit zorgt voor meer taalaanbod!
Uw tweede (en grootste) zorg is dat uw twee jongste kinderen niet goed een lopend stukje tekst in het Nederlands durven of kunnen schrijven. Het is niet verwonderlijk dat juist het schrijven wat problemen oplevert, omdat dit de meest ingewikkelde is van de vier taalvaardigheden (luisteren, spreken, lezen en schrijven). Passieve vaardigheden (luisteren en lezen) zijn altijd eenvoudiger dan actieve vaardigheden (spreken en schrijven), en mondelinge vaardigheden (luisteren en spreken) zijn doorgaans gemakkelijker dan schriftelijke vaardigheden (lezen en schrijven).
Aangezien oefening kunst baart, lijkt het belangrijkste probleem me dat uw kinderen op dit moment niet goed
durven schrijven. De rest komt dan later wel, als ze eenmaal over de drempel heen zijn.
De meeste recente methodes die ik ken, zijn allemaal
totaal-methodes (voor het basis- en voortgezet onderwijs), waarin het schrijven van verschillende soorten teksten geïntegreerd is in het geheel. Maar niet getreurd, dan bedenken we toch gewoon zelf wat leuks?
Uw jongste kinderen wonen al vrijwel hun hele leven in Afrika, maar wellicht hebben ze familieleden of andere goede bekenden in Nederland? Het 'ouderwetse' brieven schrijven met de hand (als het even kan naar leeftijdsgenoten) is namelijk een uitstekende optie. Een handgeschreven brief daagt namelijk veel meer uit tot nadenken over taalgebruik dan het toetsenbord dat doet, bij chatten of mailen. Dat komt doordat digitale berichten sneller en vluchtiger zijn; een brief bewaar je.
Je kunt het nog aantrekkelijker maken (zowel voor de ontvanger als voor uw kinderen zelf) door ook dingen mee te sturen met zo'n brief, zoals foto's, opmerkelijke product-verpakkingen, strips uit de krant, of bladeren van exotische bomen. Iets tastbaars sturen is altijd leuk, in ieder geval nog leuker dan het sturen van digitale foto's, etc. En het levert weer een goede aanleiding om er iets interessants over te vertellen, respectievelijk op te schrijven.
Omdat het 't belangrijkste is dat uw kinderen
lol krijgen in het schrijven, heeft u misschien ook wat aan de talloze suggesties van leerkrachten die het internet u biedt.
Wat dacht u bijvoorbeeld van de volgende. U geeft de kinderen een woord op waarmee ze een fantasieverhaal moeten beginnen, en elke 2 minuten voegt u een nieuw woord toe, dat ook spontaan in de tekst verwerkt moet worden.
De volgende links bieden nog meer ideeën:
Gezien de manier waarop u uw vraag formuleerde, is het waarschijnlijk volstrekt overbodig, maar voor de zekerheid nog twee tips:
Veel succes gewenst!
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.