30 mei 2008 door Justine Pardoen

Games-verslaving bij 4-jarige?

Mijn jongste zoon (van 4, bijna 5) lijkt wel verslaafd aan een computerspel. Het is een racespel van Cars. Erg leuk natuurlijk. Maar hij wil alleen nog maar dat.

Gisteren ging hij voor het slapen gaan stiekem achter de PC. Vanmorgen ging hij het spel spelen, in plaats van aan te kleden. En toen hij uit school kwam, had hij de PC ook al meteen aangezet. De PC staat op de kamer van onze oudste zoon (6 jaar). Die vindt het ook leuk, maar gaat er normaler mee om.

Toen mijn jongste zoon vanmiddag een half uurtje mocht spelen, plaste hij in zijn broek. Geen tijd om even te gaan plassen. Dat heb ik de laatste tijd vaker gemerkt. Ook als hij zit te kijken bij zijn oudere broer. Dan plast hij in zijn broek, niet in staat om zich voor even los te rukken van het spel.

Ik heb liever dat ze buiten spelen, maar dat willen ze eigenlijk niet. De oudste (6) heeft het Syndroom van Asperger. Van hem snap ik dat. De jongste heeft geen Asperger en als hij eenmaal buiten is, heeft hij het best naar zijn zin. Nu met dit mooie weer vind ik dat binnen blijven helemaal niets. Daarom stel ik soms voorwaarden aan het binnen spelen. Eerst een poosje buiten spelen en pas daarna naar binnen.

Wat moet ik doen aan dat computer-gedrag? Moet ik het spel maar van de PC afhalen? Moet ik strenge regels afspreken? Een leven zonder computers kan niet, maarre... dit belooft niet veel goeds.

Antwoord

Aha, uw zoon daagt u uit! Hij laat zien dat hij het gamen leuk vindt, maar ook dat hij om grenzen vraagt. Stiekem gaan gamen op een raar tijdstip... voor een 4 à 5-jarige is dat geen verslavingsgedrag maar net zoiets als boekjes lezen met een zaklamp onder de dekens.

Grenzen stellen

Eigenlijk gaat dat heel eenvoudig, dat grenzen stellen. Je vertelt wat de regels zijn, wat wel mag en wat niet, en je geeft er een korte toelichting bij. Bijvoorbeeld: "Je bent nog maar 4 jaar. Het is belangrijk dat je veel nieuwe dingen leert en ontdekt, en niet alleen op de computer. Dat is óók leuk, maar er is meer. En omdat ik je moeder ben, heb ik de taak om je daarin op te voeden."

Verder hoeft u niets uit te leggen. U kunt gewoon vertellen wanneer en hoe lang hij op de computer mag, en natuurlijk moet u er ook voor zorgen dat die regels worden nageleefd.

Twee uur beeldschermtijd

Vergeet niet om ook voor uw andere zoon dit soort regels af te spreken! Dat hij een autisme-spectrum-stoornis (ASS) heeft, in dit geval Asperger, maakt niets uit, en ook niet dat hij al wat ouder is.

Met beide jongens kunt u bijvoorbeeld afspreken: elke dag een half uur (of een uur, al naar gelang wat bij u en uw jongens past). Niet meer. Met nog een uurtje TV erbij heb je dan maximaal twee uur beeldschermtijd per dag en dat is voldoende.

Al met al is het net zo simpel en net zo helder als het frisdrank-regime dat veel ouders hanteren (bijvoorbeeld: één of twee glazen cola in het weekend). En ook dát kan wel eens misgaan, met een stiekem glas op een onbewaakt moment, zonder dat je dan meteen aan een verslaving hoeft te denken.

Handhaving uitbesteden

De regels moeten niet alleen gesteld maar ook gehandhaafd worden. Dat kunt u zelf doen, maar u kunt zich ook een handje laten helpen. U kunt bijvoorbeeld ons gratis programma TimeSlot gebruiken, om het computergebruik te reguleren (aantal uren per dag, op welke tijden van de dag, etc.)

Als uw zoon niet op de PC speelt maar op een console, stel dan via de ouderlijke controle van het console een tijdslot in. Dat kan ook.

Zo leren kinderen dat het normaal is om rekening te houden met regels, wat zelfbeheersing is, waar dat goed voor is, en dat je toch je eigen plan kunt trekken. "Vandaag speel ik meteen uit school, maar morgen bewaar ik mijn beeldschermtijd voor later op de middag," zou het plan kunnen zijn.

Het grote voordeel van zo'n software-hulpmiddel is dat het minder ruzies geeft. Ouders hoeven dan niet meer de boeman te spelen. In het begin kan het wat irritaties geven ("dat stomme Timeslot!") maar na een tijdje vinden kinderen het heel normaal en zelfs wel prettig, omdat ze zich realiseren dat het hen helpt om ook nog andere dingen te kunnen doen.

Broekplassen

Dan het broekplassen. Hij is nog maar klein, en dat hij de zelfbeheersing nog niet heeft om als het spannend is op tijd naar de WC te gaan, is heel begrijpelijk. Het is alleen wel belangrijk dat u hem zijn eigen probleem laat oplossen. Natte broek in de Biotex helpen doen, schone broek halen, billen wassen, enzovoorts.

U moet hem daarin heel rustig begeleiden, zonder ruzie. U zegt misschien één keertje "Wat jammer nou, want nu heb je eigenlijk een langere onderbreking dan wanneer je gewoon even naar de WC was gegaan om te plassen!" En dan valt het kwartje wel een keer.

Succes ermee!