1 januari 2000 door Maaike Verrips

Dochter (19 mnd) beperkt zich tot blaffen en miauwen

Ook al doen we nog zo ons best om woorden als hond, vlieg, koe en geit te introduceren, onze dochter (19 maanden) schijnt er alleen in geïnteresseerd te zijn de geluiden die dieren maken (wafwaf, zoem, boe, beh) na te bootsen.

Veel van die geluiden zijn niet makkelijker te produceren dan de naam van het beest zelf - de zoem van de vlieg bijvoorbeeld wordt een soort fffff geluid, en in principe zou ze het woord 'paard' na moeten kunnen bootsen (ze kan een aantal woorden die erop lijken). Het enige dier dat ze bij de naam noemt is 'aap'.

Hoe veelvoorkomend is dit?

Antwoord

Bij normale woorden hebben de klank en de betekenis niets met elkaar te maken. Woorden waarvan de klank wél verband heeft met de betekenis, zoals
waf voor 'hond', of
boe voor 'koe', heten
onomatopeeën. Maar, net als bij ieder ander woord, is de betekenis van een onomatopee een afspraak tussen sprekers van een taal. In het Nederlands zegt een haan
kukeleku, in het Engels
cock-a-doodle-doo, in het Frans
cocorico en in het Thais
ake-e-ake-ake.

Het is bekend dat kinderen een voorkeur hebben voor onomatopeeën. Ze verzinnen ze ook zelf, zoals
tss voor 'priklimonade', wat ik laatst hoorde.

Ik denk dat ook jouw dochter niet zomaar diergeluiden nabootst, maar dat ze
wafwaf en
beh als onomatopee gebruikt. Als echte woorden dus. Niet omdat ze makkelijker uit te spreken zouden zijn, maar misschien wel omdat ze makkelijker te onthouden zijn.