Zomertijd: dit kun je doen voor een soepele overgang
Het is lente, wat heerlijk! De dagen worden langer en we zien de zon weer geregeld schijnen. Het enige kleine nadeel van de komst van de lente: je moet omschakelen van wintertijd naar zomertijd. Volwassenen kunnen er al last van hebben, maar kinderen ook! Nu is het kleine voordeel dat alles een uur later is en je dus niet om bijvoorbeeld 6.00 uur een kind aan je bed hebt staan, maar dat betekent ook dat je kind ’s avonds nog een uur langer tussen jullie in op de bank zit. Hmmm. Hoe kun je die omschakeling van wintertijd naar zomertijd soepel mogelijk laten verlopen voor je kind?
Wanneer gaat de zomertijd in?
Elk jaar begint de zomertijd in het laatste weekend van maart. Dit jaar zullen we op een specifieke zondag in maart, om precies te zijn om 2:00 's nachts, de klok een uur vooruit zetten. Dit betekent dat wat voorheen 2:00 uur was, ineens 3:00 uur wordt. Hoewel dit een uur slaap kost, levert het ons meer daglicht op in de avonden, iets waar vooral de langere lente- en zomeravonden om bekend staan.
Het is handig dat je weet wanneer je de klok moet verzetten, al is het tegenwoordig een stuk makkelijker met alle digitale apparaten die automatisch op de nieuwe tijd springen.
Waarom hebben we de zomertijd?
De reden waarom we de klok verzetten naar zomertijd is om beter gebruik te maken van het natuurlijke daglicht. Door dit te doen, kunnen we de avonden langer maken, wat energie bespaart en ons meer tijd geeft om buiten te zijn in het licht. Voor ouders betekent dit meer kansen om na het avondeten nog even met de kinderen naar buiten te gaan.
Een plan voor een soepele overgang naar de zomertijd
Er zijn drie methodes die je kunt gebruiken om van wintertijd naar zomertijd om te schakelen:
-
Je laat het op zijn beloop: je doet dus helemaal niets en gaat verder met jullie routine. Dit houdt in dat alles een uurtje later zal worden in de planning. Jullie kinderen laat je uit zichzelf wakker worden (heerlijk een uur langer slapen). Deze methode werkt vooral goed als je kind normaal gesproken om 19.00 uur ging slapen en rond 6.00 uur weer wakker was. Dat wordt nu 20.00 uur slapen en 7.00 uur wakker. Is dat probleem ook weer opgelost. Maar als je kind normaal gesproken rond 19.30 of 20.00 uur naar bed ging, dan wordt dat nu dus rond 21.00 uur en dat is eigenlijk te laat voor kleine kinderen omdat het hun natuurlijke ritme verstoord. Je kunt dan beter één van de andere manieren proberen.
-
Schuif het telkens met 10 minuten op: Je begint met je kind(eren) 10 minuten voor de normale ‘wakkertijd’ wakker te maken. Niet altijd heel prettig, maar het is voor een goed doel. Vergeet dan niet de oude tijd in gedachten te houden. Vervolgens leg je jouw kind ook 10 minuten eerder op bed voor het middagdutje en dat doe je ’s avonds ook. Doe dit een aantal dagen achter elkaar totdat je de gewenste tijd hebt bereikt.
-
Neem een grote stap in het weekend: op zondag wordt de klok verzet. Je kunt op die dag je kind een half uur eerder wakker maken dan hij/zij normaal opstaat. Je brengt je kind ’s middags en ’s avonds ook een half uur eerder naar bed. Verwacht niet dat je er dan meteen klaar mee bent, want je kind kan nog best een week de tijd nodig hebben om er goed aan te wennen.
Extra tips voor de zomertijd
Hieronder vind je nog wat bonustops voor een soepele omschakeling om je kind te helpen snel te wennen aan het nieuwe ritme.
- Houd de slaapkamer ’s avonds pikkedonker en maak het juist licht overdag. Het is ook goed om je kind ’s ochtends even lekker mee naar buiten te nemen, dan registreert het lichaam dat de dag is begonnen.
- Routine: een goede slaaproutine doet wonderen voor de nachtrust van je kind. Het geeft de hersenen namelijk een signaal dat het tijd is om naar dromenland te gaan. Lees hier hoe je een geslaagd bedritueel kunt aanpakken.
- Heb geduld: je kind moet nu eenmaal even wennen aan het nieuwe ritme. Blijf goed op je kind letten, als je merkt dat hij/zij nog een klein dutje nodig heeft of je moet de bedtijd toch nog wat verschuiven, doe dat dan. Uiteindelijk komt het écht vanzelf goed.