12 oktober 2008 door Carla Rus

Ernstige stoornis na één foute joint

Wietgebruik kan tot een depersonalisatiestoornis leiden, waar je nog tientallen jaren last van kunt houden. Psychiater Carla Rus waarschuwt.

Er is tegenwoordig meer bekend over de kans op psychosen na cannabisgebruik. Ongeveer 8% van de mensen blijkt hier gevoelig voor te zijn. En nu de wiet van tegenwoordig sterker is dan die uit de jaren '60, hebben wij, als psychiaters en psychotherapeuten, hier meer mee te maken dan voorheen.

Leven als een automaat

Wat voor veel mensen een blinde vlek is, is dat een deel van de jongeren die wiet hebben gebruikt, een depersonalisatiestoornis ontwikkelt. Daarbij is hun zelfgevoel losgekoppeld van hun gedrag, ook wel dissociatie genoemd. Ze hebben het gevoel als een automaat te handelen en zichzelf op afstand te observeren.

Soms is er ook sprake van derealisatie, waarbij gewone prikkels vreemd overkomen en de wereld onecht lijkt. Tenslotte kan er ook sprake zijn van desomatisatie. Dat is het gevoel alsof een bepaald lichaamsdeel niet meer van jezelf is.

50.000 Jongeren

Tot voor kort dacht ik – net als verreweg de meeste van mijn collega's – dat depersonalisatie praktisch alleen voorkwam na psychotrauma's, of als onderdeel van een angststoornis. Maar nu mijn eigen zoon in de VS een bad trip heeft gehad na eenmalig gebruik van versneden cannabis, weet ik dat een chemische oorzaak dezelfde stoornis kan oproepen.

Uit buitenlands onderzoek (VS, Engeland en Rusland) blijkt dat 2,4% van de bevolking aan deze stoornis lijdt, waarvan 13% door cannabisgebruik. Als deze percentages ook voor Nederland gelden, komt dit neer op 50.000 jongeren die aan deze stoornis lijden ten gevolge van wietgebruik.

De stoornis is zeer hardnekkig. Gedurende 10 à 20 jaar last ervan houden is heel gewoon. Daarbij komt dat het vaak zo'n 2 jaar duurt voordat de klachten worden herkend, zegt de belangenvereniging Stichting Depersonalisatie.

Vooral jongeren die een bad trip kregen door wiet (of andere drugs) lopen risico. Tijdens een bad trip krijgt de amygdala, het angstcentrum in de hersenen, zowel chemisch als psychologisch een flinke tik. De jongere verkeert uren in doodsangst, heeft soms hallucinaties, kan zijn bewustzijn verliezen, braken, verlamd zijn, of agressief worden. Een bad trip overkomt meestal de ónervaren gebruikers.

Ander gevaar

Avontuurlijke backpackers die gewend zijn in Nederland af en toe een joint te roken, lopen in de VS, Australië en Nieuw-Zeeland weer een ander gevaar. In deze landen is, zoals bijna overal, wietgebruik illegaal. De dealers deinzen er niet voor terug de wiet te versnijden met rotzooi, zoals PCP (angel dust).

Mede daardoor komen bad trips in de VS drie keer zo vaak voor als in Nederland. Jellinek en het Trimbos-instituut zeggen bovendien dat het effect van drugs onder andere afhankelijk is van de setting waarin deze worden gebruikt. Een onbekende omgeving met onbekende mensen geeft eerder angst.

Wat gebeurt er precies?

Is er eenmaal sprake van een depersonalisatiestoornis, dan worden de klachten erger bij veel prikkels, zoals op een feestje of in een drukke bus. Dat komt doordat een deel van de hersenen té alert en overactief blijft, terwijl andere hersendelen uit bescherming hiertegen juist minder activiteit vertonen. Bijvoorbeeld hersendelen die binnenkomende prikkels verbinden met reeds opgeslagen informatie over deze prikkels.

Het niet meer goed kunnen toelaten van prikkels, waardoor de wereld onecht lijkt, is dus een oplossing van de hersenen die op den duur juist het voornaamste probleem wordt.

Depersonalisatie roept veel angst op. Degene die het overkomt voelt zich niet alleen anders dan voorheen, maar ook anders dan andere jongeren. Dat heeft eenzaamheid en somberheid tot gevolg. Hoewel je in een kort, individueel contact niets merkt aan iemand met een depersonalisatiestoornis, kan diegene er wel ernstig invalide van raken. Jongeren moeten vaak met hun studie of hun werk stoppen en kunnen familieleden en vrienden van zich vervreemden.

Behandeling

Omdat tegenwoordig van steeds meer drugs bekend is welke chemische boodschappers in de hersenen ontregeld worden, biedt dit aanknopingspunten voor behandeling. En hoe eerder de behandeling start (bij voorkeur al op de EHBO!), hoe kleiner de kans op blijvende gevolgen.

Zo blokkeert PCP – en in mindere mate cannabis – onder meer de receptoren van de stimulerende boodschapper glutamate. Omdat het medicijn Lamictal deze receptoren juist activeert, is dit de voorkeursbehandeling van een gespecialiseerd centrum in Londen. In een centrum in Sint-Petersburg is succes geboekt met het elektromagnetisch stimuleren van bepaalde hersendelen. Dit kan ook worden toegepast bij mensen met depersonalisatieklachten die niet door drugsgebruik zijn ontstaan.

Hoe ga je ermee om?

Meestal hoef je jongeren die een bad trip hebben gehad niet te adviseren om geen drugs meer te gebruiken. Alleen al van de géur van wiet kon mijn zoon in een flashback belanden, waarbij hij de bad trip herbeleefde.

Het beste is om in een vertrouwde omgeving te verblijven. Regelmatig leven en afleiding zijn belangrijk. Erover praten is goed, maar niet te veel, want dat versterkt het zelfobserverende gedrag.

De eerste tijd is het goed om met de jongere mee te gaan in zijn vermijding van prikkelrijke situaties. Zo krijgen zijn hersenen rust. Maar op den duur moeten de hersenen wel weer voorzichtig worden gestimuleerd om moeilijke situaties aan te gaan. Via cognitieve gedragstherapie kan de jongere hierin worden begeleid. Een traumatherapie om angstervaringen te verwerken, helpt vaak ook.

Verder kan sport of een lichaamsgerichte therapie – zoals haptonomie – de jongere helpen om weer meer contact met zijn lichaam te krijgen.

Medicatie

Wanneer het genezingsproces stagneert, moet worden ingegrepen met medicijnen. Niet alleen omdat chronische depersonalisatieklachten moeilijker te doorbreken zijn, maar ook omdat zich – secundair aan de depersonalisatiestoornis – vaak een angststoornis of depressie ontwikkelt.

Bij jongeren die gevoelig zijn gebleken voor drugs, moeten we extra voorzichtig zijn met het opbouwen van medicijnen. Want ook hiervoor kunnen zij extra gevoelig zijn. Het belangrijkste is dus: geduld. Zowel bij de jongere, als bij zijn omgeving.

Lees ook: