Nieuw: Ontdek nu alle events en workshops bij jou in de buurt op het Ouders Eventplatform
Ouders en School Ouders en School

Ouders en School

Lees ook op

Van 3VWO naar 4Havo of toch 4 VWO?

Situatie, zoon 14, 3 VWO heeft zijn zinnen gezet op een studie waar wiskunde B voor verplicht is. Hij staat nu met bijkes en hard werken een 6 gemiddeld voor wiskunde. Zijn docent geeft aan dat wiskunde B voor hem waarschijnlijk niet haalbaar is en zelf gelooft hij dat ook. Ook de wiskunde leraar die hem bijles geeft, is het daarmee eens. Hij mist blijkbaar een stuk inzicht aan zijn werkhouding ligt het niet.

De oplossing zou zijn om wiskunde A te kiezen (dat kan prima met zijn profielkeuze) maar dan kan hij niet naar zijn voorkeur studie. Een andere oplossing is afstromen naar de Havo (dan is wiskunde B wel haalbaar) en de gewenste studie op HBO niveau doen.

Voor de rest van zijn orofielvakken staat hij gemiddeld een 7, daar verwacht hij ook geen problemen mee volgend jaar. Aan de ene kant lijkt het mij zonde om alleen voor wiskunde af te stromen maar ik kan de redenatie van mijn zoon ook goed volgen. Wat zouden jullie je kind adviseren?


Magalí

Magalí

04-04-2016 om 11:58

...

Op veel hbo's is het mogelijk om een bijspijkercursus te volgen in een vak dat je nodig hebt maar wat niet in je profiel zit. Als je zoon het geen probleem vindt om hbo ipv universiteit te doen, is dat misschien een optie? Dus wel op vwo blijven, met wiskunde A, en dan zo'n cursus doen?

Moni

Moni

04-04-2016 om 11:58

Op VWO blijven

Je zoon kan ná het VWO alsnog wiskunde B halen via Vavo.
Het zou kunnen dat hij tegen die tijd wel voldoende inzicht heeft. Wiskunde-hersenen rijpen soms later.

Het zou kunnen dat hij over drie jaar toch iets anders wil gaan doen. Ik zou nooit afstromen naar de Havo voor één vak voor iets dat je over drie jaar wil gaan doen.

Angela67

Angela67

04-04-2016 om 11:59

vwo . . .

en wiskunde b kiezen. Overstappen naar wiskunde a kan dan later nog in het vwo traject als het moet. Misschien ziet hij het licht wel en/of kan het met bijles toch prima gaan. Ik zou niet zo snel de deur dichtgooien.
Als hij wiskunde B toch moet omruilen met wiskunde A kan hij het jaar erna staatsexamen Wiskunde B voorbereiden en dan alsnog die studie doen?
gr Angela

Jaina

Jaina

04-04-2016 om 12:03

VWO

Ik zou zeker kiezen voor VWO. Ik zou dan kiezen voor wiskunde A en wiskunde B er als extra vak bij nemen. Mocht het dan mis gaan dan kan hij toch gewoon zijn examen halen. Wiskunde B kan dan later alsnog via VAVO. Het is hem gelukt om toch nog toe een 6 te halen dus wie weet lukt het alsnog. Als het mogelijk is om halverwege over te stappen op wiskunde A is dat ook een optie.
Overigens is wiskunde A niet perse makkelijker dan wiskunde B. Ze bespreken andere onderwerpen. Onderwerpen die gemiddeld inderdaad makkelijker zijn voor de meeste mensen maar niet voor iedereen. Ik ken meerdere leerlingen die hogere cijfers hadden op wiskunde B dan op wiskunde A. In elk geval zou ik op het VWO blijven.

ijsvogeltje

ijsvogeltje

04-04-2016 om 12:05

VWO met wiskunde B

Mijn zoon kreeg ook een negatief advies voor wiskunde B. Hij koos dus voor A. Hij realiseerde zich in de vierde pas dat voor veel technische studies wiskunde B nodig is. Hij wilde toen graag switchen, maar had natuurlijk al een groot deel van het jaar gemist. Niet te doen.
Gelukkig een escape. Na de 4e ging hij een jaar naar highschool in Amerika. Een soort tussenjaar. Hij heeft daar gericht de wiskundelessen gevolgd die overeenkwamen met wiskunde B in VWO4 (had hij van te voren met zijn Nederlandse docent afgestemd). Bij terugkomst is hij in VWO dus geswitcht van A naar B. Hij doet dit jaar examen en vertelde dit weekend nog dat hij blij was met die switch: voor hem blijkt wiskunde B namelijk eenvoudiger dan wiskunde A. Het ligt hem beter.

Door deze ervaring ben ik dus geneigd te zeggen: gewoon naar VWO en wiskunde B kiezen. Afstromen naar havo vind ik met zulke cijfers echt enorm zonde. (en bovendien: hij is pas 14... hij zeker is zijn toekomstige studiekeuze?)

Nad

Nad

04-04-2016 om 12:14

vwo verder

Ik neig naar de keuze van Jaina, a en b kiezen op het vwo en dan evt nog 1 van de 2 laten vallen net voor het examen. Dat moet voor je zoon dan wel te doen zijn mbt tijd voor school, het is toch een extra vak. Optie 2, vwo afmaken, evt zakken voor wiskunde b en dat ene certificaat op het vavo halen.

A is heel anders hoor ik zeggen. Dochter had veel meer statistiek wat in haar vervolgstudie een pre was. Grappig was dat zij de wiskundeknobbels het een en ander bij kon brengen in dat eerste jaar.

Henriette123

Henriette123

04-04-2016 om 12:26

Wat voor studie?

Wat voor studie wil je kind gaan doen?
Is het een studie waarbij je echt wiskunde B nodig hebt, dus niet alleen een vereiste?
In dat geval is Havo en hbo studie misschien wel realistischer en geschikter.
Je zegt immers dat je zoon hard werkt, en zoveel hij als zijn leraar als de bijwerkleraar zeggen dat hij inzicht mist.
Als dat het geval is kun je je afvragen of een universitairestudie gebaseerd op wiskunde B niet te hoog gegrepen is.

Triva

Triva

04-04-2016 om 13:00

vraagje

Mag hij met een VWO examen en wiskunde A niet ook naar die HBO studie?

Zoja: dan WB als extra vak nemen of in plaats van WA en kijken of het schip wel of niet strandt. Er zijn hier een paar voorbeelden van leerlingen die het in 1-3 niet zo heel best deden maar waar opeens in de 4de het kwartje viel. Hoe kan iemand zeggen dat je met een 6 een stuk inzicht mist? Dat kan best nog wel komen en dan zal hij opeens door het harde werken een 8 kunnen staan.

Egel

Egel

04-04-2016 om 13:00

ja, naar 4vwo

Ik heb er ook één van 14 in 3 vwo die een betapakket wil (ook in verband met studie). Ze is wel realistisch dat haar studiekeuze nog kan veranderen maar met een NT-pakket kun je dan alsnog alle kanten op.

Haar wiskundecijfer is inmiddels een krappe 7 en op school twijfelden ze of ze niet beter wis-A kon kiezen. Maar wij denken van niet.
Ten slotte is het (als je in april van 3VWO pas 14 bent) geen ramp om eens te blijven zitten.
Voor wiskunde hoef je geen knobbel te hebben. Wel veel oefenen en eventueel bijles inderdaad, maar (zoals Moni zegt): hersenen kunnen ook nog later rijpen voor wiskunde. Er wordt m.i. veel te snel gedacht bij jonge pubers 'hij/zij is daar niet zo goed in'. Ik ga er vanuit dat mijn dochter redelijk goed in wiskunde is, of nog wordt.
Mocht het toch helemaal niet lopen t.z.t., dan is de studie wellicht ook niet zo geschikt. Maar ik zou daar nu niet op vooruitlopen.

Pimpelpaars

Pimpelpaars

04-04-2016 om 13:05

hier hetzelfde gehad

Zoon zit inmiddels in vwo 5, met wiskunde B tegen het advies in. Hij stond een zes voor wis in de derde. Wiskunde a was geen optie, want dan had hij biologie erbij moeten kiezen om in een NG pakket te passen en dat wilde hij echt niet.
Dus het was óf vwo 4, nt pakket met wis b, tegen het advies in, of havo. Het eerste is het worden. Hij blijft dit jaar waarschijnlijk wel zitten. Maar toch blijft de school zeggen dat hij een 'typische vwo-leerling' is.

We zullen het meemaken, want hij heeft wel eerder ineens toch iets gehaald, terwijl wij als ouders de moed allang op hadden gegeven...

Moni

Moni

04-04-2016 om 13:34

A èn B kiezen kan niet

Tenminste niet op de VO-scholen die ik ken.
Ze kunnen in ieder geval niet allebei op je diploma staan.
Op school van jongste worden deze vakken gelijktijdig gegeven (voor de klassen waarin A of B in het profiel zitten, de niet-NT-klas).

Wat wel kan is in eerste instantie Wiskunde B kiezen en later overstappen. Het hangt af van de flexibiliteit hoe lang dat kan.
Op school van oudste gebeurde het zelfs in de 6e nog.
Op school van jongste zijn ze minder flexibel.

mijk

mijk

04-04-2016 om 15:07

Hier mag je niet blijven zitten

dus dat zou ik toch even navragen bij dit soort plannen.....

Mijk

V@@s

V@@s

04-04-2016 om 16:18

inderdaad kan niet

wiskunde A, B en C kun je niet combineren, tenminste niet in hetzelfde jaar. De examens zijn namelijk gelijktijdig. Mijn ervaring is dus dat scholen schoolexamens dus ook gelijktijdig plannen (want er zijn toch geen dubbelingen). Er zal dus echt een keus gemaakt moeten worden. Toch begrijp ik niet goed waar het mis gaat. Als hij verder wel een betapakket kiest (en dat blijkbaar ook goed genoeg kan), dan zou wiskunde B ook geen probleem moeten vormen.

Pimpelpaars

Pimpelpaars

04-04-2016 om 17:29

Ook niet in bovenbouw, mijk?

Wat doen ze dan met leerlingen die vwo 5 niet halen? Ze hebben nog leerplicht toch, ze mogen die kinderen toch niet van school sturen?
Havo 5 na vwo 5 kan wel, maar is heel ingewikkeld omdat de havo in 5 al de helft van de schoolexamens heeft.

Moiraine

Moiraine

04-04-2016 om 17:36 Topicstarter

geen vertrouwen

Het grootste probleem vind ik eigenlijk dat hij er zelf ook geen vertrouwen in heeft. WisB is niet alleen een toelatingseis maar ook tijdens de studie zelf heel belangrijk, de vraag is of het realistisch is voor hem om deze studie op WO niveau te doen. Een andere studie kiezen wil zoon niet, hij wil ICT, gamedesign studeren. Programmeren en spelletjes ontwikkelen is nu zijn hobby en daar wil hij later zijn beroep van maken. Dat kan natuurlijk ook prima op HBO niveau.

Het komt hem ook allemaal niet aanwaaien, hij werkt voor alle vakken hard (blinkt nergens echt in uit) Nog een tandje erbij of een stapje harder is niet haalbaar, hij loopt eigenlijk behoorlijk op zijn tenen. wat extra lucht zou voor hem best prettig zijn. Aan de andere kant is er natuurlijk niets mis met hard werken. Ik vind het lastig.

Wiskunde A en B kiezen kan bij ons op school niet, blijven zitten kan alleen in bijzondere situaties (langdurig ziek e.d) en van 4 VWO kun je niet naar 5 HAVO. Een VWO diploma halen en daarna een HBO studie wil zoon zelf niet, Hij wil niet heel hard werken voor VWO om dan iets te gaan doen wat hij met HAVO ook kan.

Marjoleine64

Marjoleine64

04-04-2016 om 17:51

In dat geval...

Als alle andere beta-vakken wel zonder problemen gaan zou ik zeker nu niet de deur dichtdoen voor alternatieve studies. Mijn zoon (nu 18, VWO6) wilde toen hij 14-15 was ook game-design gaan studeren. Supergaaf, je geld verdienen met programmeren van die vette games die je zelf ook speelt! Maar na een aantal informatie-bijeenkomsten in de 4e en open dagen in de 5e is hij daar helemaal vanaf gestapt. Hij twijfelt nu (na diverse meeloopdagen) nog tussen Software Science (technische informatica) en technische natuurkunde. Veel breder, en je kan dan altijd nog de game-design kant op.

Bovendien: de HBO-opleidingen game-design zijn echt een veel lager niveau dan de universitaire opleidingen. Ik zou je echt adviseren om wis-B te behouden indien mogelijk, zoals anderen al zeggen is een keer blijven zitten geen ramp als hij nog zo jong is. En het kan best zijn dat hij met wat gerichte bijles in de bovenbouw wel gewoon voldoende gaat halen. Mijn zoon heeft bijles gegeven aan zo iemand (één jaar lager): ieder kwartaal kort voor de toetsweek 2 keer een uur heel erg gericht op de stof van dat moment, en ze haalde een 6-je (ipv 3 of 4). Genoeg om te slagen. Nu het centraal examen nog...

Tenslotte: op basis van wat ik van mijn zoon gehoord heb is de inhoudelijke kennis die ze bij wisB leren niet eens echt essentieel voor veel programmeerwerk, van wis-D des te meer. Precies de reden dat hij dat erbij genomen heeft als extra vak. Wel lastig, maar veel leuker, en veel nuttiger voor informatica-studies.

Moiraine

Moiraine

04-04-2016 om 19:25 Topicstarter

Geen betapakket

Natuurkunde en scheikunde gaan niet zo best, (vijf en een half gemiddeld) Hij kiest een EM profiel met wiskunde en informatica. Als wis B niet lukt, kan hij natuurlijk wel economie, psychologie of een andere niet technische studie kiezen, alleen ligt daar zijn interesse niet. De vraag blijft, een niveau lager de opleiding die hem trekt? Of een niveau hoger en dan een opleiding die hij (nu) niet ziet zitten.

Fransien

Fransien

04-04-2016 om 19:29

van havo naar vwo?

Als hij op veel vakken die hij graag in z'n pakket wil krappe voldoendes staat, is het misschien wel handig om naar de havo te gaan. Hij heeft dan wat meer lucht, kan de stof makkelijker aan en beheerst het daardoor ook goed. Dan kan hij daarna alsnog naar het vwo om dan naar de universiteit te gaan.

Moiraine

Moiraine

04-04-2016 om 19:33 Topicstarter

Marjoleine

Wiskunde D is al helemaal niet te doen voor mijn zoon. Als ik jouw reactie goed lees, is wiskunde inderdaad heel belangrijk bij programmeren. Hoe meer ik lees hoe meer ik denk dat een WO studie ICT te moeilijk is voor iemand zonder wiskundig inzicht. Aan het oefenen en zijn inzet ligt het niet. Hij heeft 1 uur bijles per week en werkt zelf zeker een half uur per dag op extra oefeningen en oefentoetsen Thuis gaan die opgaves dan best goed maar zodra de vraagstelling een beetje wijzigt, lukt het niet meer.

Moni

Moni

04-04-2016 om 19:37

Hoe gaat het met de niet-bèta vakken?

Natuurkunde en Scheikunde zal hij volgend jaar niet meer hebben. Biologie ook niet denk ik. Als de zwakke cijfers vooral op dit gebied zitten, dan is een EM profiel een goede oplossing.
Heeft alleen game design zijn interesse? Of wil hij vooral een technische studie gaan doen? Dan kan hij beter een natuurprofiel kiezen, desnoods Havo. Dan gaat een EM profiel niet helpen.

ijsvogeltje

ijsvogeltje

04-04-2016 om 19:38

studiekeuze

Hm, ik weet het niet hoor. Natuurlijk wil jij zijn werk maken van zijn hobby, logisch. En als dat straks ook kan, helemaal goed. Mijn zoon (waar ik hierboven al over schreef) wist op die leeftijd ook zeker dat hij informatica wilde gaan studeren. Zat in zijn vrije tijd altijd te programmeren. Toch gaat het uiteindelijk een heel andere studie worden.

Als je 14 bent, weet je alleen maar wat je weet. Mijn jongste zoon van 14 zegt momenteel dat hij natuurkunde gaat studeren. Dat vindt hij een leuk vak, dus zo'n studie klinkt aantrekkelijk. Nu kan ik denken 'wat goed dat hij dat nu al weet!', maar dat doe ik niet. Hij heeft namelijk nog geen idee wat er nog meer te kiezen is. Er zijn zoveel studierichtingen... je kunt pas bewust voor het een kiezen, als je een beeld heb van waar je uit kan kiezen.

Caesar

Caesar

04-04-2016 om 19:44

Moiraine

Inderdaad, voor mensen die niet zo sterk zijn in wiskunde is een informatica studie op WO niveau heel erg zwaar. Op het HBO zijn er ook volop mogelijkheden.

Marjoleine64

Marjoleine64

04-04-2016 om 19:46

Maar gedeeltelijk waar

Sommige wiskunde is heel belangrijk bij programmeren. En dat is niet altijd de wiskunde die ze bij wisB op school krijgen, of zelfs maar een klein deel van wat ze bij wisB krijgen. Andere wiskundige onderdelen die ook belangrijk zijn voor programmeren krijgen ze zelfs alleen bij wisA of wisD (zoals statistiek/kansrekening, getaltheorie, matrixrekenen, imaginaire getallen).

Maar als je zoon inderdaad in het algemeen moeite heeft met de beta-vakken dan is wisB wellicht geen goed idee, tenzij hij het later nog kan inwisselen voor wisA. Maar omdat ze daar echt andere stof hebben is dat lang niet overal goed mogelijk.

Over bijles: hebben jullie de indruk dat dat iets bijdraagt? Wordt hij echt geholpen om de stof te begrijpen, of wordt er alleen maar herhaald? Wordt echt gekeken wat hij niet snapt, en dan geprobeerd dat op een andere manier over te brengen? Dat is in mijn ogen de enige manier waarop bijles echt helpt voor iemand die verder wel voldoende werkt. Vaak kan een ouderejaars scholier die nog niet te ver van de stof afstaat dat zelfs beter overbrengen dan een docent voor wie het allemaal gesneden koek is. Op de school van mijn zoons wordt dit soort bijles via de school georganiseerd, de ouderejaars verdient een aardige vergoeding (5 euro per uur netto) en de jongerejaars heeft goedkoop goede bijles, gewoon op school in de mediatheek.

Angela67

Angela67

04-04-2016 om 19:46

gamedesign / geen toekomst

http://www.nrc.nl/next/2016/02/05/afgestudeerd-dan-is-het-game-over-1584003

Succesverhaal gamesector bleek een zeepbel - nu zitten deze mensen zonder werk

De game-industrie zou een innovatieve groeisector zijn. Maar omzetcijfers werden opgeblazen. Voor 1.600 afgestudeerden per jaar zijn maar zestig banen te vergeven. Velen werden onder valse voorwendsels naar opleidingen gelokt.

Rogier Kahlmann Reinier Kist
5 februari 2016

3D game-artist Bas Vegter werkt in een kaasfabriek. Zoals veel pas afgestudeerde gamestudenten kan hij geen werk vinden in de sector waarvoor hij is opgeleid. Hij heeft veel gesolliciteerd. Open sollicitaties vaak, want voor beginners zijn er nauwelijks vacatures, zegt hij. Al werden hem op de open dag van zijn opleiding aan de NHL Hogeschool in Leeuwarden mooie baankansen voorgespiegeld. „Wat ik het ergste vind”, zegt hij, „is dat scholen de game-industrie als iets cools aanprijzen en daar geld mee verdienen, waarna de studenten in een hopeloze situatie terechtkomen.”

NRC sprak de afgelopen weken met een tiental mensen uit de Nederlandse game-industrie – studenten, gamemakers, subsidieverstrekkers, een voormalig game-hoogleraar, de voorzitter van de branchevereniging. Daaruit komt een beeld naar voren van een sector die de jarenlang opgeklopte verwachtingen niet waar heeft kunnen maken, cijfers die te rooskleurig zijn voorgespiegeld en studenten die onder valse voorwendsels naar opleidingen zijn gelokt.

Lees ook: Game-industrie manipuleerde eigen cijfers
Dat het niet goed gaat in de gamesector blijkt ook uit de Games Monitor 2015, een onderzoeksrapport over de stand van zaken in de sector, dat deze vrijdagmiddag verschijnt. Door een explosie van het aantal opleidingen betreden jaarlijks 1.600 afgestudeerde gamemakers een markt die gemiddeld 60 vacatures biedt. Al zitten daar ook 650 minorstudenten bij, die niet per se een baan in de gamesector op het oog hebben.

De totaalomzet in de sector – ergens tussen de 155 en 225 miljoen euro – groeide in vijf jaar niet of nauwelijks. Het aantal gamebedrijven steeg in dezelfde periode flink (van 321 naar 445), dus moet hetzelfde geld onder meer spelers worden verdeeld. Niet gek dat de afgelopen vijf jaar een ongekend hoog aantal gamebedrijven (110) failliet ging of stopte met games maken.

Het is een schril contrast met het succesverhaal dat de afgelopen tien jaar in de media, op de open dagen van gameopleidingen, in subsidieaanvragen en in pr-brochures werd verkondigd. Jarenlang heerste er „een hosannastemming”, zegt Horst Streck, voorzitter van branchevereniging DGA. Ton van Mil van stimuleringsclub Economic Board Utrecht spreekt van „een hype”. Seth van der Meer, een sleutelfiguur in de industrie die onder meer belangenclub De Nederlandse Game Dagen (NLGD) oprichtte: „Achteraf kun je zeggen: we creëerden een zeepbel.”

Juichende persberichten

Vanaf 2005 werd die zeepbel langzaam opgeblazen. Het was het jaar waarin de Amsterdamse gamestudio Guerrilla Games werd overgenomen door Sony. Het jaar ook waarin game-uitgever Playlogic uit Amsterdam en Breda naar de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq ging. Even leek Nederland mee te doen in de door Amerikaanse en Japanse bedrijven gedomineerde miljardenbusiness.

Vanaf dat jaar verschenen regelmatig verhalen in de media over de bloeiende innovatieve sector die zich snel zou kunnen meten met de wereldtop. Nederland heeft de „kennis en kunde” in huis om een wereldspeler te worden, zei een onderzoeker in NRC Handelsblad. De industrie „groeit en bloeit”, schreef de Volkskrant.

Seth van der Meer was medeverantwoordelijk voor het verspreiden van dat verhaal. Juichende persberichten stuurde zijn promotieclub NLGD uit, die vaak klakkeloos werden overgenomen door de media. „Er was een oprecht geloof in groei en potentie”, zegt Van der Meer. „Naïef, blijkt nu.”

De overheid was een belangrijke katalysator, zegt Van der Meer. Het was de tijd waarin steden jacht maakten op de ‘creatieve klasse’, die werd gezien als voorwaarde voor economische groei. Regio’s wilden zo graag de veelbelovende gamesector aan zich verbinden, dat ondernemers in sommige gevallen niet eens op zoek hoefden naar subsidie. Het was omgekeerd, vertelt Van der Meer, gemeenten en provincies benaderden hen om een subsidieaanvraag in te dienen.

Achteraf kun je zeggen: we creëerden een zeepbel
Seth van der Meer, brancheorganisatie NLGD
Tientallen miljoenen euro’s overheidssteun vloeiden naar de sector. Zoals via de subsidieregeling Pieken in de Delta, die tot 2009 ruim 13 miljoen euro opleverde voor de creatieve en game-industrie. Daarnaast ging 10 miljoen naar onderzoeksproject GATE en keert het GameFonds jaarlijks 300.000 euro uit. Het ‘topsectorenbeleid’, waarvan ook de game-industrie profiteert, levert nog meer innovatiekredieten en onderzoeksfinanciering op.

Omzet- en groeicijfers bleken een effectief middel om de zeepbel verder op te blazen. Innovatiekredieten gaan immers alleen naar sectoren die de Nederlandse economie uiteindelijk wat kunnen opleveren. Die cijfers werden tussen 2005 tot 2010 structureel overdreven.

In 2006 verstuurt Van der Meers promotieclub NLGD een persbericht rond waarin ook serious games (spellen met een positief effect op gezondheid of welzijn) aan bod komen. De Utrechtse gamehoogleraar Mark Overmars in het persbericht: „Deze bedrijfstak is in Nederland met maar liefst 375 miljoen euro omzet goed voor bijna de helft van de totale omzet van de game-industrie.” Er zijn op dat moment alleen geen cijfers bekend over inkomsten uit serious games in Nederland, noch zijn er betrouwbare cijfers voorhanden over de totaalomzet van de game-industrie.

„Er werden appels en peren bij elkaar opgeteld”, geeft Van der Meer toe. Een inventarisatie van het aantal werknemers in de gamesector, vermenigvuldigd met een geschatte gemiddelde omzet per werknemers, plus de consumentenverkopen van games, telden bij elkaar op tot een totaalomzet van bijna een miljard. Maar de gemiddelde omzet per werknemer bleek achteraf veel te hoog, erkent Van der Meer nu. En het meenemen van consumentenverkopen van games vertekende de uitkomst: de retailverkopen van games vloeien immers hoofdzakelijk naar Amerikaanse studio’s en uitgevers.

De prominente rol die serious games kregen toebedeeld („de helft van de totale omzet”) was „uit de lucht gegrepen”, zegt Van der Meer. Ter vergelijking: de eerste onafhankelijke studie over de gamesector komt uit op een totaalomzet van 125-150 miljoen euro. Peildatum: 2010, vier jaar na het jubelbericht van de belangenclub.

Een gelekte e-mail

Mark Overmars, die in die tijd ook naam maakte als eigenaar van de succesvolle software GameMaker, kan zich niet meer herinneren waar de 375 miljoen – voor alleen al de serious-gamessector – vandaan kwam. Wel blijft hij erbij dat het „een juiste voorstelling van zaken” was. Hij herinnert zich dat simulatoren, die bijvoorbeeld worden gebruikt voor trainingen in de defensie-industrie, ook tot de serious gamessector werden gerekend. Zo gaat het vaak in de game-industrie: een ruime definitie van een gamebedrijf leidt tot een formidabele totaalomzet.

Vast staat dat er tot 2010, toen adviesfirma Deloitte het eerste onafhankelijke onderzoek deed naar de Nederlandse game-industrie, geen betrouwbaar onderzoek ten grondslag lag aan de enorme bedragen die in de sector zouden omgaan. Toch begonnen die omzetcijfers niet alleen in de media, maar ook daarbuiten rond te zingen.

In 2006 werd de 375 miljoen euro bijvoorbeeld gebruikt in een subsidieaanvraag voor een broedplaats voor beginnende gamebedrijven. „Gaming is hot”, schrijft Taskforce Innovation Utrecht in de aanvraag, waarna het bedrag wordt genoemd om het belang van de serious-gamessector te onderstrepen. Het omzetcijfer werd destijds niet gecontroleerd, laat een woordvoerder van het Ministerie van Economische Zaken weten, omdat het „niet relevant was voor de beoordeling van de aanvraag”. De aanvraag werd gehonoreerd en de Dutch Game Garden, zoals de Utrechtse broedplaats nu heet, heeft in de loop der jaren zo’n 6 miljoen euro aan subsidies ontvangen. Overmars nu: „Misschien is die 375 miljoen wel een eigen leven gaan leiden.”

De hoge bedragen die in de game-industrie zouden omgaan werden „een mantra”, zegt Van der Meer. En zijn belangenclub deelde ze gretig met de rest van de wereld. In 2009 bracht NLGD via Het Parool naar buiten dat de Nederlandse game-industrie de afgelopen zeven jaar was „vertienvoudigd” in omvang, van 200 naar 2.000 ontwikkelaars. Hoe de organisatie die cijfers had berekend was onduidelijk. In een gelekte e-mail waarin een ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken om opheldering vroeg, bleek dat geen van de betrokken partijen kon vertellen hoe ze tot stand waren gekomen.

Gelekte emails game-industrie

Opgeklopte cijfers, een ronkend pr-verhaal van brancheorganisaties en een overheid die maar al te graag in de sector investeert: het bleken de ingrediënten voor een perfecte bubbel.

Uitstekende beroepsperspectieven

In 2012 werd voor het eerst duidelijk dat de sector niet de banenmotor was waar de overheid op hoopte. Het Verwey-Jonker Instituut, een sociaal-wetenschappelijk onderzoeksbureau, waarschuwde voor een ‘varkenscyclus’; een begrip uit de veehouderij waarbij aanbod uit de pas loopt met de vraag. Dat jaar leverden alleen al de mbo’s meer dan duizend gamemakers af op een markt waar op dat moment volgens het bureau tussen de 2.500 en 3.000 mensen werkzaam waren.

Pas in 2012 deed de sector voor het eerst zelf wetenschappelijk onderbouwd onderzoek naar zijn eigen omvang, in de vorm van de Games Monitor van brancheorganisatie DGA en broedplaats Dutch Game Garden. Op dat onderzoek valt ook wel wat af te dingen: zo werd een erg ruime definitie van een gamebedrijf gehanteerd. Maar de organisatie was tenminste transparant over de gebruikte methodiek en de resultaten werden gecontroleerd door kennisinstituut TNO.

Heeft de Games Monitor, waarvan deze vrijdagmiddag de tweede editie verschijnt, de voorgespiegelde groei kunnen aantonen? Nee, al zien de auteurs het hoge aantal faillissementen in de sector als teken van „veerkracht”. De jongste resultaten laten zien dat Nederland, in tegenstelling tot andere Europese landen, geen toptien van gamebedrijven heeft, maar een top één: het Amsterdamse Guerrilla Games dat met 200 werknemers schietspellen maakt voor eigenaar Sony. Onder Guerrilla staat een aantal middelgrote gamestudio’s waar gemiddeld 11 tot 50 mensen werken, en die in de Monitor „redelijk succesvol” worden genoemd. Een teken aan de wand is dat deze bedrijven de afgelopen jaren nauwelijks nieuw personeel hebben aangenomen of zelfs moesten inkrimpen. Als de sector echt booming zou zijn geweest, verwacht je dat investeerders in de rij zouden staan. Maar juist het aantrekken van kapitaal blijkt problematisch, omdat investeerders games te risicovol vinden. Internationaal succesvolle Nederlandse games zijn schaars.

Na de groep ‘redelijk succesvollen’ komt een groot en groeiend aantal bedrijven waar minder dan zeven mensen werken, merendeels eenmanszaken. Zij werken vaak jaren aan simpele games die op de mobiele telefoon of in de internetbrowser worden gespeeld. Hier gaan in de Monitor de meeste zorgen naar uit: net als in de rest van Europa is „een grote meerderheid van de gamebedrijven jong, klein en niet winstgevend”. De belangrijkste verschillen met andere Europese gamesectoren: het grote aantal gamestudenten in Nederland en de opvallend lage gemiddelde omzet per werknemer (63.000 euro, in vergelijking met het Europese gemiddelde van 150 tot 200.000 euro). Als er ooit groei is geweest in de Nederlandse gamesector, dan is die nu wel ten einde.

Eigen verantwoordelijkheid

De situatie in het gameonderwijs is misschien wel het schrijnendst. Vanaf het moment dat het succesverhaal over de Nederlandse game-industrie de wereld in werd geholpen, schoten de gameopleidingen als paddestoelen uit de grond. De Games Monitor telde het afgelopen jaar maar liefst 44 fulltime en 22 parttime gameopleidingen. Zij leveren zoveel studenten af dat er een run op stageplekken is ontstaan. Eenmanszaken bieden soms wel drie stageplekken aan waarop dagelijks wordt gereageerd, blijkt uit gesprekken met NRC.

Seth van der Meer van promotieclub NLGD heeft terugkijkend niet het gevoel dat hij iets verkeerd heeft gedaan. „Hoge verwachtingen die nog een beetje worden aangewakkerd door belanghebbenden, dat zie je in elke industrie. We hebben ook de dotcom-crash gehad in 2000. Het gaat erom wat overblijft nadat de bel is gebarsten: de gezonde bedrijven, die Nederland zeker ook heeft.” Dat gamestudenten voor een studie kiezen die weinig vooruitzichten biedt op een baan in de sector valt volgens hem onder hun „eigen verantwoordelijkheid”. Hij vindt het een gemiste kans dat bij veel opleidingen nauwelijks aandacht uitgaat naar de bedrijfsmatige kant van ondernemen. „Veel creatieve gamemakers hebben geen idee hoe je een bedrijf opbouwt.”

Ondanks de opgeklopte verwachtingen, vinden subsidieverstrekkers als het ministerie van Economische Zaken niet dat de gamesubsidies de afgelopen jaren onterecht zijn uitgekeerd.

Op de website van studierichting Game Artist (ROC Nederland) staat onder het kopje beroepsbeeld nog steeds: „De gamesector in Nederland groeit alsmaar groter.”

In een eerdere versie van dit artikel stonden de voorlopige cijfers uit de Games Monitor 2015. Na het verschijnen van het rapport zijn deze aangepast naar de definitieve cijfers.

Angela67

Angela67

04-04-2016 om 19:48

mijn zoon heeft het laten schieten

hij had dit soort dingen (game design) in gedachten, maar gelukkig heb je produkt-ontwerp opleidingen die veel breder opleiden (en waarbij je in latere fase ook nog voor game design kan kiezen). Hij zit pas in 3 havo, dus heeft nog tijd genoeg om te kijken wat er mogelijk is.
gr Angela

Jaina

Jaina

04-04-2016 om 20:12

Niet te veel vasthouden aan een studie

Game design is natuurlijk typisch zo'n studie die heel veel 14 jarigen leuk lijkt. En ongetwijfeld is het een leuke studie. Maar zoals Angela al aanhaalt het is ook typisch zo'n studie die velen kiezen maar waar er maar weinig uitverkoren zijn. Gamen is inderdaad een grote industrie maar tegelijk ook een hele geliefde industrie. Bovendien zullen lang niet alle game designers ook die specifieke studie hebben gedaan maar zich via een een meer algemene studie verder hebben gespecialiseerd. En als jij in Nederland game design hebt gestudeerd dan is het vast niet makkelijk om in Japan waar er meer vraag is aan het werk te kunnen. De taal alleen al. En met HBO zal het ook weer lastiger zijn dan met WO.

Ik ben er sowieso niet zo'n voorstander van om je op je 14de al helemaal vast te bijten in één studie optie. Met 14 of 15 zal er nog veel veranderen de komende jaren. Heel vaak worden er uiteindelijk andere misschien op het eerste gezicht minder aansprekende opties gekozen.

Als A en B samen niet kan dan kan hij misschien toch voor B gaan met de afspraak dat er na 4VWO een evaluatie moment is en hij alsnog het kan inwisselen voor wiskunde A als het echt niet gaat. Een voordeel is er volgend jaar al: minder vakken die hem minder liggen dus meer tijd.

En na 6VWO kan hij altijd nog voor het HBO kiezen mocht hij dat dan willen maar hij heeft dan in elk geval de optie.

Elfje65

Elfje65

04-04-2016 om 20:13

Ict

Ik hoor ook andere geluiden. Zoon van collega heeft HBO ICT-gamedevelopment gedaan. Hij is in november afgestudeerd en hij mocht bij zijn stagebedrijf blijven. Dat heeft hij niet gedaan. Hij is diverse keren benaderd door recruiters. Hij Werkt nu bij een ICT bedrijf aan programmering. Dat is nl ook een groot deel van deze opleiding. Er zijn scholen die zich erg richten op games met name design etc en ook scholen die eerst de algemene ICT doen en daarna ga je een richting op. En nee, baan garantie krijg je nergens.

Caesar

Caesar

04-04-2016 om 20:22

Marjolein

Wat typische wiskunde vakken van de informatica studie op WO niveau: lineaire algebra, analyse, differentiaal vergelijkingen, functie theorie, stochastiek, grafentheorie.
Zoals je ziet, heel veel wiskunde komt aan bod. Als wiskunde B te zwaar is, dan wordt dit echt een heel moeilijk verhaal.

Als hij nu echt op zijn tenen loopt.....

Dan kon vwo 4 sowieso wel eens een flinke dobber worden. Ook zonder wiskunde b. Als jij het hebt over 'even wat extra lucht' dan vind ik de optie om naar havo 4 te gaan, en eerst dat diploma te halen helemaal niet zo idioot. Misschien weet hij over 2 jaar beter wat hij wil, en in ieder geval weet hij dan beter wat hij kan. Als de havo soepel gingen t inzicht toch best samenging kun her in 2 jaar jog een vwo diploma aan vast plakken. Heb je maar 1 jaar vertraging, en het is risicoloos...mocht het tegenvallen dat heb je je havo papiertje. En stel, havo is pittig genoeg...dan ga je fijn zonder vertraging naar t hbo.

Ik zeg niet dat ditvDE manier is, maar ik zou de optie zeker niet bij voorbaat afschieten.

Ingrid

Fransien

Fransien

04-04-2016 om 20:54

snuffelen met een gratis cursus?

Op Coursera, een online platform met cursussen, worden ook cursussen game design aangeboden. Misschien kan je zoon (in een vakantie ofzo) eens een van die cursussen doen en kijken of het wat voor hem is?
De cursussen zijn gratis (onderste optie bij inschrijven, even scrollen) tenzij je een certificaat wil.

Reageer op dit bericht

Op dit topic is al langer dan 4 weken niet gereageerd, daarom is het reageerveld verborgen. Je kan ook een nieuw topic starten.