Hoe moet je inschattingssommen 'inschatten'? niveau 3f klas 1 MBO4

Algemene ontwikkeling

Ik denk dat de som een beroep doet op algemene ontwikkeling.
De ongeveer waardes die genoemd worden functioneren als voorbeeld. Je weet ze eigenlijk wel.
Je wordt geacht ongeveer te weten hoe breed een parkeerplaats is. Met die kennis kun je ongeveer aangeven hoeveel stappen er nodig zijn om 20 naast elkaar geparkeerde auto's te passeren.
En je kan het, want je wist het. Inderdaad, 2 mtr breed.

Ik denk dat je dat ook op die manier moet beschrijven: Een parkeerplaats is ongeveer 2 meter, 20 naast elkaar geparkeerde auto's. (2x20)/0,70

mijn gevoel

Mijn gevoel zegt dat je het veel te ingewikkeld maakt.

20 auto's van 4 meter naast elkaar is 80 meter. Dat zijn ongeveer 115 stappen van 70 cm.

juist doordat je schat hoef je dingen als tussenruimte niet mee te nemen.

Het gaat met om de orde van grote. Zijn het 10 stappen, 100 of 1000?

Ik denk dat ze de vraag verkeerd geformuleerd hebben

Het moet waarschijnlijk zijn dat er 20 auto's achter elkaar geparkeerd zijn.
Daarna gaat het antwoord van Hanne op. Hoewel ik wel tussenruimte zou nemen, 1 meter per auto. Dan krijg je 20 x 5 meter = 100 meter = 130 stappen.

Als ze uitgaan van algemene kennis, dan zouden ze niet gezegd hebben hoe lang een auto is.

Andere vraag?

Gebruiken de andere vragen wel de gegevens over populatie en inch?

"Hoewel ik wel tussenruimte zou nemen, 1 meter per auto. Dan krijg je 20 x 5 meter = 100 meter = 130 stappen."

Dat zou ik dan ook doen en dat hoort weer bij algemene kennis over de lengte van een parkeerplaats (ongeveer 2 x 5. Een garage ongeveer 3 x 6).

pfff

als deze vraag een indicatie is van de duidelijkheid van de vragen op de rekentoets, dan hou ik mijn hart vast!

Je moet wel een heleboel dingen raden / aannemen / inschatten

Kunnen ze nou echt geen REKENtoets maken?

juist Jay

Dat bedoel ik. Het is onduidelijk (of voor ons vooralsnog onduidelijk) of je op basis van gegevens andere aannames moet doen (je weet uit de gegevens hoe lang een auto is, moet je dan dus ook maar een inschatting doen hoe breed een auto is? Is dat de bedoelin? En is het de bedoeling het woordje 'naast' (dus taal) als instinker te interpreteren).
De som op zich kunnen we wel maken (of belangrijker: dochter snapt dat). Maar zoals Miriam zegt: het kan natuurlijk eenvoudiger (eye-opener!), gewoon aannemen hoe breed een parkeerplaats ongeveer is...
Punt is meer, moeten we zover doordenken (woordje naast versus achter). We kunnen alles wel beredeneren, maar weten niet precies wat ze nu willen..

Toch niet Miriam

"Dat zou ik dan ook doen en dat hoort weer bij algemene kennis over de lengte van een parkeerplaats (ongeveer 2 x 5. "

Over een parkeerplaats hoef je niets te weten. De auto is 4 meter lang. Je hebt wel algemene kennis nodig dat je auto's niet tegen elkaar aan kunt parkeren

nou jamie

er is toch wel een substantieel verschil wanneer auto's naast of achter elkaar geparkeerd staan wbt totale lengte van de parkeerplaats..... Of ben ik nou gek?
We kunnen ons natuurlijk van de domme houden en die 4 meter aanhouden en die stappen van 70 cm (die staplengte is dan een 'feit'). Dus 20 x 4 meter (en dan nog fff schatten hoever de auto's van elkaar staan, 50 cm?). Dus simpel het antwoord opschrijven: 128 stappen. (20 x 4 + 19 x 0,5 = 80 + 9,5 meter = 89,5 meter. Dat gedeeld door 0,70). Maar is dat de bedoeling? En vooral een goedgekeurd antwoord?
Ik heb daar geen enkel goed gevoel over.

Verzinnen

Ik kan me slecht voorstellen dat het de bedoeling is dat je er gegevens bij verzint. Dus de breedte van de auto schatten en/of de tussenruimte zou ik niet doen. Houd het bij de gegevens die je hebt. Dus 20x4 = 80 meter = 8000 cm /70 = 114,28 (dus ongeveer 115 stappen. Waarschijnlijk is een kleine afwijking hierop ook goed.
Ter info: op de website van CITO staat een oefentoets niveau 3F.

Dit voorbeeld

Laat precies het grote bezwaar van de tegenstanders van de tekentoets zien. De vragen zijn zeer onduidelijk en er wordt geen rekenen getoetst

Rekentoetsparkeerterrein

Ik heb mijn zoon (5v) en man gevraagd. Man begon meteen met: 4 meter lang dat is 2 meter breed, 50cm tussenruimte... dus 20x2,50 min 0,50... Zoon die zei heel simpel: ok, 4 meter x 20 = 800 delen door 0,7 = ongeveer 1150 stappen.

Dus toen ik hem wees op man's berekening (breedte, hoeveel tussenruimte, hoe groot is het parkeerterrein eigenlijk??) zei hij: "dit is een rekentoetsparkeerterrein, waar normale logica niet geldt".

Hij had 'n 10 voor z'n proeftoets, dus ik denk dat je inderdaad niet te moeilijk moet denken en gewoon moet rekenen met wat ze je geven. Maar de vraag zelf is natuurlijk superslecht.

Precies

Eens met Mikke, het gaat niet om inzicht maar om schatten, dus geen tussenruimtes en naast elkaar berekenen. Je hebt cijfers, daar doe je wat mee, verder niet.

Dat de toets niet goed is is duidelijk maar je moet er ook weer niet meer bijhalen dan nodig.

Jamie

Maar dat is precies wat zo onzinnig is. Willen we onze kinderen leren rekenen of willen we dat ze de trucjes en gedachten van de toetsenmakers leren achterhaken?
Een toets die zo belangrijk is dat hij het slagen of zakken voor een eindexamen bepaalt moet voor 100% kloppen!
En dat moet controleerbaar zijn. Aan beide crtieria voldoet de rekentoets niet

Mach

Ik ben het ook niet oneens met je toch?

ja maar ja maar

Dit soort vragen krijgen onze kinderen toch ook op bs? En daar gaat het al vaak mis! Rekenen integreren in de dagelijkse praktijk, of zoiets...maar de dagelijkse praktijk mag je er helemaal niet écht bijhalen, die moet je vergeten! Slaat toch nergens op?
Óf maak een som echt realistisch (dus als je een vloer wil bekleden met vloerbedekking, dan komt er wel wat meer bij kijken dan alleen lengte × breedte) of hou op met de flauwekul en hou het op een simpele som.

en hoe dan ook

zou een som gewoon duidelijk moeten zijn. Er moet geen enkele ruimte voor misverstand zijn. Een som moet alle info geven. Ik heb bij meekijken bij de kinderen op bs al heel wat vragen gehad.

En het goede antwoord is..........

Dochter heeft de vraag beantwoord en het antwoord was goed. Haar antwoord was: Een auto is 2,5 meter breed. 2,5 x 0,70 = 71 stappen.
Conclusie: je moet dus wel degelijk goed! lezen (de auto's staan naast elkaar, dus je hebt niet met de breedte maar met de lengte te maken, ook al heb je geen gegevens gekregen over de breedte). Vervolgens moet je de breedte blijkbaar a.d.h.v. de lengte zelf schatten. En blijkbaar het feit dat die auto's uiteraard niet tegen elkaar staan negeren, dus je moet dan weer niet schatten wat die afstand is.
Tja..... dan moet je dus blijkbaar óók nog eens gaan bepalen welke logica je wel meeneemt in de som en welke logica niet.
Tssssss

ja maar ja maar ja maar

Als 71 het antwoord is is het GEEN schattingsvraag en dat zei je wel. Was er echt maar 1 antwoord mogelijk of was het abcd met ongeveer er voor?

Schatten

'n Auto is volgens de Bovag gemiddeld 1,5 meter breed, maar de NEN-richtlijn voor de breedte van 'n parkeervak is 2,5 meter. Dat is leuke informatie om op te zoeken, maar voor de meeste pubers geen parate kennis, 'n half metertje meer of minder en je komt zo 20 passen anders uit. De curveball in dit geval is dat ze wel de (niet relevante) lengte van de auto geven. Weet je zeker dat dit exact de vraag is zoals hij op de toets werd gesteld? Was het antwoord 110 of 115 fout geweest?

Is het trouwens een officiële (proef)toets voor de rekentoets of gemaakt door school/uitgever van schoolmethode?

Mea culpa trouwens voor de fout in mijn uitwerking

Goede antwoord

Misschien rekent de juf, omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk is, het andere antwoord ook wel goed.

Jamie en Mikke

Ik schreef het antwoord verkeerd op: het moet natuurlijk zijn (zo had zij het ook): 2,5 x 20 : 0,7 = 71
Het was wel degelijk een schattingsvraag. Het antwoord 71 (geen multiplechoice) was goed, omdat ze de juiste (of althans zoals de som blijkbaar bedoeld was, hoe onlogisch dan ook) beredenering had gemaakt: Schatten hoe breed een auto dan zou moeten zijn ongeveer (als de lengte 4 meter is). Zij schatte dit op 2,5 m, maar als ze 2 meter had berekend, was het antwoord ook goed geweest (en dan uiteraard 2 x 20 : 0,7 = 57 stappen.
Voor mij nog steeds een volkomen onlogische en slecht gestelde vraag tezamen met de waardes die zijn gegeven.

De vraag staat er letterlijk zoals ik hier heb neergeschreven (ik heb het boek hier voor me). Het is overigens een uitgave van Wolters/Noordhof NU rekenen 3F.

Overigens wel grappig dat de NEN breedte van een parkeerterrein 2,5 is, want dan klopt haar antwoord natuurlijk wel....... Als ze die breedte van een parkeerplek nou bij de andere gegeven waarden stonden, dan zou het wel een logische vraag zijn. Nu niet.

Hoe kan 71 EN 57 het goede antwoord zijn?

tja jamie

Omdat het een schattingsvraag is....... Als niet gegeven is hoe breed een auto is, dan moet je dat schatten. Als je het schat op 2,5 meter dan is het antwoord 71, schat je het op 2 meter dan is het antwoord 57. Het gaat om hoe je het beredeneert.

ah ok

Nou dan kan ik je het goede nieuws vertellen: zo'n vraag krijg je niet op het echte examen of het moet in de vorm van multiple choice zijn met de opties: ongeveer 60, ongeveer 600, ongeveer 6 en ongeveer 6000...

Klopt

Mijn dochter haalt haar diagnostische toetsen sinds ze gewoon doet wat er staat. We hadden een keer samen geoefend en toen kwam er een vraag over tapijt dat, zoals bijna iedereen weet, niet per vierkante meter maar per strekkende meter verkocht wordt. Laat het juiste antwoord als je uit zou gaan van de strekkende meter nu ook tussen de antwoorden staan, en dat werd fout gerekend.
Dus: goed lezen en niet zelf nadenken