Cito woordenschat groep 3
Hallo! Iemand enig idee hoe de Cito woordenschat er uit ziet in groep 3? Wat voor opdrachten zijn dat?
Groetjes, Sneeuwitje
cito woordenschat
Bij de Cito Woordenschat groep 3 heb je steeds drie plaatjes waaruit kind moet kiezen. Leerkracht leest de opdracht voor. Een voorbeeldvraag in de cito: plaatjes van een vork, een mes en een lepel. De vraag is: Welk plaatje past het best bij 'smeren'?
De toets bestaat uit twee delen, twee keer 25 opdrachten.
cito
Ik heb ook een cito uit groep 3 gezien waarbij de kinderen een plaatje kregen te zien, de leerkracht zegt het woord en dan moeten ze dat opschrijven. Bijvoorbeeld de woorden griep, bron, damp etc..
Ik vond het nogal pittig wat ze moesten kunnen.
Emma
Bij zo'n toets is het de bedoeling dat je een grote groep kinderen in veel verschillende groepen kan scheiden. Het is niet de bedoeling dat iedereen die toets haalt. Je moet dus moeilijke vragen stellen om de absolute top van de subtop te onderscheiden (dus de I van de II). Dit is te vergelijken met een IQ test: het heeft geen enkele zin als de moeilijkste vragen op het niveau van maximaal 110 zitten want dan heeft een veel te grote groep een score van 150 (of wat dan ook de hoogste score is) omdat iedereen vanaf 110 de test foutloos kan maken.
Begrijp je wat ik bedoel?
oja
En dan moet je ook nog voldoende moeilijke vragen hebben omdat je bij een toets met maar drie antwoorden een hele grote kans hebt dat je goed gokt.
Emma
Emma, je haalt twee dingen door elkaar. Wat jij beschrijft is een spelling toets. Daarbij gaat het om het goed spellen van woorden. Bij de Cito Woordenschat toets gaat het om de betekenis van woorden en moeten ze kiezen uit drie plaatjes, waarbij de leerkracht een omschrijving geeft. Precies zoals 'leerkracht' hierboven beschrijft.
Er zijn bijvoorbeeld ook vragen als: wat is géén voertuig (dan zien ze drie plaatjes, waarvan er dus een geen voertuig is). En soms ook directe vragen, als: waar je een drempel?
Ok dank jullie wel. Ik had gehoopt dat het eea zou verklaren, maar nee --. Donderdag maar eens aan de juf vragen bij het tienminutengesprek! Bedankt iig!
Sneeuwitje
