Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
1 maart 2000
Over het begrip 'virtual community'.
In het Amerikaans noemen ze het een buzz word; ikzelf houd het maar even op zoemwoord. Het woord dat rondzoemt, en waar iedereen de mond vol van heeft. Het zoemwoord van dit moment is natuurlijk e-commerce. Daarvóór was het virtual community of "online gemeenschap"; officieel niet meer zo hip, maar wat ons betreft weer helemaal in.
Over zoemen gesproken. Onze server -- dat is de computer die de pagina's levert die bij u op het scherm komen -- begon de afgelopen maand steeds harder te zoemen. Door de explosieve stijging van het bezoek (2,4 miljoen opgevraagde pagina's in de maand februari) moest dat arme ding steeds harder werken om al het bezoek te kunnen bedienen. En maar zoemen, en maar stampen. Tot het op 't laatst zo erg werd, dat je om een uur of 10 's avonds nauwelijks meer terecht kon op het forum. Met alle frustraties van dien. Zowel voor u als voor ons.
Er moest dus een tweede server komen. Goed idee, maar hoe zouden we zo'n ding moeten betalen? Ouders Online bloeit weliswaar als nooit tevoren, maar dat geldt meer voor de traffic (bezoekers en opgevraagde pagina's) dan voor het geld. We zijn nog steeds één van die vele Internet-bedrijven die met veel creativiteit en onstuitbare inzet kans zien om geen cent te verdienen. ("Hoe hoog is je burn rate?" - vragen ze in Amerika, als ze willen weten hoeveel je aan kapitaal verstookt. Bij ons is dat nog steeds zo'n 50 mille per maand aan niet uitbetaalde salarissen, etc.)
Afijn, om een lang verhaal kort te maken: we plaatsten een oproep op de startpagina van het Forum, daar waar men de overbelasting van onze server het pijnlijkst voelt, om eens te polsen wie nog zo'n 15 mille voor een nieuwe server in zijn achterzak had zitten. De respons daarop was overweldigend en hartverwarmend.
Sommigen kondigden aan om bedel-brieven naar bedrijven te gaan sturen (bij de Edah kennen ze Mieke V. inmiddels óók), anderen stelden voor om met de pet rond te gaan (en er zelf meteen maar vast een meier in te doen), weer anderen stelden lijsten op van mogelijke sponsors, nog weer anderen begonnen in het openbaar (op het Forum) te brainstormen over mogelijke oplossingen, enzovoorts.
Kortom: het werd een dolle boel. En het leverde ook nog eens vier concrete voorstellen op; van bedrijven die in principe bereid zijn om het gevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk te fourneren. We houden u op de hoogte.
Tot zover onze server-avonturen; nu de kwestie waar het om begonnen was. De herwaardering van het begrip 'virtuele gemeenschap'. Beleggers zijn dol op Internet-bedrijven, en betalen de belachelijkste bedragen voor het verkrijgen van aandelen. Ook bij overnames rijzen de prijzen de pan uit; miljárden worden er neergeteld om een Internet-startup in handen te krijgen. En op basis waarvan? Op basis van de overtuiging dat dat soort bedrijven op den duur veel geld kan verdienen.
Onzin! - roepen de analisten dan in koor, want als je de beurswaarde van een Internet-bedrijf omrekent naar het aantal bezoekers, oftewel de omvang van de bijbehorende gemeenschap, kostte een bedrijf als Geocities dat vorig jaar werd overgenomen door Yahoo zo'n 1.500 gulden (of dollar, daar wil ik vanaf zijn) per gemeenschapslid. En denk je eens in hoeveel e-commerce transacties dat vereist om zo'n bedrag eruit te krijgen. Dan moet je vijf-tien-hon-derd gulden (of dollar) winst per klant maken... onmogelijk.
Inderdaad, die analisten hebben gelijk. Maar wat niemand zich gerealiseerd heeft, wijzelf ook niet, is de fabelachtige meerwaarde die er in zo'n gemeenschap blijkt te zitten. Het gáát 'm niet alleen om die paar lullige e-commerce transacties, ontdekten we.
Zodra er een hechte gemeenschap van voldoende omvang ontstaan is, bestaande uit mensen die een band met elkaar en met hun website hebben opgebouwd, dan heb je een lichaam waar bergen mee verzet kunnen worden. Want goed beschouwd hebben we met die server-oproep een onvermoede bron aangeboord die nog wel eens vérstrekkende gevolgen zou kunnen hebben. We kunnen de consequenties nog niet goed overzien, maar dat er iets bijzonders aan de hand is, dat is wel duidelijk. Hieronder een paar voorbeelden van datgene waar het heen zou kunnen gaan.
Sommige mensen vragen zich af waarom wij zo weinig banners op onze pagina's hebben staan. Het antwoord is simpel: we hebben gewoon geen geld om een advertentie-verkoper te bekostigen. Maar gezien de enorme drive waarmee onze gemeenschapsleden zich op het bedenken van mogelijke sponsors hebben gestort, en de bijbehorende e-mail campagnes die dat heeft opgeleverd, is het niet ondenkbaar dat we een deel van de acquisitie zouden kunnen uitbesteden aan de leden van onze gemeenschap. Toegegeven: de meesten van u zijn geen ervaren of geschoold verkoper, maar u bent wel met veel. En daar kan geen enkele potentiële adverteerder omheen.
Nederland kent op dit moment een krappe arbeidsmarkt. Zo stond er kortgeleden een schrijnend stuk in de Volkskrant, over een communicatie-bureau dat niet eens een secretaresse kon krijgen. En wat blijkt: wij hoeven maar één kik te geven over onze behoefte aan personele ondersteuning of we hebben er zomaar drie dijken van krachten bij (zie ook het redactionele voorwoord van vorige maand). De komende maand kunt u al kennis met ze maken.
Wie niet sterk is moet slim zijn. Daarom hebben we uw verzoek, destijds, om een soort folder op de site te plaatsen waarmee u zelf de boer op kunt, met beide handen aangegrepen. Zo helpen we elkaar. Enerzijds neemt het de leden van onze gemeenschap het werk uit handen om aan vrienden en bekenden uit te moeten leggen hoe Ouders Online in elkaar zit, en waarom het zo nuttig is om er gebruik van te maken. Anderzijds fungeert het voor ons als krachtig promotie-middel. Iedereen blij. Aan onze website-statistieken kunnen we zien dat het succesvol is; er wordt veelvuldig van deze faciliteit gebruik gemaakt. (Het foldertje bevindt zich in de Leeszaal, onder het kopje Hoort zegt het voort.)