1 maart 1998 door Dido Michielsen

7. Een veilig gehecht kind

Dido Michielsen is moeder van Lisa-Xiu en Lin. In haar maandelijkse column vertelt Dido over alle ins en outs van het adoptie-ouderschap.

Soms lijkt het of de ouderlijke liefde voortkomt uit het feit dat kinderen zoveel van hun ouders houden en afhankelijk van ze zijn. Een vergelijkbaar verschijnsel kom je vaak tegen in de liefde tussen volwassenen, maar dat is een ander verhaal.

Gisteren nog vertelde een vriendin mij dat het geven van borstvoeding mede zo’n verrukkelijke ervaring is omdat het het enige is waarvan haar kind rustig wordt (lees: een ander heeft dat vermogen niet bij mijn kind). Zelf kan ik niet ontkennen dat mijn hart van liefde opzwelt als Lisa- Xiu haar hoofdje tegen me aanlegt en haar armpjes om me heenslaat. Volwassen als we zijn, hebben we met al onze onvoorwaardelijke liefde voor ons kind blijkbaar toch behoefte aan de bevestiging dat we hiermee een unieke positie bij hem of haar verwerven.

Als adoptie-ouder heb je – sterker nog dan andere ouders – extra redenen om je van die uniciteit te verzekeren: je meet hieraan af of je kind veilig, onveilig of ambivalent aan jou is gehecht, wat ongeveer neerkomt op de graadmeter of de adoptie geslaagd dan wel mislukt is. Vandaar dat ik met argus-ogen Lisa-Xiu’s activiteiten volg. Komt ze in de zandbak wel regelmatig even naar me toe om contact te houden met de basis? (zelden). Als we op bezoek zijn, wil ze dan het liefst bij mij op schoot? (neen). Wanneer ze schrikt of valt, rent ze dan naar mij toe? (meestal). Van eenkennigheid is nooit sprake geweest en daar heb ik me toch wel zorgen over gemaakt. Ze zou toch niet het door elke adoptie-ouder gevreesde 'allemansvriendje’ worden dat het niet uitmaakt wie ze voor zich heeft?

Hoezeer alles toch in the eye of the beholder kan zijn, werd mij gisteren pijnlijk duidelijk. Want het negen maanden oude dochtertje van de vriendin van de borstvoeding lachte mij zo hartveroverend toe dat ik haar gewoonweg in mijn armen moést nemen. Tot mijn ontzetting ontpopte mijn eigen kleine schat zich hierop tot een soort razende tank die het liefst met haar volle gewicht op het frêle poppetje was gaan staan. Geen moment konden we de twee kindjes naast elkaar laten zitten, want Lisa-Xiu zwaaide telkens nonchalant met harde voorwerpen in het rond, of verdrong zich voor het schommelstoeltje zodra het kleintje die kant uitkroop.

En wat deed ik als moeder? Ik corrigeerde haar met stevige hand (omwille van de veiligheid van het baby’tje) en stemverheffing en was niet blij met dit onvriendelijke karaktertrekje dat zich zo onverwachts openbaarde. Hoe blind kan je zijn. Niet eerder kreeg ik zo’n duidelijk bewijs voor de exclusiviteit die mijn dochter voor onze relatie voelt. En wat doe ik? Ik geef haar op haar kop.