21 september 2001 door Judith van Praag

7. Brotherhood of Men

Judith van Praag vertelt over de gesprekken die zij voert met zichzelf en anderen over het omgaan met verlies en verdriet.

In deze aflevering laat Judith, die zelf in de VS woont, haar licht schijnen over de gebeurtenissen van 11 september. Over oorlog, vrede, haat, liefde, en wandelen in de heuvels van Seattle.

Ook al kon ik ons dochtertje Ariane Eira maar kort in mijn armen houden, ook al heb ik de kleur van haar oogjes nooit gezien, ook al heb ik haar nooit horen huilen, één ding was duidelijk: zij had mij door haar geboorte moeder gemaakt. Ik kan me nog herinneren hoe ik in de rij staand bij de slager met heel andere ogen naar vrouwen met kinderen keek.

"Jullie kunnen het wel niet zien aan mij, maar ik ben nu één van jullie", dacht ik. Zusterschap klinkt duf, en dat woord kwam ook niet in mijn hoofd op. Ik dacht: "I'm a member of the sisterhood of mothers'.

Maken zusters minder oorlog?

Het kwam me voor dat als mannen zouden weten hoe het voelt om een kind te dragen, als ze zouden weten hoe het voelt om te bevallen, en als ze zouden weten hoe het voelt om het kind dat je gebaard hebt te verliezen, dat er dan geen – of in ieder geval minder – oorlog zou zijn op de wereld.

Eigenlijk verwachtte ik nadat ik moeder was geworden van alle vrouwen met kinderen een soortgelijk bewustzijn. En in mijn naïviteit kwam ik dan ook regelmatig bedrogen uit. Iedere keer dat ik een vrouw tegen haar kind hoorde gillen, iedere keer dat ik een vrouw haar kind een hengst zag verkopen, iedere keer dat ik een verwaarloosd kind op de televisie zag, iedere keer dat een moeder veroordeeld werd voor de moord op haar kind, iedere keer weer was ik met stomheid geslagen.

Ik las een reportage over jongens, kinderen nog, die door hun moeders aangespoord worden om als levende bom hun prille leven op te geven voor volk en (gebrek aan) vaderland. Ik las dat deze moeders hun zoons voorhouden dat zij als held herinnerd zullen worden. En toen besefte ik dat het onwillekeurige lidmaatschap van een club van moeders niet automatisch met zich meebrengt dat alle vrouwen hetzelfde denken als ik.

Haat is een keuze

Je kunt noch je kinderen, noch jezelf voorbereiden op verlies. Het lot slaat toe wanneer je er het minst op voorbereid bent. Maar je hebt als ouders – als moeder én als vader – de keuze of je je kind grootbrengt in haat jegens anderen, of niet.

Spijtig genoeg is het niet zo dat ieder mens op de wereld voor zichzelf denkt, laat staan weet dat er een keuze bestaat. Er zijn vrouwen, mannen, en kinderen die geïndoctrineerd worden door boosaardig narcistische leiders.

Het beeld

Dinsdag 11 september deed Gary de televisie aan. Het was nog vroeg bij ons in Seattle: drie uur vroeger dan in New York, waar op dat moment zojuist één van de World Trade Center wolkenkrabbers was doorboord door een vliegtuig. Even later werd de tweede geraakt en zagen we bovendien beelden van het Pentagon, het Amerikaanse militaire hoofdkwartier, dat geraakt was door een derde vliegtuig. Hoewel ik vreselijk geschrokken was bij het zien van die beelden, stond mijn hart pas stil toen de WTC-gebouwen voor onze ogen 'live' geregistreerd instortten.

Oorlog was het eerste en enige dat in mijn hoofd opkwam. Gary probeerde me gerust te stellen. Het gekke was dat ik naar mijn idee juist heel kalm beredeneerde wat er aan de hand was en dat mij zijn houding als naïef Amerikaans voorkwam. Het was pijnlijk duidelijk dat wij, twee mensen die elkaar zo lief zijn, door onze verschillende culturele achtergronden plotseling niet meer op één lijn zaten.

Vreemde in een vreemd land

Als Nederlandse vrouw, dochter van overlevenden van de jodenvervolging heb ik mijn hele leven in de schaduw van de oorlog geleefd. Iets deed mij onmiddellijk dit moment in de geschiedenis vergelijken met het verleden, dat ik alleen ken uit mondelinge overdracht, literatuur en film. Ik bleek niet voorbereid op wat er dinsdag is gebeurd en ik kan me ook niet voorbereiden op wat komen gaat.

Ik ben een vreemde in een vreemd land, maar is eigenlijk iedereen dat niet onder deze omstandigheden? Mijn man is geboren en getogen in dit land waar niemand die nu leeft, oorlog op eigen bodem heeft meegemaakt. Hij lijkt nog minder te weten wat hij verwachten kan dan ik.

De situatie waarin wij ons nu bevinden, maakt eigenlijk dat iedereen vreemd is aan de eigen omgeving. Alles voelt anders. Er heerst alom een sfeer van rouw en afwachting.

Samen

Juist in een tijd van rouw is het belangrijk dat mensen elkaar opzoeken. Ik schrijf dit op de dag die in het teken staat van de herdenking van de slachtoffers van 11 september. Mensen vinden elkaar in stilte of gebed. Mijn man en ik hebben onze vakantie afgelast (we zouden dinsdag naar Portland in Oregon gaan voor een paar dagen). We praten veel over onze gevoelens, onzekerheden en angst. We maken stevige wandelingen in onze heuvelachtige buurt, waardoor we lichamelijke stress kwijtraken. We omhelzen elkaar regelmatig.

Het is nu, meer nog dan anders, belangrijk om dicht bij je zelf, bij je eigen kern te blijven, en tegelijkertijd mensen op te zoeken om wie je geeft.

En wat betreft die 'sisterhood', die mag een belangrijke rol spelen in hoe de wereld er in de toekomst uit gaat zien. Maar nóg belangrijker is de 'Brotherhood of Men': het geloof in eendracht en samenwerking van volkeren.