23 januari 2009 door Christel Westgeest

22. Terug in het vaderland

Het Canadese avontuur is ten einde: de familie Westgeest is weer terug in Nederland. Wat doet dat bij de kinderen?

"Vind je het nou leuker hier in Nederland of vond je Canada ook wel leuk"? wordt veel gevraagd aan onze kinderen sinds we weer in Den Haag wonen. Het is een lastige vraag en het antwoord verschilt per dag. Soms antwoorden ze dat Nederland het fijnst is ("Daar wonen de opa's en oma's") en dan weer is Canada favoriet. Rosa en Jacob leven nog steeds in twee werelden.

Zo gaf Jacob aan dat hij al veel vrienden heeft op z'n nieuwe peuterspeelzaal. Te weten "Stephan and Ruben". Oftewel zijn oude vriendjes die nog in Canada wonen. Het is heel bijzonder voor hem dat oma nu weer vaak op bezoek komt. Hij is er nog steeds van overtuigd dat ze met het vliegtuig komt in plaats van op de fiets.

Rosa kan het al een stuk beter plaatsen en verbaast zich meer over het feit dat kinderen hier fietsen zonder helmpje. "Zó gevaarlijk mam, dat mag toch niet?" Maar los van alle verschillen en andere zaken waar ze zich over verbazen, voert de flexibiliteit van de kinderen de boventoon.

Natuurlijk, de eerste dagen en nachten zijn er duizenden vragen te beantwoorden, en vragen ze meer aandacht dan normaal. Heel begrijpelijk. Maar bijna jaloersmakend is de vanzelfsprekendheid waarmee ze de draad van hun nieuwe leven weer oppakken. Vertrekken uit Canada, vervolgens een tijd met z'n vijven in een camper reizen, en dan weer plotseling in Nederland, om vervolgens vijf dagen per week naar school te gaan. Bekend is dat kinderen vaak flexibeler zijn dan volwassenen, ze passen zich (vaak) sneller aan, mits goed voorbereid. Hoe anders verloopt dat bij ons...

Voor Jean en mij was bij terugkeer de ongebreidelde directheid van de Nederlanders weer flink wennen. Overal en altijd de vragen Hoe? Waarom dan? En hoezo dat dan...? Meteen alles op de man af vragen. Dat is soms best even schrikken.

Een beetje formeler en tactischer te werk gaan hadden we in Canada braaf geleerd. Alles voorzichtig, niet te direct. Dat kunnen we misschien maar beter meteen weer afleren, zo heb ik ontdekt.

Zo herinner ik mij nog dat ik in Toronto ongekend veel moeite moest doen om vriendinnetjes van Rosa thuis te laten komen spelen. Hier ervaren we compleet het tegenovergestelde.

We zijn nog druk bezig met het uitpakken van de verhuisdozen als de deurbel gaat in ons nieuwe huis. Daar staat Florien met haar vader. "Florien woont aan de overkant en ze heeft gehoord dat hier ook kleine kinderen wonen". "Komt het uit? vraagt de vader. "Uh, tuurlijk, kom maar binnen", zeg ik enigszins perplex. "Wil je misschien een kop koffie?" mompel ik nog. Maar Floriens vader is al aan het eind van het tuinpad en roept dat ik Florien maar gewoon moet brengen als ik het zat ben. "Nou Roos, dit is dus Florien." Alsof er niets aan de hand is, gaan de meisjes samen spelen en breng ik Florien na een uur of wat weer naar huis.

's Avonds denk ik er nog eens over na. Ik verwacht nog een hele uitdaging qua tactiek en directheid in de omgang met mijn nieuwe landgenoten...