18 februari 2005 door Esther de Charon

03. Ik doe het gewoon andersom

Ben je na je 40e nog geschikt als moeder? Gaan de mensen dan vragen: "Bent u met uw kleinkind aan het wandelen?" Welke vooroordelen kom je tegen en hoe werkt het in de praktijk? In deze column vertelt Esther de Charon hoe het voelt om een oudere moeder te zijn, wat er gebeurt, en hoe je ermee omgaat.

Ik ben geen jonge moeder in wording; ik ben de 40 al gepasseerd. Ja, ik had het ook echt niet meer verwacht. Soms komen heel diepe wensen, ook die waarvan je dacht dat ze diep weggestopt waren, toch uit. Op mijn 40ste kwam ik de liefde van mijn leven tegen en een klein jaar later was ik zwanger. Ik kan het zelf ook nog niet goed geloven, maar het geklots en geduw in mijn buik bewijst zichzelf.

Nu kom ik als freelancer regelmatig bij klanten over de vloer. De eerste maanden zat ik er geeuwend en groen van de misselijkheid aan tafel, maar inmiddels is het nieuws bekend. Iedereen vindt het enig. Vooral vrouwen van boven de 40 die al oudere kinderen hebben, gaan er eens goed voor zitten. Járen na dato kunnen ze weer ongegêneerd over hun eigen zwangerschap praten.

Dat ritueel van 'ervaringen delen' speelt zich niet alleen af op werkplekken. Overal wordt naar hartelust gedeeld. Mannen doen er zelden aan mee. Soms zit er een gevangen in een hoek van een tafel. Net niet op tijd weggekomen. Hij vertegenwoordigt dan 'De Mening Van Alle Mannen' en moet bevestigend antwoorden op "Dat vind jij toch ook?"

Hoe verloopt het delen? Het begint met oprechte belangstelling. Dan verandert het in mijmeren over eigen ervaringen. Altijd leuk, hoe meer hoe beter. Daarna lijkt het alsof ze zich plotseling de keerzijde herinneren. De doorwaakte nachten, het projectiel-braken, de onzekerheid, het wegzetten van de kostbaarheden, het gesjouw, en tenslotte De Puberteit.

Om eerlijk te zijn: dat vind ik dan weer moeilijk. Want ik vergeet regelmatig dat ik zelf een Rijpere Vrouw ben, maar weet wel heel goed hoe ik mij voelde tijdens de puberteit. Dus als we eenmaal op dat punt beland zijn, dan raak ik in de war. Hoor ik nou bij de kinderen of bij de moeders? Voordat ik de kluts echt kwijt raak, lost het zich vanzelf weer op. Er moet tenslotte gewerkt worden en iedereen gaat zijns weegs.

Er zijn ook vrouwen die zich halsstarrig in het onderwerp vastbijten. Ik moet toegeven dat het me niet vaak overkomt, maar net genoeg om het opvallend te vinden. Bij de overgebleven vrouwen ontstaat een bijna glimmende overtuiging dat ik het niet goed aanpak. Of misschien hoor ik alleen een verwijt. "Ik moet er niet aan dénken, ik ben zó blij dat mijn kinderen groot zijn. We beginnen nu pas met het echte leven. Mijn man en ik maken gewéldig lange reizen, de kinderen gaan hun eigen gang en wij slapen heerlijk uit."

Ondertussen pruttelen er allerlei weerwoorden in mijn hoofd die er maar niet goed uit lijken te komen. Tot mijn verbazing zijn het beleefde knikjes, gecomplementeerd met een vage glimlach.

Ik wil helemaal niet glimlachen! Ik wil zeggen dat ik het ook zo niet bedacht heb. Dat het leven soms anders gaat dan je op je 20ste had bedacht. Dat ik niet een van die veelbeschreven vrouwen ben die hun carrière belangrijker vinden dan het baren van kinderen. En al was dat wel zo: Wat Dan Nog Mevrouw? Wat dan nog?

Wat ik ook wil zeggen – maar daar kom je meestal pas de volgende dag op – is dat het voor mij goed is zo. Het uitslapen, de lange reizen, het leven zonder enorme verantwoordelijkheden, ik heb het al gedaan. Ik vond het heerlijk en ik heb er met volle teugen van genoten. Ik doe het gewoon andersom. En heel stiekem denk ik dat mijn Echte Leven nu pas gaat beginnen.