De 5 meest voorkomende slaapproblemen bij baby's

Het is een bekend feit onder ouders dat een goede nachtrust bij baby's niet altijd vanzelfsprekend is. Slaapproblemen kunnen variëren, maar er zijn vijf veelvoorkomende uitdagingen die ouders vaak tegenkomen. Laten we eens dieper ingaan op elk van deze slaapproblemen en een aantal mogelijke oplossingen bespreken.

1. Slaapregressie bij baby

Rond de leeftijd van 4 maanden en 9/12 maanden kan je baby opeens minder goed gaan slapen. Baby’s die eerder prima zelf in slaap konden vallen, hebben hier opeens moeite mee of worden ’s nachts vaak wakker. Dit noemen we een slaapregressie. Oorzaken hiervan zijn het veranderen van de slaappatronen van je baby (bij 4 maanden) of bepaalde fysieke en mentale mijlpalen (9/12 maanden).

Oplossing: Werken aan die goede slaapbasis en je baby leren om zelfstandig (opnieuw) in slaap te vallen zonder dat dat hij hier hulp van jou voor nodig heeft. Vaak is er een vorm van slaaptraining voor nodig. Er zijn verschillende methodes waarbij je jouw baby kan leren om (weer) zelfstandig in slaap te vallen.

2. Afhankelijkheid van het speentje

Tijdens de eerste 3 maanden heeft je baby een grote zuigbehoefte. Het gebruik van een speentje heeft dan verschillende voordelen voor je baby. Zo heeft het bijvoorbeeld een kalmerend effect en het kan je baby helpen om rustiger en meer ontspannen te zijn. Ook helpt het vaak om in slaap te kunnen vallen. Maar vanaf de leeftijd van 4 maanden kan het speentje een negatieve slaapassociatie worden voor je baby. Hij heeft dan altijd het speentje nodig om in slaap te vallen. Wanneer het speentje dan uit de mond van je baby valt tijdens de slaap, heeft hij jou weer nodig om het speentje terug te geven.

Oplossing: Je kan ervoor kiezen om vanaf de leeftijd van 14 à 16 weken het speentje volledig weg te nemen. Je kunt dit cold turkey doen of stapsgewijs. Besluit je om het speentje toch te behouden, dan kom je even in een lastige tussenfase. Het is belangrijk dat je kindje leert om zijn speentje zelf in zijn mondje te stoppen. Je kunt hier al mee gaan oefenen, maar de meeste baby’s kunnen dit pas vanaf de leeftijd van 7 maanden. Dit kun je stap voor stap oefenen met je baby. 

3. Slaapassociaties bij je baby

Baby's hebben de neiging om bepaalde associaties te ontwikkelen met het in slaap vallen, zoals het wiegen door een ouder of het gebruik van een speentje. Wanneer deze associatie zorgt voor het verstoren van de nachtrust, noemen we dat een negatieve slaapassociatie. Je baby valt bijvoorbeeld wiegend in je armen in slaap, waarna jij hem slapend weer in zijn bedje legt. Een paar uur later wordt je baby wakker, maar merkt dat hij niet meer in je armen ligt. Hij heeft het wiegen nodig om weer in slaap te vallen. Dit kan veel van jou als ouder vragen, vooral als je baby tijdens een slaapregressie om de 2 uur wakker wordt.

Oplossing: Je kunt deze slaapassociatie doorbreken door je baby te leren om zelfstandig in slaap te vallen. Hierdoor valt hij in slaap op dezelfde plek waar hij ook weer wakker zal worden. Het zal voor hem dan veel gemakkelijker zijn om weer in slaap te vallen. Je baby leren om zelfstandig in slaap te vallen, kun je doen door slaaptraining toe te passen. Daarnaast zijn een aantal positieve slaapassociaties die hierbij kunnen helpen, zoals het gebruik van white noise, een bedtijdritueel of je baby inbakeren.

4. Hazenslaapjes

Kon je baby eerst lekkere lange dutjes doen, maar wordt hij nu telkens na 45 minuten wakker? Dat noemen we hazenslaapjes. Dit komt vooral veel voor bij baby’s die door de 4 maanden slaapregressie heen gaan. Overdag heeft je kindje namelijk een slaapcyclus van ongeveer 45 minuten. Aan het eind van deze slaapcyclus komt je baby in een lichte slaap en wordt dan vaak wakker. Voor veel kindjes is het dan moeilijk om weer in slaap te vallen en een langer dutje te doen.

Oplossing: Zorg ervoor dat je een passende wakkertijd gebruikt tijdens de dutjes van je baby. Is de wakkertijd te kort? Dan is hij misschien niet moe genoeg om na één slaapcyclus weer opnieuw in slaap te vallen. Is zijn wakkertijd te lang? Dan raakt hij misschien oververmoeid. Daarnaast kun je ook gaan oefenen met het verlengen van de dutjes van je kindje. Dit kun je doen door hem niet meteen uit bed te halen als hij wakker wordt na 45 minuten, maar door nog een tijdje slaaptraining toe te passen.

Is je baby vaak vroeg wakker? Hier vind je 8 oorzaken én oplossingen.

5. Te veel of te weinig slaap overdag

Een verstoorde slaap overdag kan de nachtrust van je baby beïnvloeden. Sommige baby's slapen te veel gedurende de dag, waardoor ze 's nachts niet moe genoeg zijn en wakker worden, terwijl anderen onvoldoende dutjes doen en oververmoeid raken.

Oplossing: Probeer een slaapschema toe te passen die past bij de leeftijd van je kindje. Belangrijk is dat de wakkertijd tussen de dutjes en bedtijd niet te lang of te kort is. Ook kan een donkere slaapomgeving en het gebruik van witte ruis helpen bij het doen van goede dutjes.

Lees ook: