Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
9 september 2005 door Niels van de Griend
Juridische en fiscale aspecten van 'samenwonen': rechten en plichten.
Zo langzamerhand begint, hoop ik, het mysterie van het ongehuwd samenwonen en het samenlevingscontract wat meer opgelost te raken. De vorige keer vertelde ik u het slechte nieuws over de successiebelasting voor samenwoners. Ik gaf toen aan dat pas na 5 jaar samenwonen de samenwoners gelijk worden gesteld met gehuwden (althans wat de successie betreft).
Deze periode van 5 jaar gaat overigens pas lopen als de jongste van de samenwoners 22 jaar is. Vóór die tijd is er eigenlijk niet veel vrolijkheid (met uitzondering van de voorzichtige opbouw van een vrijgesteld bedrag na 2 jaar samenwonen).
Maar toch is er ook goed nieuws. Voor het successierecht kan de gehuwden-status al (veel) eerder bereikt worden als wordt voldaan aan een aantal vereisten. Eén daarvan is het notarieel samenlevingscontract.
Voor de successiebelasting worden samenwoners gelijkgesteld aan gehuwden als voldaan is aan de volgende vereisten:
De laatste eis is dus negatief geformuleerd. Het idee is dat er niet van twee walletjes gegeten mag worden. Voor de hoogte van een eventuele uitkering kan namelijk een fiscaal partnerschap nadelig zijn. Dan zou het wellicht verleidelijk zijn om niet van deze optie gebruik te maken. Als je dat niet doet, dan is het volgens de wetgever natuurlijk ook niet de bedoeling dat je dan wél profiteert van het gunstiger gehuwdentarief voor de successiebelasting.
Gebruikelijk is dat in het samenlevingscontract het zogenaamde 'verblijvensbeding' wordt opgenomen (voorheen ook wel een 'kanscontract' genoemd). Op grond van dat beding komt al het gemeenschappelijk vermogen – zoals een huis dat op beider naam staat – bij overlijden van de één, ten goede aan de ander. Voor dit gemeenschappelijk vermogen is dus strikt genomen geen testament nodig.
Gedurende de eerder genoemde eerste 5 jaar van samenwonen is het verblijvensbeding ook nog eens voor de successiebelasting voordeliger dan een verkrijging op grond van een testament.
Doorgaans wordt bepaald dat de langstlevende partner geen vergoeding hoeft te betalen voor het aan hem of haar toekomende vermogen op grond van het verblijvensbeding.
Op zich is dat geen probleem, vooral niet als de leeftijden van de partners min of meer gelijk zijn en er geen sprake is van kinderen.
Naar oud recht (van vóór 1 januari 2003) was het eigenlijk niet goed mogelijk voor ongehuwden met kinderen om een zogenoemd 'langstlevende testament' te maken. De legitieme portie van kinderen was destijds eigenlijk altijd een storende factor.
Via het bovengenoemde verblijvensbeding kwam je een heel eind, maar doorgaans bleef er nog veel te wensen over. Op grond van een langstlevende testament zijn de langstlevende en de kinderen de erfgenamen, maar wordt toch de langstlevende enig eigenaar. En daar ging – en gaat – het uiteindelijk allemaal om.
Toen kwam het nieuwe (lees: huidige) erfrecht. Zoals u waarschijnlijk weet maakt de wet het nu mogelijk om de legitieme aanspraak van de kinderen pas opeisbaar te maken wanneer het de langstlevende niet meer deert. Vooral dus bij het overlijden van de langstlevende.
Voor gehuwden is dat sowieso geen probleem, maar voor samenwoners is dit ook mogelijk. Vereist is dan wel:
Het is niet aan mij om te bepalen dat een samenlevingscontract moet. Maar het is – hoop ik – wel duidelijk dat samenwoners zich hierover goed moeten laten informeren bij hun notaris.
is notaris bij Van Elten Van de Griend Netwerk Notarissen te Weesp.