Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
23 mei 2019 door Ariane Hendriks
Sinds 2020 is er nogal wat veranderd op het gebied van partneralimentatie. Wij vroegen de advocaten van Van Kempen c.s. Advocaten of zij hier meer over konden vertellen.
Op 21 mei 2019 nam een ruime meerderheid van de Eerste Kamer het Wetsvoorstel herziening partneralimentatie aan.
De huidige maximale partneralimentatietermijn is 12 jaar voor huwelijken die langer dan 5 jaar hebben geduurd en voor huwelijken waaruit kinderen zijn geboren. Alimentatiegerechtigden die korter dan 5 jaar getrouwd zijn geweest en die samen geen kinderen hebben gekregen, hebben nu recht op partneralimentatie gedurende een termijn even lang als de duur van het huwelijk.
Voorbeeld: Pieter en Marjan zijn 10 jaar getrouwd en hebben twee kinderen. Pieter is kostwinner, Marjan werkt parttime en heeft een klein inkomen. Als Pieter en Marjan gaan scheiden zijn hun kinderen 8 en 6 jaar oud. Marjan heeft op grond van de nu geldende regels recht op maximaal 12 jaar partneralimentatie.
Voorbeeld: Mohammed en Aisha zijn 4 jaar getrouwd en hebben geen kinderen. Aisha is gestopt met werken toen ze met Mohammed trouwde. Als Mohammed en Aisha nu gaan scheiden, heeft Aisha recht op maximaal 4 jaar partneralimentatie.
Doel van de nieuwe wet is om de huidige maximale alimentatietermijn van twaalf jaar te verkorten. De hoofdregel wordt: de duur van de partneralimentatie is de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. Dus: na een huwelijk van 8 jaar is er gedurende 4 jaar recht op partneralimentatie; na een huwelijk van 14 jaar is er gedurende 5 jaar recht op partneralimentatie.
Voorbeeld: Mohammed en Aisha zijn 4 jaar getrouwd en hebben geen kinderen. Aisha is gestopt met werken toen ze met Mohammed trouwde. Als Mohammed en Aisha nu gaan scheiden, heeft Aisha recht op maximaal 2 jaar partneralimentatie.
Op deze hoofdregel maakt de wet twee uitzonderingen: voor huwelijken met jonge kinderen en voor langdurige huwelijken. Bij huwelijken met kinderen die jonger zijn dan 12 jaar is de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar (namelijk tot het jongste kind 12 jaar oud geworden is).
Voorbeeld: Pieter en Marjan zijn 10 jaar getrouwd en hebben 2 kinderen gekregen. Pieter is kostwinner, Marjan werkt parttime en heeft een klein inkomen. Als Pieter en Marjan gaan scheiden zijn hun kinderen 8 en 6 jaar oud. Marjan heeft op grond van de nieuwe wet recht op maximaal 6 jaar partneralimentatie.
Bij huwelijken die langer dan 15 jaar hebben geduurd én waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar lager is dan de AOW-leeftijd bedraagt de duur van de partneralimentatieplicht maximaal 10 jaar.
Voorbeeld: Jan en Marietje zijn 22 jaar getrouwd. Op het moment van scheiden is Marietje 57 jaar oud. Marietje heeft recht op maximaal 10 jaar partneralimentatie.
Er komt een tijdelijke regeling voor alimentatiegerechtigden die op het moment van inwerkingtreding van de wet 50 jaar of ouder zijn, maar nog niet de leeftijd van 57 jaar hebben bereikt, én die 15 jaar of langer getrouwd zijn op het moment van indiening van het echtscheidingsverzoek: zij hebben ook recht op partneralimentatie voor de duur van (maximaal) 10 jaar. Deze extra uitzondering komt te vervallen 7 jaar na inwerkingtreding van de wet.
De huidige wet voorziet in een hardheidsclausule, op grond waarvan de partneralimentatie na afloop van de termijn verlengd kan worden als uitzonderlijke omstandigheden dat rechtvaardigen. De toets is streng: in de praktijk worden dit soort verlengingsverzoeken vrijwel altijd afgewezen.
Omdat te voorzien valt dat de overgang van 12 naar 5 jaar partneralimentatie in sommige gevallen tot onredelijke uitkomsten zal leiden, introduceert de nieuwe wet een iets lichter toetsingskader voor verlengingsverzoeken na afloop van de nieuwe partneralimentatietermijn. Hierdoor wordt het gemakkelijker om een geslaagd beroep op de hardheidsclausule te doen. De bedoeling is dat rechtbanken de ruimte krijgen om maatwerk te bieden om te voorkomen dat als gevolg van de kortere termijnen schrijnende gevallen ontstaan. De hardheidsclausule is bedoeld voor gevallen waarin de alimentatiegerechtigde door omstandigheden buiten zijn/haar schuld er niet in is geslaagd om zelf in het eigen levensonderhoud te voorzien, bijvoorbeeld vanwege ziekte, of vanwege de zorg voor een ernstig ziek of gehandicapt kind.
De wet heeft alleen gevolgen voor ‘nieuwe gevallen’: voor mensen van wie de scheidingsprocedure is gestart ná 1 januari 2020. Voor mensen die nu partneralimentatie betalen of ontvangen veranderen de regels niet.
Wie nu een scheiding overweegt en verwacht na een scheiding partneralimentatie nodig te hebben, doet er dus verstandig aan om vóór 1 januari 2020 het scheidingsverzoek in te dienen. Dan gelden de huidige termijnen. Wie nu een scheiding overweegt en verwacht partneralimentatie te moeten gaan betalen, kan juist beter even wachten, en pas ná 1 januari de scheiding in gang zetten. Er zal dan minder lang betaald moeten worden.
familierechtadvocaat bij Van Kempen c.s. Advocaten