Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
4 november 2020 door Susanne
Susanne haar zoontje was ontroostbaar na voedingen en in de nachten. Ze wist zeker dat er meer aan de hand was met haar zoontje maar ze werd niet serieus genomen door het consultatiebureau. Lees hier haar hele verhaal.
Na de geboorte van mijn zoon heb ik er nooit echt bij stilgestaan of hij misschien een huilbaby was. Dat was toch alleen als er geen duidelijke oorzaak was voor het huilen? Ik wist zeker dat er meer aan de hand was. Pas toen ik mezelf helemaal voelde verkrampen terwijl een baby in ons huizenblok intens aan het huilen was, viel het kwartje. Dat was ruim anderhalf jaar na de geboorte van mijn zoon. Al die uren wiegen, dragen, rondrijden met de wagen en slapeloze nachten hebben zijn sporen nagelaten.
Voor de buitenwereld was mijn zoontje een blije baby. En dat klopt. Zodra er mensen waren vond hij afleiding. Hij wilde erbij zijn, zo klein als hij was. Ondertussen worstelden we met zijn eten en slapen. Al vanaf het begin. Mijn gevoel zei dat er meer aan de hand was. Ik zag een patroon van enorme buikpijn na het eten, het terugslikken van voeding (later werd dat juist veel spugen), veel pijn, niet willen liggen op zijn buik of rug, problemen met zijn ontlasting, zich verslikken tijdens het slapen, alleen bij mij tot rust kunnen komen. Ik vermoedde al in de eerste weken dat hij verborgen reflux had en misschien zelfs een intolerantie voor melk.
Slapen was een drama. Hij werd continu wakker, huilend van de pijn of als hij stikte in zijn voeding. Overdag droeg ik hem, of zat met hem slapend op mijn schoot. ’s Nachts lag ik naast hem te wachten tot er weer iets was. Ik telde niet de uren dat hij huilde, maar de uren die hij rustig sliep.
Bij de huisarts en het consultatiebureau kregen we geen gehoor. Hij was gezond van gewicht, had geen eczeem en gaf zijn beste glimlach cadeau als we op bezoek waren. Zijn ontwikkeling ging hartstikke goed en zo werd ons verhaal aan de kant geschoven. Hoe secuur we ons ook voorbereid hadden. De klachten van mijn zoontje waren a-typisch en er was geen medische noodzaak tot verder onderzoek. Ik was gewoon een overbezorgde moeder. Alle jonge ouders slapen immers weinig. Misschien had ik zelf wel hulp nodig?
Ik hoor de huisarts nog zeggen toen we de kuur van maagzuurremmers afsloten: “Ik kan niets meer voor jullie doen. Alleen een doorverwijzing naar de kinderarts, maar die kan jullie ook niet helpen.”
Ondanks dat we tegen muren aanliepen, zijn we door blijven gaan om hulp te krijgen. Na ruim 4 maanden vonden we het genoeg. Ik zei tegen mijn man: “Als die arts bij het consultatiebureau weer niet luistert, ga ik gewoon heel hard huilen.” Ik was uitgeput en radeloos, dus die tranen waren niet ver weg.
Die ochtend werden we doorverwezen naar een collega-arts ‘die ons verder zou helpen met de klachten van onze zoon’. Achteraf bleek dat zij een observatie wilden plannen over hoe wij met ons kind omgingen om ons te leren omgaan met alles wat er aan de hand was. Daar had ik niet voor getekend. Toen kwam eindelijk onze grootste mazzel: de dame in kwestie kon vanwege privé redenen niet afspreken en belde me voor een telefonisch consult. Ik merkte dat haar persoonlijke sores haar in de weg zat, want ineens was ze hartstikke toeschietelijk. Ze bood zelf aan om ons een verwijzing naar de kinderarts te geven. Eindelijk!
De kinderarts pakte alles ontzettend goed op. Ze luisterde naar ons verhaal en naar wat we zelf geprobeerd hadden om zijn klachten te verminderen. Ze zei: “Had ik jullie maar eerder gezien! De oplossing kan heel eenvoudig zijn. We beginnen met andere melk, daarna kijken we verder. Jullie hebben precies het juiste gedaan om te achterhalen wat er met jullie zoon aan de hand is!”
Met die andere flesvoeding kwam er meer rust in huis. Het vele huilen werd langzaam minder. Het verslikken en stikken in zijn slaap bleef, maar de pijn zwakte af. Mijn zoontje wilde meer liggen om te spelen en we zagen in de maanden daarna hoe hij in no time ging rollen, kruipen, staan en stappen. Hij maakte een kleine inhaalslag.
Daarna kwam de volgende uitdaging: om te helpen met zijn refluxklachten, startten we met het introduceren van vast voedsel. Helaas liepen we ook daar tegen een aantal intoleranties aan die hem de nodige klachten bezorgen. En aanhoudende buikpijn waar we tot de dag van vandaag via het reguliere medische circuit geen verklaring voor hebben gevonden.
Mijn zoon is een vrolijk kind dat het heerlijk vindt om met andere mensen contact te maken. Dus als we bij artsen op bezoek zijn, zien ze nooit het kind dat thuis aan mijn benen staat te huilen of de hele kamer op zijn kop zet omdat hij buikpijn heeft en zich niet lekker voelt. Hij is kind aan huis bij de huisarts en vindt het prima om naar het ziekenhuis te gaan voor een onderzoek. Ik heb gemerkt dat veel artsen moeilijk voorbij zijn blijheid kunnen kijken.
Dit voorjaar hebben we bij het kinderspreekuur bij het Integraal Medisch Centrum via de mesoloog en de osteopaat eindelijk een oplossing gevonden voor zijn buikklachten. Met homeopatische korreltjes voor zijn maag en enzymen voor zijn darmen gaat het nu zoveel beter met hem. Niet meer elke dag pijn en meer rust om lekker te spelen en te leren.
Een paar dagen na onze eerste afspraak belde de mesoloog ons op om te horen hoe het met hem was: “Ik bleef maar aan hem denken,” zei ze, “zijn klachten zijn zo erg, ik hoop dat het goed gaat met de medicijnen die we gegeven hebben. Anders denk ik graag mee wat ik nog meer voor hem kan doen.” Dat was de allereerste keer in al die tijd dat een behandelaar zo met ons meeleefde en erkende hoeveel last en pijn mijn zoontje had. Dat raakte me enorm.
Het verlies van mijn slaap was een rooftocht op mijn lichaam én mind. De combinatie met de stress en het verdriet om de pijn van je kindje – en alles wat daarbij komt – maakte het een slopende periode.
Het is voor mij een goede les geweest in acceptatie. In het begin telde ik de slaapjes, de keren dat hij wakker werd en hoeveel ik had geslapen in de nacht. Schrik niet, in het begin was dat twee keer per nacht een uurtje zonder interrupties, na ongeveer negen maanden werd dat steeds iets meer. De rest van de nacht hing ik tussen waak en slaap.
Ik stopte met tellen en accepteerde dat iedere dag er een was. Ooit zou het beter worden. Ik probeerde minder streng voor mezelf te zijn als niet alles lukte wat ik gepland had. Ik vertraagde mijn leven, dacht na over wat ik echt belangrijk vond en koos om me alleen daar op te richten. De energie die ik eerste stopte in piekeren over mijn slaap, kwam nu vrij voor dingen waar ik wel invloed op had.
Deze periode heeft me veel geleerd over wie ik ben als oude zekerheden wegvallen. Zoals mijn gezondheid, vriendschappen die ineens niet zo veel waard blijken, een carrière die draait op mijn productiviteit. Op die vrouw ben ik oprecht hartstikke trots.
Het heeft me ook maar weer eens laten zien met wat voor geweldige man ik getrouwd ben. Hij heeft zoveel opgepakt wat ik nu niet kan doen. We praten samen continu over hoe we het beste voor ons zoontje kunnen zorgen, wat onze opties zijn en waar onze grenzen liggen. Dat doen we echt samen. Op zijn schouders werk ik nu aan herstel van ruim 2 jaar nauwelijks slapen.
En omdat ik nu nog beter weet wat ik belangrijk vind, ben ik begonnen met mijn leven en werk anders in te richten. Ik heb namelijk niet helemaal stilgestaan de afgelopen tijd. Ik heb 2 opleidingen gevolgd en ben een eigen praktijk als Kinderwenscoach gestart. Als ik dit deel met anderen krijg ik soms opgetrokken wenkbrauwen. Dat kan toch niet op maar een paar uurtjes slaap? Maar ik weet inmiddels van mezelf dat ik veel meer kan dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Zo lang ik maar zorg voor mezelf en aandacht houd voor wat ik echt belangrijk vind, wordt ons leven er alleen maar beter van.
Als jonge moeder heb je geen idee, je doet ook maar wat. Dus het is helemaal niet zo makkelijk om overeind te blijven als de instanties, die jou moeten helpen, zeggen dat het probleem bij jou ligt en niet bij je kind. Ook al denk je zelf: ‘ik weet zeker dat er meer aan de hand is.’
Je kunt veel research online doen, maar houd er wel rekening mee dat er ook veel onzin te vinden is. Het kan je ook gek maken. Ik heb er zelf veel aan gehad om mee te lezen in groepen speciaal voor de klachten die mijn zoontje had. Daar heb ik veel nieuwe dingen geleerd en ook gezien in welke valkuilen anderen terecht kwamen.
Mijn tips?
Niemand kent je kind zo goed als jij!