Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
31 oktober 2012 door Justine Pardoen
Er worden massaal poppenhuizen geplaatst op basisscholen en kdv's om kindermishandeling te signaleren. Ouders vrezen Bolderkar-affaires.
Op dit moment worden er massaal poppenhuizen geplaatst op basisscholen en kinderdagverblijven om kindermishandeling te signaleren. Het gaat om de zogenaamde LILIANE poppenvilla, genoemd naar Liliane Limpens, ontwerpster van het poppenhuis, en directeur van de bv die de poppenhuizen bouwt en verkoopt.
Op de website Vroegsignalering met poppenvilla (van Liliane Limpens) staat wat de bedoeling van dat poppenhuis is: "Een observatie-hulpmiddel ten behoeve van de vroegsignalering van kinderen die als stille slachtoffers van (huiselijk) geweld ondergronds leven."
[N.B. De bovenstaande link is niet meer werkzaam. Mevrouw Limpens heeft de pagina in de nacht van 29 op 30 oktober opeens verwijderd. Hij is echter nog wel in het bezit van Ouders Online.]
Termen als 'stille slachtoffers' en 'ondergronds leven' klinken nogal verontrustend, maar ter geruststelling vermeldt de site: "Poppenspel kan niet worden ingezet ten behoeve van waarheidsvinding / forensisch onderzoek." Tegelijkertijd wordt wel over de kinderen die met de poppen gaan spelen, gezegd: "Zij hoeven persoonlijk niet te verraden of te ontmaskeren, dat doen de poppen voor hen."
De poppen moeten ouders dus 'ontmaskeren' en 'verraden'. Dat kunnen die poppen vanzelfsprekend niet zelf, daar is een vertaalslag voor nodig. Dat gaan de juffen en de meesters dus doen. Dit alles in het kader van de 'Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling', die op de poppenhuis-site als legitimering wordt aangevoerd.
Wat behelst eigenlijk die meldcode, hoe kijken scholen ertegenaan, en wat is de positie van ouders? Daarover straks meer. Maar eerst: de rol van het onderwijzend personeel.
Leerkrachten mogen niet onderzoeken of een kind mishandeld is. Daar zijn ze niet toe bevoegd. Of iets wat ze vermoeden daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is niet aan hen om te onderzoeken.
Maar er gaat nog iets aan vooraf: eerst moet je interpreteren wat je ziet. Je ziet alleen maar gedrag. Bijvoorbeeld: dat een kind alle poppen uitkleedt. Dáár is de poppenvilla voor bedoeld: het signaleren zelf.
Maar ook het interpreteren van wat je ziet, en daar mogelijk kindermishandeling achter zoeken, is niet iets waar leerkrachten voor geschoold zijn. Iedereen mag voelsprieten uit hebben en daarnaar luisteren; dat moet je zelfs. Het is immers belangrijk dat kinderen die hulp nodig hebben, gezien worden door mensen die iets voor hen kunnen betekenen. Maar meer dan dat mag een leerkracht niet. Sterker nog: op het moment dat een leerkracht 'niet-pluisgevoelens' heeft, moet hij of zij gaan werken volgens de 'meldcode kindermishandeling', is het idee. Het werken volgens die meldcode wordt waarschijnlijk in 2013 verplicht. Maar zelf onderzoek doen, vermoedens koppelen aan poppenspel, dat gaat te ver voor een leerkracht.
Alle professionals die ik sprak, bevestigden dat het interpreteren van spel, waaronder poppenspel, maar ook het interpreteren van tekeningen en andere creatieve uitingen, alleen kan gebeuren door diagnostisch bevoegde personen, zoals:
In principe zullen deze deskundigen ook nooit een diagnose stellen op basis van zo'n enkele uiting alleen. Het is hooguit een aanleiding om verder onderzoek te doen. Het volgen van een stappenplan via de meldcode is belangrijk.
Stap 1 zou moeten zijn dat een leerkracht die zich zorgen maakt over een kind, die zorgen eerst met de ouders deelt. In de praktijk gaat het echter anders. Tegenwoordig doen leerkrachten vaak meldingen bij het AMK zonder dat de ouders het weten. Volgens de meldcode mag dat niet.
Dat ouders zich zorgen maken, is dus begrijpelijk. De kans dat het aantal 'niet-pluisgevoelens' toeneemt, is groot. Wie zoekt zal vinden. De kans dat goedbedoelende leerkrachten dingen zien die er niet zijn, is niet ondenkbaar. Ze worden gestimuleerd om diagnostisch te kijken naar kinderen, door: de invoering van de meldcode, de daarbij horende trainingen, en initiatieven als de poppenvilla.
Een greep uit de zorgen van ouders (zoals gemeld op het Forum van Ouders Online):
"Mijn dochter kleedde al haar Barbies altijd meteen uit. Wij hadden dus een doos voor naakte Barbies en een doos met kleertjes. Eén Barbie (de favoriete) werd alleen constant omgekleed. Hoe vaak ik ook gezellig de rest ook weer meehielp aan te kleden (al was het maar zodat die kleertjes en Barbies ook gebruikt werden), iedere keer belandden ze weer naakt in de bak. Wat zouden hulpverleners hier wel niet van gemaakt kunnen hebben?"
"Kinderen kunnen in hun fantasiespel aanleiding geven tot fantaserende volwassenen, en volwassenen denken veel verder dan kinderen bedoelen."
"Grote kans dat mijn jongste zoontje van zo'n popje het been eruit rukt, en een arm. Dat wordt dan een flinke aantekening :-) In het gunstigste geval doet oudste kind Ninja-gevechten na."
Elders op internet verschenen reacties die nog een stuk heftiger waren. Zie onder andere:
De zorgen worden vooral geuit door ouders die zelf ooit slachtoffer waren van:
De komst van de poppenvilla jaagt dit soort ouders de stuipen op het lijf. Een van hen schreef ons: "Het aantal verkeerde interpretaties met alle schadelijke gevolgen voor kinderen en gezinnen van dien, zal alleen maar toenemen als leerkrachten zulke onderzoeksmethoden gaan toepassen om te zoeken naar signalen of om 'niet-pluisgevoelens' op te wekken".
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) vindt het allemaal prima. Vorig jaar (2011) schreven ze dit:
"De LILIANE poppenvilla kan in het basisonderwijs als hulpmiddel fungeren om te observeren of kinderen in de knel zitten. In het poppenspel laten kinderen zien wat ze uit zichzelf nooit zouden vertellen. Hiermee wordt aangesloten bij de regionale aanpak kindermishandeling."
Maar ook:
"De poppenvilla wordt inmiddels in diverse therapeutische settings gebruikt om kinderen hun verhaal te laten vertellen."
(Bron: 'Poppenvilla' helpt scholen kindermishandeling te signaleren - NJi, 2011)
Let vooral even op die 'therapeutische settings'. Een basisschool of een kinderdagverblijf is natuurlijk wel iets anders dan een therapeutische setting. Voor Liliane Limpens, ontwerpster en maakster van de LILIANE poppenvilla, maakt dat niets uit. Op al haar websites prijkt het citaat van het NJi als aanbeveling.
Het doel is in ieder geval duidelijk: leerkrachten worden gestimuleerd om het poppenspel bewust in te zetten om de eerste signalen van kindermishandeling te kunnen opvangen. Hoe vroeger hoe beter.
Ik vroeg Liliane Limpens om een toelichting. Hoe zit dat nu: hebben leerkrachten in het gewone dagelijkse contact met kinderen in de klas niet al genoeg mogelijkheden om van alles te signaleren? Waarom hebben ze daar een poppenhuis voor nodig?
Limpens: "Het gaat mij erom dat je de manieren waarop kinderen signalen kunnen afgeven, vergroot, en dat je leerkrachten signaalgevoeliger maakt."
Dat leerkrachten daar niet voor opgeleid zijn, laat staan bevoegd, en dat ze daarbij dus ook fouten kunnen maken, vindt Limpens niet haar verantwoordelijkheid. Voor haar weegt dat niet op tegen de mogelijkheid ook maar één kind te kunnen redden. Het was dan ook de bedoeling om leerkrachten er een handleiding bij te geven in de vorm van de zogenaamde Leeflessen, maar dat materiaal is er nog niet.
[N.B. De bovenstaande link werkt nog wel maar de teksten die daar stonden zijn in de nacht van 29 op 30 oktober verwijderd.]
Wat vindt Limpens van de slechte ervaringen die veel ouders met jeugdzorg hebben, waaronder het probleem van de false positives, oftewel de onterechte beschuldigingen van mishandeling? Daar heeft ze nog nooit van gehoord. Limpens: "Ik spreek heel veel professionals, maar heb nog nooit gehoord dat dit soort fouten gemaakt worden. Ik ben heel erg geschrokken van de felheid waarmee ouders reageren op de poppenvilla. Ik heb alleen maar goede bedoelingen. Net als de gulle gever van de poppenvilla's gaat het mij om kinderen in de knel."
Dat is opmerkelijk, dat Limpens nog nooit gehoord heeft van dingen die misgaan. Ze stuurde wel meteen dreigmails met juridische stappen, naar sites waarop ouders zich boos maakten over de inzet van de poppenvilla's in kleuterklassen.
Inmiddels wordt Limpens door ongeruste ouders via Twitter bestookt met voorbeelden van hoe vreselijk fout het kan gaan als je door een leerkracht wordt verdacht van kindermishandeling, en hoe onzinnig de interpretatie van kindertekeningen en poppenspel soms is, met alle schadelijke gevolgen voor gezinnen van dien.
Laatste nieuws: Limpens is op dit moment (29 oktober 2012) in hoog tempo bezig om haar sites aan te passen. Het kan dus zijn dat teksten die wij geciteerd hebben, inmiddels al weer gewijzigd zijn. Vanzelfsprekend zijn de originelen wel in ons bezit.
Eveneens in ons bezit is een reconstructie waaruit blijkt dat Limpens (naar eigen zeggen: "in elke vezel een ondernemer") in de loop der jaren haar koers gewijzigd heeft van neutrale poppenhuis-verkoper naar verkoper van een kindermishandelings-instrument. We zullen daar nu niet verder op ingaan, omdat we ons willen concentreren op het poppenhuis zelf. En op de geheime geldschieter die erachter zit.
Scholen en kinderdagverblijven kunnen de poppenvilla gratis krijgen vanwege een anonieme sponsor, door Limpens consequent 'donor' genoemd. Hoe zit dat? Waarom is die sponsor annex donor anoniem?
Limpens zegt dat het gaat om "een rijke dame, die de aandacht niet op zichzelf wil richten, maar alleen op de noodlijdende kinderen".
Maar volgens het sponsor-convenant voor het basisonderwijs moeten "bevoegde gezagsorganen van scholen op een zorgvuldige en voor alle betrokkenen transparante wijze met sponsoring omgaan."
Een geheime sponsor is niet transparant, vinden de ouders die wij spraken. Bij hen wekt deze anonimiteit alleen maar meer argwaan. Een ouder schreef ons: "Straks gaan scholen van alles aannemen van Al Qaida of Scientology, om maar eens wat te noemen. Je moet toch weten wie wat schenkt, om beïnvloeding te kunnen controleren?"
Leon 't Hart, directeur van het samenwerkingsverband SWV4.02 in Hoogeveen, heeft de poppenvilla hartelijk verwelkomd: "Ik heb me nooit afgevraagd of het wel zou kunnen dat wij iets geschonken kregen van een anonieme sponsor, en of dat wel strookt met het sponsorconvenant voor scholen."
"De presentatie van deze schenking vond plaats in Lunteren, tijdens de jaarlijkse studieconferentie die onder de neus van het ministerie van Onderwijs gehouden wordt. Dat was juist voor ons ook heel duidelijk de boodschap: dit is een mooie kans, voor een goed doel, en bovendien waren wij al actief bezig om al onze medewerkers te scholen voor het werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, dus dat sloot mooi aan," aldus 't Hart.
Ook de Stichting Leerlingzorg Almere heeft het poppenhuis in grote dank aanvaard. Programma-manager Dick Hattenberg is meer dan enthousiast, omdat zijn stichting veel aandacht heeft voor het voorkomen en signaleren van kindermishandeling.
Hattenberg: "Wij vonden één poppenvilla niet genoeg, en hebben er daarom drie bijgekocht die gesponsord zijn door het coöperatiefonds van de Rabobank. Ze worden binnenkort uitgedeeld aan vier instellingen in ons samenwerkingsverband, tijdens de stadconferenties die we organiseren over het hanteren van de meldcode kindermishandeling. Wij hebben die al ingevoerd, en de poppenhuizen wilden we dan ook snel hebben."
Hoe gaan de scholen of kinderdagverblijven ouders informeren over de introductie van de poppenvilla en het doel ervan? Hattenberg: "Ik weet niet of ze dat gaan doen. Daar geven we geen instructie over; dat is de verantwoordelijkheid van de instellingen zelf."
Wat kun je als ouder doen als jouw school een poppenvilla gaat gebruiken in de klas?
1. Volgens de wet op de medezeggenschap (WMS) heeft de medezeggenschapsraad toestemming moeten geven, op grond van artikel 10.
Dus: leg je zorg voor aan de medezeggenschapsraad (MR) op school.
2. Er is een sponsor-convenant waarin transparantie geregeld is. Dat houdt in dat alle partijen niet alleen geïnformeerd worden over sponsoring en donaties, maar ook dat duidelijk is wie de middelen betaald heeft en met welk doel.
Dus: vraag aan de school openheid over of het om sponsoring gaat (dat is: wanneer er een tegenprestatie verwacht wordt van de sponsor) of een donatie, en wie de sponsor of de donateur is.
3. Werken met de poppenvilla als signaleringsmiddel, hoe 'licht' ook ingezet, veronderstelt opname in het schoolplan en het zorgplan. Ook daarvoor heeft de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid.
Dus: vraag de school naar de manier waarop de poppenvilla is opgenomen in het schoolplan.
4. Als je geen bevredigende of duidelijke antwoorden krijgt, dien dan een klacht in bij de klachtencommissie die er is op grond van artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs (WPO). In de schoolgids staat hoe je een klacht indient.
5. Dien eventueel een klacht in bij de Inspectie van het Onderwijs. Die ziet toe op de naleving het sponsor-convenant.
Plus de opwekkende mededeling: "De sponsor wenst kinderen in de knel een adequate vroegsignalering toe."
Citaat: "Als kinderen mishandeld, verwaarloosd en/of misbruikt worden, kunnen ze signalen uitzenden. Het gebruik van een signalenlijst kan zinvol zijn, maar biedt ook een zekere mate van schijnzekerheid. De meeste signalen zijn namelijk stress-indicatoren, die aangeven dat er iets met het kind aan de hand is. Dit kan ook iets anders zijn dan kindermishandeling (echtscheiding, overlijden van een familielid, enz.)"
was hoofdredacteur van Ouders Online (tot 1 september 2018), en is specialist op het gebied van jeugd en media. Ze wordt regelmatig 'ingevlogen' door scholen, wanneer zich akelige incidenten hebben voorgedaan.