Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
27 juni 2010 door Miriam Lavell
Een simpel voorval op school kan leiden tot een keten van narigheid. Miriam Lavell legt uit hoe 'bemoeizorg' werkt, en hoe je er het beste mee om kunt gaan.
Stel, de school vindt dat je kind niet goed functioneert. Of de school vindt dat je kind iets raars heeft gedaan, zoals een seksueel spelletje. Maar zelf vind je dat het allemaal wel meevalt. Bijvoorbeeld omdat je je kind beter kent dan de docenten, of omdat het kind gedrag vertoont dat past bij zijn leeftijd (wat juist bij seksuele spelletjes vaak het geval is).
De volgende stap kan zijn dat de school een nader onderzoek vraagt (of eist). Wat dan? Ben je wettelijk verplicht om daaraan mee te werken of niet?
Wanneer het alleen maar gaat om een bezoekje aan de schoolarts, zullen de meeste ouders er geen probleem mee hebben. Maar als je wordt doorgestuurd naar Bureau Jeugdzorg slaat veel ouders de schrik om het hart.
Formeel kan de school je niet verplichten om nader onderzoek te laten doen, maar in de praktijk kan het heel anders lopen. Want via een omweg kan het wel degelijk. Hieronder zal ik uitleggen hoe dat werkt en hoe je er het beste mee om kunt gaan.
Bijna elke regio heeft een 'zorgadviesteam' (ZAT) of iets wat daarop lijkt. In zulke teams vindt overleg plaats tussen school, politie, GGD, jeugdzorg en het plaatselijke AMK (advies- en meldpunt kindermishandeling). De precieze samenstelling kan overigens wisselen per regio. In zo'n team worden voorvallen besproken zoals beschreven in Worden seksspelletjes veroorzaakt door seksueel misbruik? (Vraagbaak 'Seksuele opvoeding' van deze week).
Bij de behandeling van een voorval in een ZAT-overleg mag de naam van het kind niet genoemd worden als de ouders daarvoor geen toestemming hebben gegeven. Het is echter niet uitgesloten dat dat wel gebeurt; je zit er niet bij dus je kunt het niet controleren.
Bovendien mag álle relevante informatie (naam, adres, schoolgegevens, enzovoorts) toch genoemd worden als men dat nodig vindt. Bijvoorbeeld als men verwacht dat het verkrijgen van toestemming te veel gedoe oplevert. Zie: Het ABCD voor verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens bij situatie D.
De bedoeling van de ZAT-teams is om ouders naar vrijwillige hulpverlening te bewegen, te beginnen bij nader onderzoek. Lukt het de een niet om dat voor elkaar te krijgen (meestal neemt de school het voortouw), dan gaat de ander (jeugdarts, politie, AMK) het proberen.
Op deze manier verhuist de kwestie van de school, die formeel weinig kan doen, naar partijen die wél de nodige dwang kunnen uitoefenen. Uiteindelijk kunnen die gewoon gaan dreigen met OTS (ondertoezichtstelling) of zelfs uithuisplaatsing. "Als u niet vrijwillig meedoet dan..."
Of de gang van zaken die ik net schetste ook te verwachten valt bij de vraag over de seksspelletjes en het misbruik dat daaraan ten grondslag zou kunnen liggen (zie boven) kan ik niet beoordelen. In ieder geval maakt het voor die situatie niet uit of het misbruik heeft plaatsgevonden binnen het eigen gezin of daarbuiten, en zelfs niet of het überhaupt heeft plaatsgevonden.
Behalve dat ik te weinig weet van die situatie om te kunnen voorspellen hoe het zal lopen, is het ook zo dat er in verschillende regio's verschillend met dit soort gevallen wordt omgegaan. Maar op de vraag of het zou kunnen, luidt het antwoord ja.
Omdat het zou kunnen gebeuren, en omdat heel onverwacht in hoog tempo de beslissingsbevoegdheden van de ouders overgenomen kunnen worden door anderen, is het verstandig om in een zo vroeg mogelijk stadium een advocaat te raadplegen. Bij voorkeur een advocaat die inzicht heeft in de lokale situatie en die ervaring heeft met de betrokken zorgpartijen.
Wat de advocaat moet doen, is de correctheid van het proces bewaken. Een straatvechter die de bemoeizorgpartijen wel even de oren zal wassen, werkt averechts. In dit soort zaken gaat het namelijk nooit om gelijk, ongelijk, bewijzen of ontkrachten, maar om 'mogelijke risico's' en 'het beschermen van kinderen'.
Overigens zou ik aanraden om de kwestie ook met de eigen huisarts te bespreken. Die heeft inzicht in de manier waarop er in je eigen regio met dit soort kwesties wordt omgegaan.
Er hoeft geen enkel feit bewezen te worden; de bemoeizorgers hoeven alleen maar aannemelijk te maken dat er een risico bestaat. Hierbij telt de stem van deskundigen (waaronder de bemoeizorgers zelf) altijd zwaarder dan die van de ouders.
Uiteindelijk zit er vaak niets anders op dan meebuigen. Het beste wat je kunt bereiken, is dat je de controle niet totaal verliest (dát is waar een advocaat je bij kan helpen), en dat je – voor zover mogelijk – meebuigt op je eigen termen. Dus als er om een onderzoek wordt gevraagd naar aanleiding van seksspelletjes, en je niet naar Bureau Jeugdzorg wilt, kun je een vrijgevestigde kinderseksuoloog benaderen.
Nog een laatste woord over de ZAT-teams en hun manier van werken. Het aanvankelijke enthousiasme hierover is alweer tanende, vanwege de enorme hoeveelheid kinderen die ineens 'risicokinderen' zijn geworden, plus de hoge kosten die ermee gepaard gaan.
Meer informatie over ZAT-teams:
is tekstschrijver, politiek adviseur, en moeder van twee kinderen (van 14 en 16 jaar). Zelf zegt ze dat ze "wat dominant aanwezig" is in de Forum-rubriek Ouders en School. Haar passie voor het onderwijs ontleent ze mede aan haar slechte ervaringen met de scholen van haar kinderen.